zondag 30 september 2012

Pompoensoep


Wees een gewaarschuwd mens… Deze blog zal verlopen zoals in mijn hoofd – van de hak op de tak. Er zit even geen lijn in mijn koppie, zo ook niet in mijn bloggie.

Zo verzuchtte ik vrijdag: “Blogtijd komt er aan en ik ben inspiratieloos. Mijn hoofd staat er niet naar.” Het was one-of-those-weeks. Niet gewoon dus.

Ik zou van me af kunnen schrijven over het telefoontje dat ons maandag- op dinsdagnacht uit ons bed deed opschrikken? Aan de andere kant van de lijn mijn vriendin die zich verontschuldigde dat ze me wakker belde. Met een schok waren we wakker bij het horen dat haar vader een ernstig bedrijfsongeluk had gehad en elk moment zou overlijden. Daarover schrijven is ondenkbaar, terwijl het wel de hele week met me mee ging.

Ineens denk ik aan het kinderverhaal in de kerk. Het ging over knuffelberen en de predikant maakte een switch naar ons mensen als zijn wij allemaal Gods knuffelberen. Hij wil ons vertroetelen, knuffelen en hoe hard hebben sommige mensen dat nu niet nodig? Geloof me, na de kerkdienst werd er oogverblindend veel geknuffeld, want niet alleen mijn vriendin, maar ook haar moeder, broer en zus waren in de kerk. Met hun verdriet om het grote verlies van man en vader, waren zij daar en wisten zich omringd door allemaal knuffelberen. Ik ben blij bij zo’n kerk te horen.

Nu weet ik zeker dat er een blog moet komen. Dit is met zekerheid wat bovengenoemde vriendin me zeker zou vragen te doen? Haar vader is overleden, verdriet is aanwezig. Ik heb via telefoon, in berichten en life mogen steunen… maar het leven gaat ook door?! Daarom, omdat zij doorgaat met het leven, zal ik doorschrijven. Met een bezwaard hart; die lieve meid in gedachten en uit respect hoe zij hier mee omgaat, ga ik een blog á la Irene produceren. De clown uithangen terwijl mijn hart zich stiekem anders voelt?

Zo fietste ik met Celine mee naar paardrijden. Ze is écht te oud om door mama gebracht te worden, maar vind het zo gezellig. Net als onze groep 8ter, Benjamin. Hij wil nog elke dag naar school gebracht worden. Voor de gezelligheid. Ik doe het in de wetensschap dat het niet lang meer duurt en ik wel degelijk aan de kant wordt gezet: “Je denkt toch niet dat ik met jou gezien wil worden?”

Dat kan er ook wel bij. Ben ik dan niet meer om aan te zien? Was dat het mama-zijn? Ben ik niet meer nodig? Heeft iemand hier een zakdoekje?
Oh wacht, ik verlies mezelf in iets wat nog moet komen. Ik ben op de fiets onderweg naar paardrijden, dit is NU. Gezellig hè?

Dan ineens fietsen we langs dat ‘ding’, gebouw, bouwwerk. Een rond gebouw, dat een blikvanger is door zijn lelijkheid. Het heeft inmiddels een aluminium glimmend omhulsel. Een poosje leek het een soort van grote ton, waardoor ik dacht aan een regenwater-opvangreservoir. Zo zou er voldoende water zijn voor de planten in de naastgelegen kassen.
Tot er een dak op kwam. Alsof daar nog regenwater in kan komen.

Ik prakkiseer me weer suf wat het is.  Het staat daar in het landschap: groots en verfoeilijk. Ik kan niet uitstaan dat ik niet weet wat het is en bedenk verschillende opties. Dat is eigenlijk best leuk. De gekste ideeën komen in me op: een vuilverbrander, dropvermaler, wol-verpulverraar (vanwege de schapen die blaten in het naastgelegen veldje). Een opslagplaats voor dat wat in de kassen wordt verbouwd.  of en dat vond ik ook erg aannemelijk een kersen pers.


Er vlakbij ligt een kersenboomgaard. Als die geplukt zijn, wordt uiteraard een deel van de kersen verkocht aan de weg. Dan staat er een bord langs de weg waarop staat: “Hier kersen eten aardbeien.”Ooit kersen aardbeien zien eten? Dat is vast iets Hollands, kijk maar, de vlag hangt er bij! Ik ga volgend jaar toch maar eens naar die kersen kijken.

Al bijna het doel van dat afzichtelijke geval vergetend, is het me ineens klip en klaar duidelijk. Ik viel bijna van mijn fiets van blijdschap, Celine zag het ook. Er komt namelijk stoom uit de aangesloten schoorsteen: het is natuurlijk een pompoensoepkoker!

Dat ik dat niet eerder doorhad! Kijk: