‘Mama, echt niet! Jij schreef een boek! Jij
bent auteur!’ Heerlijk hoe Celine me zo hoog schat, waar ik altijd anderen
hoger acht.
Een vaste volgster propte er een dosis zelfvertrouwen
bovenop:
‘Jullie doen mee aan Gluren bij de Buren.
Leuk!'
‘Help! Waar beginnen we aan als amateurs.’‘Amateurs? Ik heb je boek en je schrijft al zo lang verhaaltjes. Laat ze een poeppie horen!’
Ze heeft gelijk! Wij zijn buren, we kunnen dit!
Gluren doe ikzelf
trouwens graag. Wandelend door Houten; het liefst in het donker naast mijn lief
en dan daar of hier binnenkijken. Stiekempjes andermans leven bewonderen en zien
hoe zij hun huis opvrolijkten. Jammer dat van koekeloeren weinig terecht komt - we bewonderen bovenal gesloten gordijnen.

Om beneden zichtbaar te blijven. Check het gerust.
Het liefst met een heleboel tegelijk. Wees getuige van mijn lief die vanaf zijn
plekje van de bank opspringt en bijna bovenop mij weer op de bank ploft om me
te overladen met zoenen, terwijl ik angstig naar buiten wijs:
‘Heel Houten ziet ons, hou je in!’
‘Iedereen mag zien dat ik van je hou!’ Valt
niets tegen in te brengen!

De achterbuur - ik
moet uitkijken hoe ik dit schrijf, want alles wat ik op het Wereldlijke Woelige
Web slinger kan tegen me gebruikt worden. Erger dan buren die gluren is burenruzie.
In de negentien jaar dat wij hier wonen,
bleven zij onze achterburen. Verder is er veel huizengedanst.
De achterbuurvrouw heb ik wel eens “gluurder”
genoemd. Zo stout, ik ga even in de hoek. Een liedje lang, Celine zing maar!
De achterbuuf
gluurde echter niet. Gluren is stiekem van achter een gordijnhoekje of met één
vingertje één luxaflextlatje omlaag drukken en er dan doorheen pieken? Dat deed
zij niet. Zij stond gewoon open en bloot te kijken. Bloot als in zichtbaar voor
iedereen. Zo’n oplettende buur, is uitermate geschikt voor de WhatsApp Buurtpreventie.
Al dat praten over
gluren en dat je bij ons binnen mag kijken is gemakkelijk gezegd. Aan ons
fietspad komt weinig volk voorbij. Wellicht zou het anders zijn als ik bij het
theater woonde. Daar is leven, lopen meer mensen aan je huis voorbij. Kijk ze gluren
naar je inboedel. Waarschijnlijk zou ik binnen een paar dagen weten waar en
voor welk bedrag ik gordijnen zou kopen of matfolie regelen via manlief. Einde
buurgegluur.
Vorig jaar kregen
wij plompverloren te maken met een rasgluurderbuur.
Hij nam zijn pap, mam en babyzusje mee en
was razend nieuwsgierig naar die nieuwe buren. Wij net zo. Elkaar in de gaten
houden was belachelijk makkelijk, want de tuinafscheiding tussen hen en ons was
weggehaald. Zo stak het buurmanneke af en toe zijn koppie om het hoekje van
onze serre en hoorde ik:
Tot de schutting
kwam. Ons klein buurmanneke hielp zelfs mee de boel voor te bereiden en bij het
plaatsen. Alles onder vrolijk gekwebbel. Hij deed wat hij kon tot de schutting ineens
de tuinen van elkaar scheidden. Daar verdween het dagelijkse babbeltje en begon
het gluren door de stijlen van de schutting. Al gauw volgde een whatsappje van
de buurmama:
‘Meneertje denkt dat jullie ons niet mogen, want
jullie maakten de tuin dicht.’
‘Wat? Hoe maak ik dit ooit goed?’
‘Geen zorgen, we hebben gezegd dat de hond
nu ook naar buiten kan, zonder dat hij jullie tuin omwoelt.’
De band tussen de
buurjongen en ons werd pas echt goed toen ik hem onze huissleutel overhandigde
om op ons huis te passen tijdens onze vakantie. Hij glom van trots, deed het
met liefde en bewonderde alle huiskamerkanten. Eenmaal terug moest ik het een en
ander uitleggen.
Dat ging voorbij gluren; dat was de drempel
over.

Wil je volgend jaar
weer gluren? Geef dan alsjeblieft dit varkentje iets voor zijn binnenste. Dan kan
alles volgend jaar in de herhaling. Voor nu voel ik me lang genoeg bekeken. Celine
sluit jij muzikaal af?!