zondag 23 mei 2021

Neologisme: Wiegel

    ‘Momma, wat ben jij een wiegel,’ hoorde ik Celine zeggen.
    ‘Wat is wiegel?’
    ‘Wiegel? Waar heb jij het over?’
    ‘Jij zei wiegel.’
    ‘Nee, ik zei liegerd.’
    ‘Oei, dan ben ik liever een wiegel,’ merkte ik op.
    ‘Wat is dat dan?’
    ‘Boeit niet, het klinkt beter dan liegerd.’
    ‘Het klinkt zeker lekker.’
    ‘Precies! Maar wat is het?’
    ‘Sowieso een neologisme.’
    ‘Wat voor geloof of organisme!?’
    ‘Momma, het is geen geloof. Het is net als het woord "selfie" ooit nieuw was, een neologisme.’

Malapropisme
Natuurlijk weet die meid wat neologisme is. Zoals ze alles weet van pleonasmen, tautologieën, contaminaties, incongruenties en zo. Bij nader onderzoek zie ik malapropisme tussen de stijlfiguren staan. Nooit van gehoord, but it’s my favorite! Bij de malapropisme verhaspel je spreekwoorden. Doe ik nooit! Ik klets vooral heel erg uit mijn toetsenbord en ben een kei in het onbedoeld gebruiken van stijlfouten.
    Blijft feit dat madam met die top-hersenen mij mocht vertellen wat een wiegel nou eigenlijk is.
    ‘Nou,’ zei ze: ‘Het is een staat van lacherigheid, luidruchtigheid en gezelligheid met iemand anders. Vanuit een positieve vibe maken zij, huis, tuin en stad onveilig wat vooral de onderlinge band versterkt. Evengoed ontstaat in alle gein een serieus gesprek, waarin men moeiteloos terug switcht naar waar de fun begon.’
    ‘Wauw, dat gaat meligheid voorbij.’
    ‘Absoluut, want je voelt je zo goed bij iemand dat je schaamteloos dingen doet. Like: let your guard down. Momma, jij en ik zijn de besten daarin.’
    ‘Tuurlijk, want wiegel is onze way of life.’

Regenmuts
Ik word helemaal enthousiast en heb alleen maar meer zin in wiegel. Nog amper uitgepraat kruiste een taxi onze weg, de chauffeur parkeerde de auto langs de weg en claxonneerde. Celine wiegde letterlijk op van schrik, beide benen van de grond en bumpde tegen mij op. Ik kwam niet meer bij:
    ‘Liet jij even je guard down zeg! Dat was schaamteloos springen.’ Ze reageerde met hard gelach en trok haar regenmuts over haar hoofd.
    ‘Zou jij dat niet ook even doen?’
    ‘Mijn muts op? Het regent niet eens. Ik ga niet onnodig voor gek lopen.’
    ‘Ik daag je uit, wiegel!!!’ Daar ging mijn muts, zonder regen liepen we door.

Pyjaangekleed
Een grotere uitdaging volgde een dag later, vrijdagochtend aan de ontbijttafel, waar ik vluchtig het weer checkte:
    ‘Oh, de zon schijnt nu nog ongeveer een uur, daarna steekt een sterker wordende wind op en weer later regen. Als ik wil genieten van mijn wandeling moet ik nu gaan.’
    ‘Dat is een probleempje, hè momma?’
    ‘Ja, ochtend en snel gaan bij mij niet samen. Als ik opsta,’ ik illustreer het meteen, ‘ruim ik eerst de tafel af, haal de vaatwasser leeg, check de huiskamer op ongewenste rommel, pak vieze thee- keuken- en vaatdoek, neem die mee naar boven om daar de wasmand leeg te gooien en de wasmachine aan te zetten. Zie je? Ondertussen ben ik met heel andere dingen bezig en vergeet de wandeling, want een andere wind waait in huis. Die waarin ik zelfs nog aan moet kleden.’ Ik zucht hard.
    ‘Momma, laat alles maar staan, ik ruim wel op. Ga lekker wandelen in pyjama.’ Ik keek haar aan alsof ze haar onesie ondersteboven aan had.
    ‘Hallo, ik werk voor de krant, alsof iemand mij dan nog serieus neemt.’
    ‘Wat heeft de krant hiermee te maken?’
    ‘Stel dat ik een geïnterviewde dorsgenoot tegenkom, dan denkt die direct: wacht even, is Irene een zwerver? Hoe kan ik haar ooit nog serieus nemen?’
    ‘Dat ze jou sowieso serieus nemen is al bijzonder momma. Maar oké. Of ze jou nou herkennen of niet, ik vind het verraad.’
    ‘Hoezo verraad?’
    ‘Jij! Jij vergat eens iets te kopen en stuurde mij er op af, in mijn pyjama kon wel, zei jij.’
    ‘Toen was het donker. Bovendien ben ik een volwassen vrouw.’ Keek madam me toch kwaad aan! D’r onesie zat van schrik weer goed. ‘Oh sorry, jij bent natuurlijk ook een gewassen vrouw.’
    ‘Ja volwassen en zeker gewassen. Ik dwing jou voor straf in pyjama te gaan wandelen.’ Ik werd nog net niet door haar buiten gezet.
    ‘Ik kan toch niet zó naar buiten?’, zei ik en zette mijn handen met paniek in de ogen in mijn haar. ‘Dit is mijn coup-out-of-bed, die mag niet buiten loslopen.
    ‘Doe lekker een staart in en een beetje water in je pony. Hup mam, ga gewoon, dan pak je nog net wat zon mee.’ Ze had een punt, die zon! Ik waste me snel, deed mascara op, een bh aan, een staart in en fatsoeneerde mijn pony.
    ‘Mam, je ziet er helemaal niet out-of-bed uit. Stout, waar is je wiegel?’, zei ze toen ze me zag.
    ‘Meid, zonder jou ben ik sowieso niet wiegel, wat maakt het uit?’
    ‘Troost je, al je wiegel heb ik al op Instagram gewiegd.’