Ze vindt me by
far de meest onbetrouwbare vrouw op aarde. Het straalt van haar gezicht af en
ik voel me niet eens schuldig. Waarom zou ik? Het is super leuk om haar of anderen te
foppen.
Ik doe
het al bijna negen jaar lang. Ja ja, aanstaande maandag begon ik negen jaar
geleden met jou bestoken met mijn verzinsels. Oké niet alle blogs zijn
alleen maar verzonnen. Het meeste is waargebeurd, maar ik dik het soms aan, overdrijf
hier wat, stel het daar rooskleuriger voor en voorzie het van een flinke dosis
overdrijfsel. Alles omdat ik een gebeurtenis die in één alinea te beschrijven
is, wil upgraden naar om en nabij 800 woorden. Dan is het nodig om er wat extra
zaken bij te halen, dat snapt jij toch ook wel?
Feestje?
Kun je ermee leven dat niet alles wat ik
schrijf 100% waar is? Mag het? Of moet ieder woord op waarheid berust zijn? Wil
je dat ik alle fabel een andere kleur geef en daarmee extra herkenbaar
achterlaat? Of is het gewoon helemaal goed zo en gaat het jou net als mij om
een momentje fun in het leven dat echt niet elke dag flierefluit-hiep-hoi is?
Deze
waarheid deel ik: mijn leven is geen kijk-mijn-perfecte-leven party. Ik sta niet
fluitend om 06.45 uur naast mijn bed en breng de dag niet rollend van het lachen door om onder luid geschater ’s avonds mijn bed weer in te duiken. Dat laatste wel vaak,
want mijn lief en ik hebben bijna elke avond een dolletje op de bank, daarmee
eindigen we veelal de dag lachend. Ik kan het iedereen aanbevelen.
Verschillend
Terug naar het begin van deze blog: "Ze vindt me
by far de meest onbetrouwbare vrouw
op aarde."
Ze is Celine, de ander ben ik. Ik verspeelde bijna het vertrouwen van
mijn dochter. De kant waarin ik een ander zo geloofwaardig op een
dwaalspoor zet kende ze niet. Het lukt me ook maar bij een paar mensen echt
goed, bij anderen moet ik beter mijn best doen, bij weer anderen heb ik het
nooit uitgeprobeerd en dan bestaat er de groep mensen waar ik sowieso nooit
mijn geloofwaardigheid durf te verspelen. Ik had Celine in de laatste groep
moeten plaatsen, maar nee.
Heidi, mijn zus die in Amerika woont, is er
eentje die sowieso heerlijk goedgelovig is. Ze was vorige maand in Nederland,
want kreeg haar zesde kleinkind. Even hè, dat maakt mij voor de zesde keer
oudtante. Vreselijk die benaming.
Heidi,
haar zoon en gezinnetje, Celine en ik bezochten Utrecht stad en lunchten daar. Ineens
zag Heidi de ring aan Celine’s vinger.
‘Van wie
is die ring?’, klonk nieuwsgierig.
‘Joh,
die kreeg ze natuurlijk van Rickketik. Heeft Celine niet verteld dat
ze verloofd zijn?’, zei ik beangstigend serieus. Gelukkig keek Heidi mij
verbaasd aan, waardoor ze niet zag hoe Celine’s mond zakte tot haar decolleté.
‘Echt
waar? Is ze verloofd? Wanneer was je van plan het mij te vertellen?’
‘Waarom
denk je dat Celine hier is?’, antwoordde ik.
‘Serieus?
Hoe lang hebben jullie wat?’, vroeg ze aan Celine, die zichzelf hersteld
had.
‘Acht
maanden.’
‘En
dan nu al verloofd?’
‘Zeg,
ze zijn niet gelijk getrouwd hoor,’ zei ik en keek erbij alsof Heidi een stuk
tompouce op haar hoofd had liggen.
‘Celine
is het echt waar?’
‘Wat
betekent die ring anders?’, klonk madammeke beslist. Hè hè, eindelijk speelde
ze haar rol en nog goed ook. Nu waren we together
in crime. Tot ze drie vragen later bezweek.
‘Mama,
hoe doe je dat? Ik geloof bijna zelf in ons bedrog.’ Waarop Heidi verbaasd
opkeek en me quasi boos maar met een grote glimlach om haar mond aankeek.
‘Ik
geloofde je echt,’ lachte Heidi hard.
Bij deze herroep ik mijn blog “Zuinigjes”. Niet omdat ik daarin gelogen heb, wel omdat ik er nieuwe schoenen bij heb, twee
paar nog wel.
‘Kijk hoe leuk, ik heb nieuwe schoenen!’, zei
ik terwijl ik Celine’s kamer in wandel.
‘Mama, heb jij nou twee verschillende schoenen
aan?’
‘Nee, dit is de nieuwe mode, net als met
sokken mag je tegenwoordig twee verschillende kleuren schoenen aan. Je ziet
toch duidelijk dat ze hetzelfde merk zijn? Alleen de print is anders.’
‘Mama, ben je serieus?’
‘Je hoort me toch?’
‘Je nept me dus niet? Het is wel echt iets
voor jou.’
‘Dank je, je ziet toch zelf dat dit één paar
is?’
‘Waar kocht je ze?’
‘Bij Manfield, waarom?’
‘Ik wil ze ook! Ik ga er morgen na school
gelijk even heen.’
‘Celine, echt?’, klonk onverwacht Benjamin
achter ons. ‘Trapte je hier werkelijk in?’
Ziedaar het voorbeeld van iemand die
nergens in trapt. Ik heb nog tot 1 april om hem wel te pakken te krijgen. Wie
helpt me aan een stunning idee?