Om nou te zeggen dat ik juich van
energie en zin? Nope. Zelfs blogzin lijkt on-opgeladen te zijn. Kun je nagaan…Het
beeld van stuiter-Irene is foetsie; wis het beeld van madam-energiek, want het
zit er niet in. Het lijkt er op dat de coronacrisis me opbreekt, net voordat versoepelingen
in de agenda staan.
Wat versoepelt er ook alweer en waar
heb ik iets aan?
De
kappers gaan open. De dames van Hizi Hair waren afgelopen vrijdagavond druk in
de weer, terwijl ik op het plein een ijsflirt weg smikkelde. Ik heb echter mijn
kamp niet voor hun deur opgezet, want mijn haar zit fantastisch. Dat is tegen
alle verwachtingen in. Manlief bewonderde het zelfs tijdens ons Rondje
Portengen, waarbij de wind zeven kilometer lang met mijn haar speelde. Coup-wild
was een feit. A walk in the wind, keeps
the hairdresser away.
Door mijn afwezigheid bezet iemand anders de
kappersstoel maar. Tof om ongezien een ander te helpen.
Trapte
je in die smoes? De
waarheid is dat ik de komende twee weken af wil wachten hoe die stink-corona
zich ontwikkelt. Nog eerlijker ben ik als ik zeg: ik ben een beetje bang en
kijk eerst af hoe het anderen vergaat. Ben ik daarin de enig verknipte?
Werkplek
Naast de kapper mag de bibliotheek open.
Heb ik juist vorige week een digitaal boek aangeschaft om mee te doen met EVA
leest. Een bezoek aan de bieb stel ik daarmee nog even uit. Dat scheelt net als
bij de kapper een persoontje die de bibliotheek onveilig maakt.
Of,
mag ik weer werken in de bieb? Na een interview wilde ik nog wel eens mijn laptoppie
openen en tussen de boekenkasten en in alle rust rammelen op mijn toetsenbord. Als
ik daar toch eens zou kunnen werken, dan heb ik weer een rustige werkplek. Ik
juich niet, want ik vermoed dat er zitten werken niet de bedoeling is. We
moeten tenslotte gewoon nog zoveel mogelijk thuis blijven en de bieb is niet
thuis.
Thuis
De plek die thuis heet, krijgt wel een
andere lading door corona. Het is mijn plek, maar niet meer de rustigste. Zowel
binnen als buiten niet. Niet alleen de eigen kinderen zijn thuis ook die van de
hele buurt. Er wordt wat uitgeleefd buiten! Waar het voorheen buiten rustiger
was, lijkt het nu vaak binnen beter. Waar vind ik echte rust?
‘Zullen
we onze koffers pakken en vertrekken nu het nog kan?’
‘Waarheen?’
‘Een
eiland met witte stranden, palmbomen, warmte en rust.’
‘Ben
jij gek?’ Ik keek hem aan alsof hij zonder mijn toestemming tickets kocht en ze
nu voor mijn neus wapperde.
‘Het
is toch een heerlijk idee?’
‘Het
is een vreselijk idee!’
‘Hoezo?’
‘In
crisis situaties is thuis de place to be.
Home-sweet-home is niet zomaar bedacht.’
‘Oost-west-thuis-best is wel een beetje zweten hè?’
‘Ja,
het is niet meer de relaxtste plek op aarde. Wel ligt hier alles wat me
dierbaar is aan hobbies, tuin en werk.’
‘Hobbies
en werk kun je meenemen naar dat eiland. Interviews doe je gewoon telefonisch.’
‘Hoe
je ook probeert, het eiland lonkt niet.’
Vliegen
Zo klonken we twee maanden geleden.
Nu sta ik op het punt van vertrekken, als het kon. Ik
vind het alleen niet kunnen. Vooral vliegen niet. Ik vloog voor het laatst
als vijfjarige en zal het nooit van mijn levensdagen doen. We moeten in mijn
ogen sowieso niet terug naar alle vliegbewegingen die we maakten. Ik vind het
heerlijk hoe de aarde op adem komt en de natuur lucht krijgt. Laten we dat zo
houden, zeg ik en weet dat ik makkelijk praten heb. Ik vloog al nooit.
Toch
lonkt nu dat onbewoonde eiland, elke dag meer. De rust en ruimt voor mezelf.
Het is manlief die dat aan zijn
werkschoenen aanvoelt. Je denkt toch niet dat hij klompen draagt? Hij voelt het
direct als ik uit mijn hum ben en zoekt een oplossing. Zeker omdat hij het snapt.
Hij vindt dagelijks rust op zijn werk en gunt mij ook zo’n plek. Hij heeft heus
wel door dat mijn lijf van zich laat voelen, kent de tekenen van mijn vermoeidheid
en ervaart mijn nurksheid als het ergste. Ineens zegt hij:
‘Jij
moet zoeken naar een werkplek voor een dag. Zoek uit of Van der Valk zo’n werkruimte
verhuurt, pak wat spullen en ga.’ Hij meent het, ik pak gelijk mijn spullen in.
‘Dat
heb je snel geregeld?’
‘Ja
hè?’, zeg ik ontspannen.
‘En
waar ga je heen?’
‘Oh
wacht, dat heb ik nog niet uitgezocht. Alleen al het idee deed me goed.’
‘In
dat geval, berg je stuff maar weer op. Als alleen al een idee je goed doet,
bedenk ik iedere dag een nieuw idee. Lekker goedkoop.’