zaterdag 25 februari 2017

Keukenvrij



Ik hoef vanavond niet te koken! Ik ben vrij! Keukenvrij, heerlijk!
    Als Master Cheffin Ireen voelt dit vrij-zijn als een unique short break. Eentje waarvan ik dagen van te voren kan genieten. Vooral van het unique gedeelte, want het komt niet vaak voor.

Niet dat ik het niet vaker wil, maar dan moet ik vooral een paar goede aanleidingen bedenken.
    Vaker uit eten valt af vanwege de prijzigheid.
    Misschien is staken een lekker idee en aanleiding om op te komen voor mijn belangen. Maar ja, welke belangen? Even denken…

… er komt niets in me op. Ik heb gewoonweg niets met staken, maar toch hou ik het in mijn achterhoofd. Met drie eigenwijze wijsneuzen in huis word ik wel eens over het hoofd gezien en overdenderd. Als het me te zwaar wordt kan ik stakend de pan op zijn plaats laten liggen en afwachten wie het in mijn plaats op een koken zet.

Nou niet denken dat man- en zoonlief de boel kunnen redden met hun kookkunsten. In hun kookschrift vind ik nog altijd maar één gerecht. Je weet wel, ik schreef ooit dat zij kunnen koken.  Zoals ook dochterschat met één recept op de pollepel niet erg dicht in de buurt komt van een week-, maand- of jaarmenu. Ik noem mezelf niet voor niets Master Cheffin.

Maar vanavond kook ik niet. Dat heeft te maken met onze vriend de kookgast. Je weet wel, die gast die alles héérlijk vindt. Hij komt weer eens aanwaaien en heeft beloofd te zullen koken.
    Dat vind ik dus heerlijk! Begrijp me niet verkeerd: ik ben graag hoofdkok. Vooral omdat ik daarmee de gerechten bepaal en ze gratig thuisbezorg. Geen betere bezorger dan ikzelf; alles met eigen smaak bij Appie uitgezocht, zo in de pan. I’m loving it. Maar vanavond draag ik graag het gezag over schuimspaan, snijplank en wok over en knoop Marcel voor mijn tafel-dek wagentje.

Zo ervaar ik eens hoe het is om na gedane arbeid op de bank te ploffen en met de voeten hoog de geuren uit de keuken (nee, niet die van mijn voeten, wees maar niet bang, die stinken niet) over me
heen te laten komen.

Eerder vandaag overwoog ik onze kookgast te vragen wat we vandaag gaan eten, maar liever laat ik me overrompelen en maak ik alvast ruimte op het aanrecht.
    Ik verheug me op het moment dat na een druk op de deurbel en het openen van onze deur, de cook-of-the-day binnendendert en zonder kooktijdverlies en met een snelle ‘bonjour’ zijn rugtas op het aanrecht leeg kiept. Het gaat nog net niet direct uit de tas in de pan. Ik ben gewend dat hij binnenstormt en direct de keuken in rent alsof hij achterna gezeten wordt door een hete braadpan.

Hoor! Daar gaat de bel al. Marcel die even eerder thuiskwam en zijn werkkleding verwisseld heeft voor zijn spijkerbroek en trui opent de deur. Let op, daar komt het:
    Bonjour!’
    Bonsoir!’, is mijn antwoord, het is tenslotte na zessen.

Relaxter dan anders doet hij zijn jas uit, zet zijn rugzak neer en vertelt aller rustigst over zijn dag. Hij neemt landingstijd terwijl ik mijn buik onderhand flink voel borrelen.

Mijn nieuwsgierigheid naar zijn maaltje voor ons kan ik niet meer bedwingen.
    ‘En? What’s for dinner?’
    ‘Vertel jij dat maar, jij kookt toch?’, zegt hij doodleuk.
    ‘Wat? Heb jij niets bij je?’ Ik til zijn rugzak op, ‘die voelt inderdaad erg leeg.’
    ‘Irene, heb jij nog wat in huis?’, vraagt Marcel en smult van deze situatie.

Op mijn beurt kijk ik de mannen aan en beken dat ik niets bijzonders in huis heb en zie hoe onze vriend zich per seconde meer schaamt. Hij moet gerustgesteld worden.
    ‘Ik neem aan dat jij je net als ik enorm hebt verheugd op een avondje keukenvrij. Laten we daar samen van genieten.’
    ‘Je denkt toch niet dat ik ga koken?’, klinkt Marcel ineens onzeker.
    ‘Nee, schatje, ik weet een heel leuk restaurant.’ Mijn woorden amper koud, trekt onze kookgast zijn jas weer aan. ‘We gaan naar www.thuisbezorgd.nl en Marcel, jij dekt de tafel!’