zondag 11 oktober 2020

Egoïstisch

Ik ben niet zo van het egoïstische. Wat ik niet zeg om me op de borst te staan – in dat geval valt nergens op te slaan, als je begrijpt wat ik bedoel en zo niet ook goed. Feit blijft dat als ik iets lekkers te eten heb en het niet genoeg is voor iedereen, ik het altijd de ander gun, hoe lekker ik het ook vind.
    Is er nog één Danio-toetje, dan mag Rick het hebben. Tel ik maar één tompouce, geef ik ‘m mijn manneke, tenslotte mag hij er nog van groeien op buik en heupen. Vult een laatste mango de fruitschaal, gun ik ‘m Celine en Benjamin krijgt het laatste ei.
    Voor Lara was er carpacciosalade. Benjamin vond het vooral stom dat ik weggaf wat ik voor Celine en mezelf had gekocht. Ik kon niet weten dat Lara het ook lust. Juist daarom gaf ik het haar.

Salade
De trouwe bloglezer weet dat ik alleen moeite heb met het delen van salade. Hoe suf en maf ook: sla, komkommer, tomaat, rood uitje en wat er verder bij past, vermengd met een lekkere slasaus, is voor mij echt het lekkerste dat er is. Alles geef ik met gemak weg, maar salade? No way, als ik salade moet delen, maak ik gewoon een extra groot portie. Zo blijft er altijd genoeg over voor mij. Schuilt daar dus toch een salade-egoïsme in mij.

Middagdutje
Tot vorige week zaterdag er een nieuw egoïsmetje bij kwam. Ik had een off-day met  zo’n hoofdpijn dat ik er scheel van keek en ervoor koos te gaan slapen. Met al mijn hobby's en bezigheden is overdag slapen not done. Het is pure wegsmijterij van kostbare tijd. Mij tref je niet slapend aan. Daarmee zeg ik niet dat ik nooit toegeef aan zware ogen waarbij mijn oogleden de strijd winnen. Als ik precies dan net te lang onderuit hang, slaap ik. Die keer is op één vinger te tellen, één keer per jaar. 

Gehorigheid
Vorige week zaterdag besloot ik een enorme stap verder te gaan. Nog vol in de blog van vorige week, sloot ik de laptop, strompelde naar boven, plofte op bed en gaf toe aan hoofdpijn en vermoeidheid. Ik sliep overigens omringd door allerlei geluiden en onrust.
    In de kamer naast me keken ze een film. Geloof me, de muur tussen die en mijn slaapkamer is dun.
De andere aangrenzende kamer werd gevuld met gepraat en muziek van een ukelele. Gelukkig kan ik het geluid reduceren door op mijn rechter oor te liggen, want de linker oor hoort amper geluid. Helaas klonk de bas van de film aan de ander kant van de muur door via mijn kussen.
    Nog jammerder is dat ik niet veel beter op stond. Ze zeggen dat wat er ook aan de hand is: chocolade begrijpt en thee helpt? Ik koos beide met het idee dat het dan dubbelop moest werken. Gelukkig werd ik iets sneller wakker.

Herhaling
Ondertussen was het etenstijd. Mams inventariseerde de inhoud van de koelkast en zag zes kipvleugeltjes. Ik rekende even hardop:
    ,Vier inwonende gekken plus twee geliefden is zes! Ieder een? Dat is flut! Vanavond zijn de kipkluifjes voor mij alleen.’ Wetend dat manlief ze lekker vindt, zoonlief ze lust, dochterlief ervan smult, Rick ze wenst en Lara… Dat wordt een andere blog. Wat bleef? Ik was bereid ze te delen met mijn lief, me herinnerend dat ik eerder bijna ruzie kreeg om dit soort knabbels, lees maar hier.
    Marcel zei:
    ,Irene je mag ze hebben,’ en keek me meelijdend aan. ,Jij hebt een zware dag, geniet ervan.’ Waarna ik ze verwarmde en me erop verkneukelde.

Dwang
Eenmaal aan tafel, ieder een gerecht naar keuze, want zaterdag is kliekjes of maak-maar-wat-je-wilt-dag, kwam mijn pannetje met kipvleugels erbij.
    ,Zo, nu ga ik lekker genieten…’
    ,Van je kluifjes,’ vulde Marcel aan. Kijkend in het pannetje voelde ik toch wat schuld opkomen, zoals altijd als ik egoïstisch ben. Zes vleugels, zes tafelgenoten. Ik keek rechts van me, naar Benjamin.
    ,Zal ik dan toch maar delen, voor ieder één?’
    ,Mam!,’ zei hij beslist. ,Nee! Jij eet ze nu op ook.’ Vier anderen vielen hem bij. Als kleinste in mijn gezin voelde het of een vloedgolf van dwang over me heen kwam. ,En als jij ze niet snel opeet prop ik
ze eigenhandig in je mik,' vervolgde Benjamin in zijn herkenbare taal. Marcel vulde aan:
    ,Ik stel het even scherper, als jij nu niet snel een hap neemt, kom ik wel even proppen.’ Hij stond al bijna op om van zijn kant naar mijn kant te lopen. Celine vond dat ik vooral snel moest beginnen voordat zij me zelfs dwong de botten op te eten. Het werd steeds gekker, wat een opdringerigheid.
    Wat blijft? Ze smaakten ineens zo lekker niet meer, ze smaakten voortreffelijk!