woensdag 6 oktober 2021

Amsterdamse Waterleidingduinen - Het tientje van Waternet

Terugblik op 15 mei 2021
Zoals iedere week stelde mijn man ook gisteren de vraag: ‘Waar zullen we wandelen?’
    ‘In de Amsterdamse Waterleidingduinen.’
    ‘Bij Amsterdam dus?’
    ‘No way,’ opperde ik na wat speurwerk op wegwijzer Google Maps. ‘Bij Zandvoort.’
    ‘Daar zijn we al geweest.’
    ‘No way, deze duinen liggen onder Zandvoort. De Kennemerduinen, die jij bedoelt, liggen boven Zandvoort.’ Daarmee was een zandkorreltje gelegd en zocht meneer een wandelroute en startpunt. Ik zocht mijn weg naar de badkamer, mijn kledingkast en de Appie voor de vulling van onze picknicktas.

Vlonder pad
Manlief koos deze route: https://awd.waternet.nl/beleef/wandelroutes/detail/61, las dat de parkeerplaats vol was en kreeg de tip om met de fiets te komen. Met de fiets vanuit het midden van het land? Dacht het niet. We stalden de fietsen achterin de auto met eindbestemming: Buitenplaats Plantage B.V. in Vogelenzang. Dat lag 2,2 kilometer van ons startpunt. Eenmaal ter plaatse propten we onze jassen in de rugzakken. Het was verbazend mooi weer.
    Nog maar net op weg, verwelkomde een vlonderpad ons. Dat vind ik de leukste paden. Zeker deze, want het eindigde bij een prachtig standbeeld, een bezoekerscentrum en een prachtig meer with a view. Onze wandeling liep nu al vertraging op door het aantal plaatjes dat hier te schieten was. Geen idee wat voor watersysteem aan onze voeten lag - het intrigeerde - vooral om de prachtige weerkaatsing in het water. Wat een heerlijke start van deze tien kilometer tellende wandeling.


Bunker

Onze route vervolgend kwamen we bij een brug. We staken die we over. De kleuren groen, blauw, bruin en wit en die in allerlei tinten maakten me stil en kijk die weerkaatsing. Even verderop ontdekten we een soort van bunker met aan de overkant een andere.
    ‘Kijk een schietgat,’ zei manlief en sprong er in (eigenlijk liet hij zich er beheerst in zakken, maar springen klinkt speelser). Hij stak zijn arm omhoog als hield hij een geweer vast en schoot naar de bunker aan de overkant. Op de foto wilde hij die gekte niet showen. De bunker aan de overkant ligt behoorlijk verscholen, zie je 'm?
    Met een laatste blik op het meer liepen we door met dit voordeel: het aantal wandelaars nam af. Dat is het voordeel van routes langer dan vijf kilometer. We lieten de drukte rondom het startpunt achter ons en voelden ons al snel omringd door rust.



Duingrond
Onze weg liep al snel over een stuk duin waar de moed ons van in de schoenen zonk. Nu al ploeterden we in het losse droge duinzand en begrepen ineens het woord 'pittig' in de beschrijving van deze wandeling. Later bleken ook hoogteverschillen mee te spelen, verklap ik maar vast. Niet eerder liepen wij op zulke hoge duinen omhoog en omlaag. Fantastisch en inspannend dus.
    Even verderop betraden we een ander landschap. De lage gele begroeiing leek een eigen biotoopje op zich. Overal lagen omgevallen bomen en takken, soms waren de bomen niet omgevallen, maar omgebogen. Aan sommigen groeide zelfs nog blad. Best apart. Gedurende een hele tijd liepen we langs het water aan onze linkerhand en zagen steeds weerkaatsingen van bomen en wolken in het water.
    Tot aan het eind een bankje stond (er stonden overigens voldoende bankjes op de route). Ik nam plaats en wist mijn man ergens op onderzoek achter me. Of niet, want achterom kijkend leek hij van de aardbodem verdween. Voerden aliens hem af of zakte hij weg in de grond? Het was dat hij ineens van achter een bosje bomen lag te zwaaien, anders dacht ik echt dat hij me verlaten had.
    ‘Oh daar ben je.’ Ik zag zijn hoofd ergens boven uit komen en zijn arm zwaaien, voor de rest was hij weg, verscholen achter een of ander droogstaand bouwsel. Hem naderend voelde ik waarom hij precies hier lag. Het mos onder de schoenen voelde zo zacht; ik liep prompt in de wolken. Even droomde ik weg om vervolgens naast hem plaats te nemen.
    ‘Deze wandeling schiet al lekker op hè,’ merkte ik op om vlak nadat ik zat weer op te staan. Ik zag veel te veel leuke kiekjes om te stil te zitten.

 

Olijfberg

Niet veel later stond ook meneer op. We telden nog acht kilometer en zette de volgende stappen op die weg. We keken neer op het plekje waar we even eerder lagen. Just a piece of paradise. Echt, Nederland toonde ons het afgelopen jaar hoe mooi ze is. We wonen in een mooi land en zoveel niet beschreven.
    Hé, wat doet dat PTT paaltje hier? Ik pakte meteen een kaart uit mijn tas, maar vond de gleuf van de brievenbus niet. PTT is toch het vroegere Post.nl? Maar wat doet die naam hier?
    Ah, die info vinden we op bovengenoemde site. Handig.
    Vol vragen wandelden we door en betraden gebied dat voor ons leek op Getsemane of de Olijfberg in Jeruzalem. Nooit geweest, maar ik stel het me zo voor. Het landschap oogde ruig, dode bomen lagen op de grond en van de bomen die nog rechterop stonden weet ik niet voor hoe lang. Andere bomen groeiden alle kant op. Intrigerend.
    ‘Irene, kijk een damhert!’, wees Marcel. Het bleken er meerdere. Ze stonden te ver voor een kiekje, daarom zetten we het vast in onze herinnering door een poosje te blijven kijken.



Uitkijkpunt
Niet veel later liepen we rondom een hoge duin.
    ‘We komen daar toch wel bovenop?’, vroeg ik wijzend naar de top.
    ‘Zullen we er anders op klimmen? Ik las dat we in deze duinen off-road mogen wandelen.’
    ‘Echt? Dat zeg je nu pas? Ik verlaat zo graag de gebaande paden.’ Toch liepen we netjes op het pad verder, want we geloofden er in dat het pad niet voor niets zo leidde. Wie weet wat we misten als we nu de duin op klommen?
    Dan mistten we twee plekken die verraden dat in deze duin bunkers verstopt lagen. Even onderzochten we de meegaandheid van de deur. Het gaf mee als een loden muur. Daarom vervolgden we de route en tada, bereikten de top van de hoge duin met een uitzicht van bijna 360 graden rond. In de verte zagen we Zandvoort en een stukje zee.
    Het was een perfect plekje om de grond te raken met onze bipsen, een appel te knagen en wat water te drinken.


Moment stilte
Weer verder lopend veranderde het zanderige duingebied in bosrijker gebied en weidsere ruimte met even zo plotseling andere begroeiing, als een grenslijn. Opnieuw zagen we damherten. Deze keer dichterbij. Bijna onverstoorbaar bleven ze van de grond eten. Tot we met een harde kraak onder de schoen die ene stap te dichtbij zetten en de herten opgeschrokken weg dansten.
    Even verderop viel een rechtopstaande steen ons op. Ik hoopte niet voor die afslag naar links te moeten, al zou ik dan toch doorlopen, nieuwsgierig als ik ben, en dan terug naar de route. Het bleek een oorlogsmonument, dus viel ik even respectvol stil.
    Waarna we gebied in wandelden waarbij ieder moment Simba van achter op ons af kon komen met Nala in zijn schaduw. Ja, de jonge leeuwen uit The Lion King. Kijk nou zelf, dit kon hun decor zijn?

 
Rivier
Verderop naderden we een oversteekplek, waar we overheen liepen en vervolgens een heel eind langs een prachtige rivier door de duinen wandelden. Vooral hier viel de stilte ons op of in ieder geval het uitblijven van de eeuwige ruis van (snel)wegen. Hier heerste stilte.
    Alhoewel? We hoorden allerlei vogels en eenden, meerkoeten, futen en zwanen zwommen in het water voorbij. Aan de overkant zagen we opnieuw damherten. Wat een heerlijkheid en rust ook voor de dieren die vrij hun (water)gang gingen.




Dichten
Trouwens ook erg leuk, waren de paaltjes als bewegwijzering. Op deze paaltjes stond op elke zijde een spreuk als: de tijd haalt je in; frisse wind; er hangt iets in de lucht; wat voel je nu? Ik moet dan de neiging beheersen er niet bij te gaan zitten en een Elfje, Pantoum of Haiku te schrijven.
    We wandelden door over struinpaadjes, die we vaker op deze route bewandelden. Hier waren ze langer en kronkelden langs het water. Daarbij volgden we weer een andere stroom en liepen langs een hek dat geen hek was. Ik bedoel maar, de palen stonden er, het prikkeldraad mistte. Zo gebeurde het dat ik aan de ene kant van het hek en manlief aan de andere kant van het hek liepen. Wie liep nou op heilige grond? Tot we een overstap plek zagen en we het hek over moesten.
    Verderop troffen we een zwaan die wij aankleefden. Hoewel we ons af vroegen wie nou wie het meest in de gaten hield. Toch zag ik nooit eerder kans om de kop van een zwaan in het water te zien, terwijl hij eet van de bodem.


  

Eindpunt

Om na een paar punten verder het laatste gedeelte van onze route te bewandelen. Daarbij lieten we de mulle duingrond en alle hoogteverschillen achter ons en bewandelden vlakke grond. Best lekker eigenlijk, hoewel we dit het minst leuke gedeelte van de wandeling vonden. Ik besefte dat we vooral eerder zo verwend waren, dat dit minder mooi leek. Belachelijk, want het was mooi en vlak. We liepen lekker uit.
    Om af te sluiten bij het meer waar we begonnen, maar dan van de andere kant.


We dropten onze rugzakken in de fietstassen, stapten op en fietsten lekker terug naar de auto: moe van de 10 kilometer achter ons, maar het fietsen was verfrissend, zeker met het idee van pizza á la car op het menu. Tja, als de terrassen dicht zijn, moet je toch ergens eten?

Tot de volgende wandelverrassing
en niet verdwalen,
Irene