zondag 27 augustus 2017

Keukenregels



Waarom schreef ik ook maar iets over de afwas (zie vorige blog)? Onherroepelijk volgde de vraag hoe de afwasregels in huize van Valen dan zijn? Iets terloops schrijven is gevaarlijk. Stom stom stom. Men verwacht een antwoord. Alsof die interessant kan zijn?


Wat mij vooral lonkt is bewijzen dat de Consumentengids een leugen schrijft in hun nummer 9, september 2017, blz. 33. Ik las het gisteren:
    “EEN VAATWASSER ZOU SLECHT ZIJN VOOR RELATIES: RUZIE OVER HET INRUIMEN EN GEEN GOEDE GESPREKKEN MEER TIJDENS DE AFWAS. DAT KAN NIET DE BEDOELING ZIJN.”
    Waar hebben ze het over? Ruzie over het inruimen hebben we hier nooit en goede gesprekken tijdens de afwas? Bedoelen ze dat ik die met mezelf moet voeren? Is dat goed dan?

Het is tijd om de consumentenbond tegen te spreken en mijn afwasregels onder handen te nemen in deze blog.
    Die afwasregels heb ik door de jaren heen uit de theedoek geschud als gevolg van jarenlang onderzoek van de bergen vaat op het aanrecht. En of ik bergen kan verzetten.

Hou je vast, ik doe de praktische regels uit de vaatdoek.
    Regel 1 begint bij de ontruimde tafel. Wat blijft zijn gedruppelde sausvlekken, opgewaaide slablaadjes en afgedwaalde tuinerwtjes. Ik stroop mijn mouwen op en hup daar gaat de vaatdoek, onder de stromende kraan, in de handwringer, even uitkloppen om vervolgens in de hand te draperen en over de tafel te wrijven van links naar rechts en rechts naar links. Alle onhebbelijkheden verdwijnen onder de doek. Niks geks toch so far? Hoewel, de beschreven gedetailleerdheid mee weggeveegd mag worden. Hupsakee, van de tafel in mijn hand en zo naar de laatste rustplaats (de prullenbak).

Moet je Benjamin zien als ik hem vraag de tafel af te vegen. Hij kijkt alsof de broodkruimels samenscholen en hem elk moment gaan aanvallen en ziet in een gemorst sinaasappelsapdruppeltje een plasje urine.
    Net als ik vroeger, verstopt hij zich moeiteloos achter de keukendoek bij het zien van de opgepropte en verwaterde etensresten die na het voorspoelen van de vieze borden en pannen in de afvoer vastzitten. Ieuw, jak, getsie, bah! Daar riep ik vroeger:
    ‘Mama! Vieze prut!’ Ze kwam zonder te verbleken de keuken in en diepte de troep uit de gootsteen op. Mijn reddende voorbeeld, want als in rewind hoor ik mijn zoon roepen. Het leven is één grote herhaling.

Maar nu fast forward. De boel voorgespoeld, wordt het verstoppen van alles in de afwasmachine de uitdaging. Het is mindful precisiewerk als je het mij vraagt. Vooral in de bestek-la ben ik heel bewust van het nu: mesje mesje, vorkje vorkje, lepeltje lepeltje vind alles zijn plek links of rechts in de bestek-rek bovenin onze vaatwasmachine. Het moet kloppen.
    Eerder genoemd doekje vind nog even snel zijn weg over alle randen van de machinedeur en -rand. Een schepje wasmiddel valt in het bakje; ik druk wat knoppen in en kan weer een deur sluiten.

Wat blijft? De handafwas. Dingen die niet in de vaatwasser mogen, gaan vergezeld door een muziekje uit de boxen en een dansje in mijn benen door het sop. Af laten druipen, afdrogen en klaar is Irene nog niet!
    Er is elke avond meerwerk. De glazen afzuigkap, het gasfornuis en de ovendeur moeten streeploos ontdaan zijn van vette vinger-, kook- en handafdrukken. Als ik dan toch bezig ben kan ik gelijk alle kastjes afnemen, wat met greep- en randjesloze kastdeuren een fluitje van een sopje is. Zwiep zoef, de keuken oogt schoon.
Ik eindig met een stevig uitgewrongen vochtige vaatdoek in de hand om als laatste het aanrecht mee droog te wrijven.

Een laatste check volgt. Zelfs ik sta er blinkend bij en gooi even later vaatdoek, keuken- en handdoek in de wasmachine. Dit alles is hoe het hoort.

Kwam jij trouwens Marcel in dit verhaal tegenkwam?
    Hoorde je me klagen over onvoorgespoelde vaat, waardoor het binnenwerk van de vaatwasser vaker gecheckt moet worden?  Zeurde ik over een onvoordelige inruimwijze, waardoor ik ’s avonds (onder grootse gapen) dingen moet herschikken om de laatste bekers nog te kunnen plaatsen? Klaagde ik over een schaal die over een pan hangt, alsof dat schoon kan worden? Zuchtte ik over de zeef die ik weer kwijt was, want een ander heeft uitgeruimd. Oh ja, het ligt bij de pannen.

Heb je mij horen klagen? Heb ik ruzie gemaakt of gezocht?
    Ik zou niet durven, want ik krijg direct te horen dat ik het de volgende keer zelf maar doe. Bij nader inzien is dat de enige regel.