zaterdag 27 juni 2020

Bloem zoekt bij

   ‘Marcel wil je kersen?’, vroeg ik vanuit de keuken.
   ‘Ja, lekker.’
Even later liep ik de serre in met twee bakjes kersen en plofte op mijn bankje. Jaja, we hebben ieder een eigen love-seat in de serre, met dit verschil: de benen van mister-veel-te-lang-voor-mij liggen altijd op mijn bankje. Als ik van mijn zijde hetzelfde wil doen, bungelen ze ergens tussen mijn en zijn bankje in. Daarom zat ik al snel met opgetrokken benen op mijn eigen bankje met een kers in mijn mond.

Kersentijd
   ‘Wat zijn de kersen van de Appie toch lekker hè?’
   ‘Inderdaad, ik denk dat het mijn favoriete fruit is,’ antwoordde manlief vlak voordat hij een pit uitspuugde. ‘En het is nog niet eens kersentijd.’
   ‘Wat? Marcel! Waar rijdt jij nou iedere dag langs?’
   ‘Hoe bedoel je?’
   ‘Jij rijdt dagelijks Houten uit en weer in. Daarbij rijdt je langs een kersenboomgaard. Raad eens wat ze daar verkopen?’
   ‘Oh ja, nu je het zegt, aardbeien!’
   ‘Vergeet dit nooit: juni is kersentijd!’
   ‘Gesnopen! Hoe zit het eigenlijk met ons kersenboompje?’

Arrogantie
Ik sprong zelden zo snel van mijn plek en stond sneller dan Marcel de volgende kersenpit uitspuugde bij de kersenboom in onze voortuin. Ik telde welgeteld nul kersen. Beteuterd liep ik terug naar mijn plekje.
   ‘Ons boompje is niet bestoven, bestuift, bevrucht.’
   ‘Wat? Is er niet één bijtje langs geweest om de bloesem plat op de bek te zoenen?’
   ‘Blijkbaar niet één. Ze zijn zo ons boompje voorbijgevlogen.’
   ‘Heb jij wel gezien of ze sowieso langs vlogen?’
   ‘Jochie, zie ik eruit alsof ik ze ooit zie vliegen?’ Lachte ik hard. ‘We hoeven ze nu ook niet te zien vliegen. Ze hadden hier in het voorjaar moeten vliegen.’
   ‘En dat deden die arrogante zoemers dus niet, wat een verraad! Was ons boompje niet goed genoeg? Het zijn duidelijk de bijen van vroeger niet.’ Tjonge, nog even en mijn lief gooide ergens mee. Wat een medeleven voor een kersenloze boom.

Lentekriebels
Hiermee hadden we ineens een uitdaging: om volgend jaar kersen uit eigen boom te hebben, moeten we aan de slag.
   ‘Zullen we de boel dan maar zelf bestuiven? Aangezien wij het verhaal van de bloemetjes en de bijtjes kennen, moet dat lukken,’ klonk Marcel wijs.
   ‘Natuurlijk, wij zijn niet helemaal van de gekke,’ antwoorde ik om na een korte stilte te bekennen dat ik eigenlijk totaal niet weet hoe het werkt. ‘Marcel, ik denk toch dat we eens op moeten zoeken hoe dat zit met die bloemetjes en bijtjes. Ik heb zo’n idee dat we helemaal verkeerd zitten.’
   ‘Komt dat even goed uit, we kunnen ons achternichtje straks even vragen hoe het zit, zij heeft er vast meer over geleerd in de week van de lentekriebels. Die was nog niet zo lang geleden toch? Zij leert die dingen op school.’
   ‘Goeie, hé Marcel hadden jullie vroeger ook zo’n week op school. Ik herinner me er niets van.’
   ‘Och dat weet ik niet meer. Het zal me echter niets verbazen als jouw achternichtje van acht zegt: maar tante Irene dat is gewoon seks, weet jij dat niet eens?’
   ‘Zeg ik tegen haar, nee meid, weet ik niets van. Ik ben een boomer, weet je.’

Tinder
Marcel en ik besluiten dat we bijen moeten zien te lokken in plaats van te oefenen in zelfbestuiving of kruisbestuiving. Ik bedoel maar, is het voldoende om met een kwastje van het ene bloemetje over het andere te strijken of moeten het bloemen zijn van verschillende bomen?
   ‘Ik weet het!,’ roep ik uit. ‘Allesweter en liegbok Google weet raad. Wat wij niet weten, weet hij.’
   ‘Misschien kunnen we een advertentie plaatsen in de krant: bloem zoekt bij. Jij zit dicht bij de redactie, staat op gezellige voet met de redacteur, maak daar even misgebruik van.’
   ‘Misschien maken we beter een account aan op een datingsite à la Tinder. Bloesem zoekt bijenmatch,’ opperde ik ineens.
   ‘Daar hebben zij natuurlijk ZOOM voor. Ineens begrijp ik de naam. Wij denken dat het een perfecte site is voor online vergaderingen, maar het is stiekem een datingsite voor de bloemetjes en bijtjes.’
   ‘Snel! Maak een account aan voor ons boompje!’

Open huis
   ‘Kunnen we niet beter Open Huis houden?’, bedacht Marcel.
   ‘Dan heet het natuurlijk Open Bloem. Of Gluren bij de Buurbloemen.’
   ‘Of de Open Bloemen Route. Laat de bijen maar komen, snuffelen en ontdekken hoe heerlijk onze bloesem is.’
   ‘Weet je wat het beste zou zijn?’
   ‘Nou?’
   ‘Een eigen huisbij die voor de bloesem valt en blijft. Ja, een eigen bij.’
   ‘Stel dat het er meerdere zijn?’
   ‘Dat is alleen maar goed!’
   ‘Irene, heb jij door dat jij een bordeel aan het openen bent? Je bent gewoon een pooier, maar denk er om, sekswerkers mogen pas weer vanaf 1 juli aan het werk.’
   Eén keer raden wie zich verslikte in de laatste kersenpit!