zondag 3 januari 2016

007



Wat is dat toch met mij en mijn dromen? Ze zijn te zot voor woorden, laat staan voor een blog of ze zijn zo beangstigend dat ik nooit meer wil slapen. Daar tussenin zit niets. Nooit eens een schattig zoete droom.

Wat betreft de beangstigende dromen kan ik melden dat er nooit een redder in voorkomt. Niemand die me beschermt voor de bad-guy. Waarom ik sowieso achtervolgd wordt door een slechterik snap ik al net zo niet.
    Toch word ik eens in de zoveel tijd achterna gezeten. Gelukkig nooit zo erg als in de meest antigeruststellende film ever: FATAL ATTRACTION. Die heeft mij zo van mijn stuk gebracht, dat ik er nog topsy-turvy van ben. Die film ga ik never nooit meer zien en alle films die in de buurt komen zijn even kansloos.

Blijft de vraag waarom ik in mijn achtervolgingsdromen nooit gered word door Prince Charming, Zorro, 007 of Marcel. Ik zou het super gaaf vinden als één van deze helden nou eens de bocht om komt sjezen (op zijn paard, met zijn zwaard, in een vliegtuig zonder vleugels of in zijn rode VW-Caddy). Werkelijk geen van hen redt me van de enge creep in mijn slaap.
    Ik mag mezelf helemaal in mijn enige uppie helpen. Alsof ik als madam solutio mijn achtervolgers te grazen weet te nemen. Blijkbaar geloof ik als dromer dat ik beschik over bovennatuurlijk  zelfoplossende krachten.

Van 007 verwacht ik trouwens het minst. Daniel Craig, de huidige Bond, komt mij heus niet redden. Hij heeft natuurlijk allang gehoord dat zijn kop me niet aanstaat. Kijk nou eens in zijn ogen. Ze zijn koud, koel en kil. Er zit geen greintje romantiek in die blik. Ik vind hem echt totaal onaantrekkelijk. Hij hoeft me niet eens te komen redden zeg, ieuw. Weg hij!
    Kijk Pierce Brosnan. Now we're speaking. Als hij simpelweg even langskomt, droom ik nog even verder. Ik weet gewoon dat het bij hem goed komt! Zwijmel.

Waar ik uiteraard ook bij wegzwijmel zijn de ogen van mijn eigen manneke. Als ik diep in zijn ogen kijk, zie ik mij. Ik weet dat hij mij zou redden van de schurk als hij maar in mijn dromen voor kwam. Ik moet het bij hem echter hebben van real life! Niks dromen, maar wide awake zijn en dan door hem gered worden.

Het was nieuwjaarsdag. We waren heerlijk aan de wandel en genoten van frisse lucht en elkaar. Het bosrand was in zicht. Het voelde goed om het grootste gedeelte achter ons te laten en het donkere onheilspellende bos waren we bijna uit.
    Gelukkig waren we geen enge mannen, beren of wolven tegen gekomen.

Zagen we toch ineens een groot beest het pad op komen rennen. Hij kwam in volle vaart op ons af. Ik zag hoe de spetters vanuit een diepe modderpoel in de rondte vlogen toen hij daar met grootse sprongen doorheen rende. De ogen van het monster hielden mijn blik vast. Natuurlijk hij had het op mij gemunt.
    Waar mijn arm net losjes in die van Marcel hing, verstevigde ik mijn greep en zette het op een schreeuwen:
    ‘Help! Nee, ga weg. Nee!!!’ Ik liet Marcel los en dook achter hem weg. Ik wist: hij zou me redden.

En daar stond hij, mijn prins in de bruine jas. Hij maakte geen geluid en bleef kalm. Terwijl ik dieper achter hem wegdook.
    Ik zag voor me hoe hij vooral met zijn blik zou laten zien wie hier de baas was. Hij stond er als Bond, mijn Marcel Bond. Hij maakte zich breed, ging rechtop staan en gaf geen kick. Ik ademde al niet eens meer. Het gedrocht moest nu heel dicht bij hem zijn.

Ineens was het stil. Geen grom, geen bries, geen stap klonk… Volledige windstilte.
    Marcel ontspande zich, draaide zich om en keek me voldaan aan.
    ‘Het hondje is al weg, het is goed. Kom maar, we gaan naar huis!’
 

* Met dank aan Celine voor de tekening van Pierce Brosnan (2014)