zaterdag 16 januari 2016

Crimineel



Je zou maar aangehouden worden door de politie.
    Niet dat het mij overkomen is hoor. Ik rij zo braaf, dat ik er zelf bang van word. Er is geen reden om moi aan te aanhouden, maar stel… Dan heb ik een aanzienlijk groot probleem.

Dat probleem is niet dat ik op de bon word geknetterd en een X bedrag moet ophoesten. Bij een overtreding is het alleen maar terecht en zal ik net zo zoetjes als ik rij de bon betalen.
    De mogelijkheid dat ik een extra bon krijg voor het uitschelden van de agent is ondenkbaar. Ik poep nog eerder rood wit en blauw, dan dat ik ook maar één lelijk woord uit mijn mond wurm en adresseer aan meneer Diender.
    Angst bij een op handen komende blaastest ken ik niet. Alcohol en ik zijn complete vreemden, waar Bobet en ik beste maatjes zijn. Jij drinkt, ik rij!
    Pas bij het vragen naar mijn papieren, heb ik een probleem. Niet dat ik ze vergeten ben. Zeker niet, ik tover ze zo uit mijn tas. Maar één papiertje is aan verlenging toe en nog snel ook.

Daarmee komen mijn probleem en angst om de hoek! Mijn rijbewijs moet worden verlengd. Blijkbaar heb ik ‘m twintig jaar geleden verdient als overwinning op de weg! Wat was ik trots! Ik ben bij het eerste examen direct geslaagd en overtrof daarmee mijn manneke. Nooit gedacht! Het voelde zó goed.
    Bij het verlaten van het CBR gebouw straalde is als een ledlampje en ging fonkelend bij de fotograaf naar binnen. Hij maakte een foto waar mijn blijdschap van af spatte. Eén van mijn mooist stralende foto’s ooit.  En die kwam op mijn rijbevoegdheidsverklaring.

Gisteren was ik weer bij de fotograaf. Al voordat ik de drempel passeerde was mijn twinkeling verdwenen, want ik herinnerde me Marcels nieuwe foto voor zijn paspoort. Ineens bleek ik getrouwd met een crimineel. Werkelijk, ik zag mijn husband op zijn slechts. Zodoende kroop ik weifelend over de drempel van de fotograaf.
    ‘Meneer, ik heb een nieuwe rijbewijsfoto nodig.’
    ‘Loopt u maar even mee.’
    ‘Dat wordt vast een crimineel plaatje of niet?’
    ‘Hoe bedoelt u mevrouw?’
    ‘Nou, toen mijn man thuiskwam met zijn foto’s was hij verstoken van zijn glimlach, zijn bril moest af en hij moest recht vooruit kijken. Toen ik het zag, vroeg ik verschrikt wie die man op de foto was?’
    ‘Tja, mevrouw, ook u mag niet lachen, uw bril moet af en meer nog: uw haar moet achter uw oren.’
    ‘Ook dat nog, daar heb ik mijn man niet over gehoord hoor, over zijn haar achter zijn oren.’

Als ik de gezelligheidsfactor van de foto voor rijbewijs en/of paspoort mocht bepalen, weet ik zeker dat een paspoortcontrole bij de douane veel leuker zou zijn voor de douaniers. Nu was mijn feestvreugde om deze foto gezakt tot het vriespunt. Met extra zekerheid: het zal geen plek vinden achter het doorkijkschermpje in Marcels portefeuille, zoals de zijne ook niet in mijn portemonnee te vinden is.

Nu vooral hopen dat ik de komende tien jaar niet aangehouden wordt. Meneer agent zal vragen om mijn rijbewijs en direct denken dat ik het gestolen heb, want ik, de vriendelijk glimlachende vrouw lijk in niets op de crimineel op het pasje. Ter plekke zal ik uit moeten stappen en mijn haar achter de oren steken, mijn bril afzetten en neutraal kijken.

Dat laatste is dus het probleem. Ik en neutraal kijken, terwijl ik allervriendelijkst en charmant probeer onder de gevreesde bekeuring uit te komen? Steeds als ik probeer mijn mondhoeken horizontaal te krijgen klinkt er een grinnik uit mijn mond en moet ik bijna lachen. Ik probeer serieus een paar keer om te lijken op de vrouw op de foto, maar het lukt gewoon niet.

Achterdochtig als wat, slingert de politieagent mij een uurtje later op een foto…