‘Is
alles ingepakt? Zijn dit alle koffers?’, riep mijn wederhelft.
‘Ja,
we kunnen gaan! Instappen en wegwezen!’
We
gingen er een weekend tussenuit. Maar niet als gezin. Eerst dropten we de
kinderen op hun eigen feestje – een tienerkamp. Onze ´bye bye, tot zondag!’, werd
amper gehoord, weg waren ze, opgeslokt door hun vrienden.
Marcel en ik kozen de ruime autoweg.
We hadden twee uur te gaan voordat het Heuvelland ons zou begroeten. Daar in Zuid-Limburg
koop ik op een dag mijn tweede huisje. Nu wachtte me onze vouwwagen en bovenal
het idee van een weekend met z’n twee. Mijn man en ik, helemaal op onszelf. We
konden los! Los in wandelen, rondjes er omheen gaan en de benen flink strekken.
Ik had er eens te meer zin in,
omdat we ook nog eens achter het Hemelvaart- en Pinksterweekend aan banjerden.
Eindelijk zouden wij meemaken hoe het was met minder kampeerders, minder
rumoer, geen rijen bij de douche en vooral meer rust.
Zo bleek de volgende ochtend.
De
vorige weekenden werd ik dagelijks vroeg wakker van getetter en geroep van
kinderen. Nog erger was de moeder die daaroverheen toeterde:
‘Niet
zo hard, de mensen naast ons slapen nog.’
Wat een leugen.
Nu werd ik half tien wakker en
lag Marcel klaarwakker te kijken.
‘Marcel,
hoor je dat?’ Hij luisterde in stilte.
‘De
vogels?’
‘Nee,
joh. Luister eens beter.’ Hij deed echt zijn best.
‘De
wind?’
‘Dat
bedoel ik ook niet. Hoor nou!’ Ik keek hem ongedurig aan.
‘Wat
hoor je dan?’
‘Geen
kinderen!’ Vorige week leken alle jonge gezinnen hun kampeeruitrusting rondom
ons opgezet te hebben. Nu keek ik met mijn slaapkop buiten de deur en zag
binnen een straal van vijftien meter, alleen twee 55+ers in stilte genieten van
een bakske.
‘Mamaaahaaaa…,’
hoor ik ineens ver van de andere kant van de camping. Wat?! Marcel wist me nog
net tegen te houden om…
Gelukkig bleef het weekend verder
onbekommerd. We wandelden zaterdagochtend. Hingen in de middag in de stoel met
een tijdschrift, boek of laptop. We liepen er in de namiddag nog even omheen,
wat een groter omheentje bleek dan bedoeld. ’s Avonds zochten we de warmte op in
de ontmoetingsruimte waar een open haard garant stond voor warmte. Op zondag
hadden we al snel ons huidige tweede huis gladgestreken en ingeklapt. We hadden
zelfs tijd genoeg om onze benen nog eens te strekken. Met als eindpunt een lunchcafé.
We
voelden ons heerlijk relaxed, opgeladen en uitgerust van dit weekend.
Misschien wel een beetje te
relaxed.
Eenmaal een uurtje op weg, begon Marcel luidruchtig te gapen. Ik keek vluchtig
op van mijn beeldschermpje.
‘Jouw mond staat ook niet stil!’, zei de grappenmaker.
‘Alsof jij mijn oren laat tuten. We hebben het hele weekend zoveel gekletst, ik ben even uitgepraat.’
‘Alsof jij mijn oren laat tuten. We hebben het hele weekend zoveel gekletst, ik ben even uitgepraat.’
‘Heb
je dan echt niets te zeggen? Ik word suf hier achter het stuur. Vertel eens
wat.’
‘Maar
ik weet even niets.’ Ik drukte een CD aan, waardoor het in ieder geval minder
stil was en zocht in de kronkels van mijn hersenen naar een vertelsel. Ineens zag
ik het:
‘A2
Li 186,5… Oh nee, A2 Li 186,4... Wacht, A2 Li 186,3...’ Naast me verscheen een glimlach
op zijn gezicht.
‘Handig
om te weten bij welk hectometerpaaltje we rijden, maar wel wat saai dit
gesprek.’
‘Oké
wat afwisseling dan: Maarheeze, Soerendonk… Uit… Wat staat daar nou op die bus?
www.reserveersnelbijlaaiin.nl? Dat
rijmt!’ zei ik enthousiast. Ondertussen wachtend op het volgende bord dat langs
of boven de weg te vinden was.
‘Ja,
alles wat eindigt op snel rijmt op .nl.’
‘Bestel
uw bord snel, bij ritsratsreklame.nl… Airport Eindhoven,’ las ik op het
volgende bord langs de A2.
‘Bedoel je dit eigenlijk wel met vertel eens wat?’
‘Stttt,
je praat door de muziek heen!’, klonk meneer ineens resoluut.
Nou
ja! Ik moest iets vertellen. Deed ik dat, moest ik mijn mond weer houden. En dan
zijn wij vrouwen moeilijk?
In de stilte die volgde, genoot
ook ik van de muziek, maar eenmaal thuis, was de rust voorbij. De verhalen van
de kinderen volgden elkaar in rap tempo op.
‘Nou,
schat, jij wilde verhalen? Hier zijn ze! En dit gaat tenminste ergens over.’ Ik
genoot van de belevenissen van onze kinderen en kijk tevreden opzij naar Marcel.
Hij
sliep!