Laat snoeren en knoppen nou de
grote liefde van mannen zijn. Blij dat ik er niet uit besta. Manlief zou met
zekerheid de hele dag aan me zitten. Switchen, aansluiten, verkorten en verwisselen
tot hij the best of me geplugd heeft. Gelukkig ben ik geen robot,
maar blijf ik achter met mijn theorie over mannen, kabels en schakelaars.
Nou niet zeggen dat ik lekker generaliserend
doorkom. Het is gewoon zo, want ik ken nog één man die niet van knoppen en snoertjes
af blijft.
Erwin, jij ja, (kan ik je
eindelijk weer taggen)! Jij staat zolang ik je ken achter de knoppen als geluidsman.
Eerst bij onze 4ever gospelgroup en later
bij het opwekkingsteam. Je bent een topper! Evengoed wanneer je samenwerkte met manlief, jullie deelden die liefde, speelden graag samen.
Geluidsman
Denk ik even ruim 26 jaar terug. Marcel ging op zijn knieën voor mij.
Niet dat het nodig was, hij wist allang dat ik “ja” zou zeggen. Waar ik met
mijn “ja” wist te trouwen met zes kisten vol snoeren en tig apparaten vol knopjes.
Gelukkig sleepte hij die niet achter zich mee de trouwzaal in. De enige die iets
sleepte op onze trouwdag was ik; mijn jurk had een klein sleepje.
Eigenlijk had het me niks
verbaasd als the groom op onze grote
dag met een sprintje achter de knoppen zou duiken. Iets met geluid dat beter kon
klinken. Gelukkig had hij zijn oren alleen op mij gericht en hoorde niets
anders dan mijn hart dat klopte voor hem.
Tot zover de romantiek, faster forward.
Stemmen
Bijna 26 huwelijksjaren later pakt Marcel zijn gitaar en ineens (nu pas)
zie ik het overduidelijk. Natuurlijk heeft gitaarspelen zijn hart.
Kijk even mee: manlief loopt de
serre in en pakt zijn gitaar. Hij ploft op een loveseat en houdt de gitaar op schoot. Zijn linkerhand pakt de hals
vast, terwijl zijn rechterarm over de kast gaat en legt de vingers van zijn
hand op de snaren. Hij pingelt wat, waarop zijn linkerhand naar de knoppen gaan.
Vergeet niet, naast zes snaren, heeft een gitaar zes…? Juist, zes stemschroeven.
Hij draait eraan tot de gitaar
weer klinkt als een Godin!
Eigenlijk zijn knoppen niet het ergst. Die zitten zelden in de weg, maar
wel vast aan apparaten die weer op vaste plekken in huis staan, bijvoorbeeld
een mengpaneel. Daarbij zijn veel knoppen te vinden op zolder. Lekker
opgeborgen.
Snoeren daar ben ik dus echt
compleet en totaal klaar mee. Zo lang ik mijn wederhelft ken, liggen hier en overal snoeren in huis. Door hem ben ik in gaan zien hoe we omringd worden door snoeren.
Onder zijn bureau is het een wirwar van stroomkabels en stekkers. Mij hoor je
niet klagen. Dat is op zolder! De enige plek in ons huis waar ik geen
wekelijkse opruimeis doe gelden.
Sla ik de eerste verdieping bijna over. In onze slaapkamer liggen oplaadsnoeren van telefoons klaar om in te
pluggen. Mijn föhn hangt netjes (vanwege de opgerolde snoer) aan de muur. Het
mag, daar komen alleen mijn schat en ik. Verder heeft niemand daar iets te
vinden.
Maar de huiskamer! Daar lijk ik koord
te moeten dansen. Er pieken snoeren onder de bank vandaan, in de hoek ligt een opgerolde
verlengsnoer, die als ie strak opgerold wordt niet in beeld ligt, echter nu
komt ie ontrold de kamer in. Als schreeuwt ie: ruim mij op!
Het is een wirwar!
Verstrikt
Afgelopen vrijdag wilde ik de boel stofzuigen. Wat een schrik! Van onder
de bank, onder de kast, onder de loveseat in de serre en vanuit de hoek in de
kamer leken snoeren me tegemoet te komen als slangen. De ene snoer leek langdradiger
dan de andere. Zelfs de stofzuiger raakte er in verstrikt.
Werkten alle apparaten maar als een stofzuiger, bedacht ik. Met een druk
op de knop slurpt het apparaat de hele snoer naar binnen. Stofzuigermakers
snappen het: vrouwen haten snoeren! Weg ermee, uit het zicht!
Komt Marcel thuis en krijgt mij over zich heen.
‘Ruim éindelijk eens die
rotsnoeren op.’
‘Welke snoeren?’ Ik grijp hem
bij zijn mouw, zijn kraag is me te hoog. Ik snap heus wel dat hij met zijn 1,88
meter hoog niet alle snoeren op 0,0 meter ziet liggen.
‘Die snoeren daar en daar en
daar en in de serre onder de bank. Vind jij het niet puithoperig?’
‘Nee, geen last van,’ klinkt ie ongeïnteresseerd.
‘Jij ook met je snoeren en
knopjes.’
‘Pas op jij!’
‘Wat nou? Ik hou alleen van ontluikende
boomknoppen.’
‘Ben je daar zeker van?’
‘Ja! Wat wil jij nou? Mij
verslijten als knoppengek?’
‘Absoluut! Jij bent gek op de
knoppen van jouw laptop?’
Die zag ik niet aankomen, is
maar zo mijn mond gesnoerd.