zondag 2 mei 2021

Houten een deceptie?

Twee weken gelden - een belangrijk detail.
Het hield niet op, foto’s van Houtense fietspaden vol bloesembomen kleurden social media. Rara, wat zei ik op de vraag:
    ‘Waar zullen we gaan wandelen?’
    ‘Op de wallen.’
    ‘De Amsterdamse wallen? Leuk!’
    ‘Nee, schatje, de Houtense Vijfwal. Ik wil alle bloesem met eigen ogen zien.’ Terwijl ik dat zei, viel me op dat de bloesem aan mijn kersenboompje bruin kleurde en er slapjes bij hing. Ik hoopte op een ander beeld op de fietspaden. Een poosje later parkeerde Marcel de auto aan Het Spoor ter hoogte van de Hagepreekland. Daar start één van de vijf wallen.

Deceptie
Voordat we de wandeling startten, liep ik de wal voorbij om de rij bomen aan weerszijden van het fietspad te bewonderen.
    ‘We zijn te laat!’ De bloesem was zijn uitbundig felle roze kwijt.
    ‘Wat een deceptie,’ hoorde ik manlief schuin achter me zeggen. We wandelden gedesillusioneerd de wal op. Wel of geen bloesem, wandelen was ons plan, al was het jankend en dat door hooikoorts. Altijd een goede smoes, net als Fisherman's Friend.
    We liepen door over het schelpenpad van deze eerste wal tot aan de boerderij die de wal doorboorde en ons het Smalspoor op dwong. Die boerderij stond er eerder dan de wal, besefte ik ineens. Ooit kende ik dit als weiland, nu is het bebouwde kom. Voorbij de boerderij liepen we de wal weer op.

Rietplas
Tot aan de Rietplas. Het was er gezellig met kinderen die een bal overgooiden en elkaar toe schreeuwden. Hardlopers haastten zich de brug over of langs de plas en fietsers kruisten elkaar op het kruispunt achter ons. Overal waar we keken was activiteit, zelf op het water waar vogels het water beroerden.
    Over een paar maanden liggen we hier in zwemkleding gestoken op het strand. Ik verheug me.
    We liepen een stukje door naar de meest gefotografeerde straat van Houten, alleen stond nu de zon  verkeerd. Wie verplaatste 'm?
    We vervolgden de route langs de huizen over het fietspad, op naar wal twee.


Hekwerk
Deze wal ligt aan het Westrumspad en werd omringd door hekken.
    ‘Zei ik al iets over deceptie?’, hoorde ik naast me.
    ‘Die hekken stonden er vorig jaar al. Toen was de wal niet klaar, nu lijkt ie af, wat doen die hekken dan nog hier?’ Ik rammelde er gefrustreerd aan. Je moet toch wat? We zagen om het hoekje een omgevallen hek. Even dacht ik: zal ik via daar toch de wal op klauteren? Ik voelde Marcel aan mijn jas trekken.
    We liepen verder over het pad naast de wal tot een roestig kunstwerk van een haan op de rug van een pony mijn blik ving. Dichterbij gekomen zag ik dat het twee pony’s voorstelde uit Cortenstaal. Op een informatiepaneel ernaast lazen we meer, zoals de naam Marijn. Leuk, ik interviewde haar een paar weken gelden.


Uitkijkpunt
Doorgelopen bevonden we ons op de derde wal, met een verhoogd plateau. Het voelde als een uitkijkpunt over de wijk achter ons en het Amsterdam-Rijnkanaal en de brug naar Schalkwijk voor ons.
    ‘Zou dit het hoogste punt van Houten zijn?’
    ‘Nee, dat is de flat in het centrum.’
    Noemde ik al twee keer Houten een deceptie? Dat nam ik daar terug: Houten is een mooi stukje stadsedorp. Het oogt zo groen. De andere kant op kijkend begreep ik niet waarom ik de tekst op het kunstwerk in het veld niet kon lezen.
    ‘Misschien ligt het aan de hoek vanwaar we kijken,’ merkte ik op en liepen verder de wal over. Steeds opkijkend of het te lezen was. Ineens stond het er: Hier wordt gewerkt aan geschiedenis, intussen vervliegt de tijd onherroepelijk.
    Wat ons onherroepelijk opviel was het uitkijkpunt bovenop het kunstwerk. Manlief zag een bord aan het hek bij het kunstwerk.
    ‘Zullen we er even naartoe lopen?’
    ‘Wat denk jij? Kom!’ Ik greep manlief bij zijn das, duwde hem de tunnel in om bij het bord uit te komen. Ons werd duidelijk dat vanaf de weg en in het voorbijrijden het beeld van dat kunstwerk verandert van die tekst in een afbeelding van een villa. Wij zagen het lopend niet, dan maar eens langsrijden. 



Schroef
Het bord gaf aan dat we via een wandelhek en door het veld bij het uitkijkpunt konden komen. Er stonden gedragsregels bij, waarbij wij beloofden braaf te zijn. We liepen op het hekje af, waarop meneer het open... Herstel, niet open duwde. Het wilde niet open, een ezel was er niets bij. Hij onderzocht de reden van geslotenheid en zei al snel:
    ‘Er zit een schroef doorheen.’
    ‘Dat maakt dit deceptie nummer drie.’
    ‘We kunnen over het hek klimmen, zelfs jou lukt dat wel,’ zei meneer. Waarna ik hem bij zijn arm greep.
    ‘Ik dacht het niet. Kom!’ We slenterden met moeite weg van het leuke plan. Op naar wal vier. Waar me opviel dat mensen niet over de wal, maar langs het fietspad bleven wandelen.
    ‘Op de wal lopen is toch leuker?’, zei ik. Waarop we hardop bedachten dat men niet wil klimmen en klauteren en via het fietspad loopt de weg recht toe recht aan. Dat is korter dan over de wal. 'Dus mensen willen wandelen, maar niet verder dan de kortste route. Ik zal het nooit begrijpen.' Net als het feit dat mensen met de auto naar de brievenbus rijden of de auto zo dicht bij de winkel parkeren, dat ik mezelf bijna afvraag: waarom rij je niet meteen naar binnen.
    Kom beweeg*! Ze de auto zo ver mogelijk weg.


Modeshow
We bewogen ondertussen verder op de vierde wal en ontdekten een plek waar we niets van snapten. Een informatiepaneel, bord, aanwijzing en zelfs informatie mistte op alle fronten. We tastten in het zonlicht tot Marcel van achter het kunstwerk op me af liep. Zie je het?
    ‘Het is een catwalk!’


Schonauwen
En door! Waar Kasteel Schonauwen lag. Ik schaamde me een paar weken geleden al voor het feit dat wij in 22 jaar deze plek nooit opzochten tot we hier toevallig voorbij reden op de fiets. Die toren is zo tof, bewonderenswaardig. Kijk die luiken!
    We besloten de wal te verlaten en er een rondje omheen te wandelen. Steeds kijkend naar die toren met de wens: daar wil ik eens binnenkijken.
    ‘Hoe kan ik vriendjes worden met hullie?’
    ‘Joh, Irene vraag gewoon onze burgervader of hij meer weet van dit gebouw.’ Hup, daar ging een foto op Instagram en een tag. Ik vermoed dat een blog volgt, nu liepen we door om eenmaal rond het kasteel - of wat er van over is - de wal weer op te wandelen.
 




Duin
Al gauw betraden we de vijfde wal waar bij mijn weten de enige duin van Houten ligt.
    ‘En wat ligt er altijd achter de duinen?’, vroeg ik mijn lief.
    ‘De zee,’ zei manlief.
    ‘Nee,’ antwoord ik. ‘Het laatste gedeelte van deze wal. Poep, waarom vergat ik nou mijn emmer en schepje?’ Lang baalde ik niet, want manlief riep:
    ‘Beer of tijger?’
    ‘Beer!’ Liever koos ik vlinder, die noemde hij echter niet. Waar dit over ging, wist ik ook niet, tot ik bij hem stond en een plaatje van een leeuw en een plaatje van een beer zag hangen.
    ‘Hallo, dat is niet zomaar een beer. Dat is een pandabeer.’ Ik sprak tegen de struik, want meneer liep alweer verder.


  

Vijfwalbrug 
    'Heb je haast of zo?'
    ‘Nee, ik voel mijn benen.’
    ‘Ik ook, troost je, daar is rust aan het eind van de wandeling,' wees ik vooruit. 'Die brug is onze laatste hobbel, daar achter ligt onze auto.’ We klauterden de trappen van de burg op en schrokken ons een stroomstoot.

    Nou Houten, bedankt: sindsdien raakt Marcel mij niet meer aan.
    


* Niet verteld, maar over de hele Vijfwal sieren verschillende fitnessapparaten de buitenruimte? Het is een weetje waar ik verder niet van zweet. Ik ben van de wandel, niet de fitness. En ondanks alles, vond ik deze wandeling leuk. Anders, maar leuk, want welke woonplaats kan nou zeggen:
    'Wij hebben de Vijfwal?'