zaterdag 6 juni 2015

Bijrijder



    ‘Is alles ingepakt? Zijn dit alle koffers?’, riep mijn wederhelft.
    ‘Ja, we kunnen gaan! Instappen en wegwezen!’
    We gingen er een weekend tussenuit. Maar niet als gezin. Eerst dropten we de kinderen op hun eigen feestje – een tienerkamp. Onze ´bye bye, tot zondag!’, werd amper gehoord, weg waren ze, opgeslokt door hun vrienden.

Marcel en ik kozen de ruime autoweg. We hadden twee uur te gaan voordat het Heuvelland ons zou begroeten. Daar in Zuid-Limburg koop ik op een dag mijn tweede huisje. Nu wachtte me onze vouwwagen en bovenal het idee van een weekend met z’n twee. Mijn man en ik, helemaal op onszelf. We konden los! Los in wandelen, rondjes er omheen gaan en de benen flink strekken.

Ik had er eens te meer zin in, omdat we ook nog eens achter het Hemelvaart- en Pinksterweekend aan banjerden. Eindelijk zouden wij meemaken hoe het was met minder kampeerders, minder rumoer, geen rijen bij de douche en vooral meer rust.

Zo bleek de volgende ochtend.
    De vorige weekenden werd ik dagelijks vroeg wakker van getetter en geroep van kinderen. Nog erger was de moeder die daaroverheen toeterde:
    ‘Niet zo hard, de mensen naast ons slapen nog.’
    Wat een leugen.

Nu werd ik half tien wakker en lag Marcel klaarwakker te kijken.
    ‘Marcel, hoor je dat?’ Hij luisterde in stilte.
    ‘De vogels?’
    ‘Nee, joh. Luister eens beter.’ Hij deed echt zijn best.
    ‘De wind?’
    ‘Dat bedoel ik ook niet. Hoor nou!’ Ik keek hem ongedurig aan.
    ‘Wat hoor je dan?’
    ‘Geen kinderen!’ Vorige week leken alle jonge gezinnen hun kampeeruitrusting rondom ons opgezet te hebben. Nu keek ik met mijn slaapkop buiten de deur en zag binnen een straal van vijftien meter, alleen twee 55+ers in stilte genieten van een bakske.
    ‘Mamaaahaaaa…,’ hoor ik ineens ver van de andere kant van de camping. Wat?! Marcel wist me nog net tegen te houden om…

Gelukkig bleef het weekend verder onbekommerd. We wandelden zaterdagochtend. Hingen in de middag in de stoel met een tijdschrift, boek of laptop. We liepen er in de namiddag nog even omheen, wat een groter omheentje bleek dan bedoeld. ’s Avonds zochten we de warmte op in de ontmoetingsruimte waar een open haard garant stond voor warmte. Op zondag hadden we al snel ons huidige tweede huis gladgestreken en ingeklapt. We hadden zelfs tijd genoeg om onze benen nog eens te strekken. Met als eindpunt een lunchcafé.
    We voelden ons heerlijk relaxed, opgeladen en uitgerust van dit weekend.

Misschien wel een beetje te relaxed.
    Eenmaal een uurtje op weg, begon Marcel luidruchtig te gapen. Ik keek vluchtig op van mijn beeldschermpje.
‘Jouw mond staat ook niet stil!’, zei de grappenmaker.
‘Alsof jij mijn oren laat tuten. We hebben het hele weekend zoveel gekletst, ik ben even uitgepraat.’
    ‘Heb je dan echt niets te zeggen? Ik word suf hier achter het stuur. Vertel eens wat.’
    ‘Maar ik weet even niets.’ Ik drukte een CD aan, waardoor het in ieder geval minder stil was en zocht in de kronkels van mijn hersenen naar een vertelsel. Ineens zag ik het:
    ‘A2 Li 186,5… Oh nee, A2 Li 186,4... Wacht, A2 Li 186,3...’ Naast me verscheen een glimlach op zijn gezicht.
    ‘Handig om te weten bij welk hectometerpaaltje we rijden, maar wel wat saai dit gesprek.’
    ‘Oké wat afwisseling dan: Maarheeze, Soerendonk… Uit… Wat staat daar nou op die bus? www.reserveersnelbijlaaiin.nl?  Dat rijmt!’ zei ik enthousiast. Ondertussen wachtend op het volgende bord dat langs of boven de weg te vinden was.
    ‘Ja, alles wat eindigt op snel rijmt op .nl.’
    ‘Bestel uw bord snel, bij ritsratsreklame.nl… Airport Eindhoven,’ las ik op het volgende bord langs de A2.
    ‘Bedoel je dit eigenlijk wel met vertel eens wat?’
    ‘Stttt, je praat door de muziek heen!’, klonk meneer ineens resoluut.
    Nou ja! Ik moest iets vertellen. Deed ik dat, moest ik mijn mond weer houden. En dan zijn wij vrouwen moeilijk?

In de stilte die volgde, genoot ook ik van de muziek, maar eenmaal thuis, was de rust voorbij. De verhalen van de kinderen volgden elkaar in rap tempo op.
    ‘Nou, schat, jij wilde verhalen? Hier zijn ze! En dit gaat tenminste ergens over.’ Ik genoot van de belevenissen van onze kinderen en kijk tevreden opzij naar Marcel.
    Hij sliep!