Het liep anders. Meer nog: ik liep anders!
Af en toe heb ik een date met een ver-van-mijn-bed-vriendin.
Ze woont te ver weg om even een bakkie te doen, daarom duurt het bakkie gelijk
een hele dag. Echter wel een buitendag, want we vonden elkaar in wandelen. Zij als
kilometervreter, ik de recreant. Zie haar gaan voor de 20+ tegenover mijn 10-
kilometers. Verschil moet er zijn.
Bij de eerste afspraak riep madam luid en duidelijk: “Voor minder
dan tien strik ik niet eens mijn veters!” Klink ik als tegenhanger: “Bij meer
dan 12 doe ik geen schoen aan mijn voet!” Zo gingen we voor 12.
Ik had beter moeten weten. Ze zou me uitdagen, de
stiekemerd! Het werden er 14! Ze mag blij zijn dat ik toen niet zo agressief was
als tegenwoordig. Nu zou ik haar gewoon in elkaar slaan. Dat is tegenwoordig
toch normaal?
Afgelopen maandag gingen we in de herhaling. Ik sprong fit
en fruitig mijn auto in, op weg naar Evelyne. Zo heet ze en ik pikte haar zo’n
142 km verderop op om samen naar onze wandelstartpunt te rijden. De sfeer was
direct goed. We verheugden ons erop!
Veters gestrikt, schoenen aan de voeten.
Op mijn vraag: “Hoe ver gaan we vandaag?” klonk triomfantelijk
haar uitdaging: “16 kilometer”! Zij durft met die big smile! “Als je het waagt meer
van me te vragen, ben jij die smile kwijt!!!” Duidelijk?!
Ze zet haar ‘track-en-trace’ app aan and off we go! Ik volg
haar blind als een pakketje in de bus van TNT. Alleen is mijn uitzicht stukken
beter. De au-naturel-kleuren, vogelgeluiden, poelen met luid kikkergekwaak,
zelfs Fjorden komen in beeld, wat een natuurschoon. Om even verderop géén brug aan
te treffen, terwijl de route verder gaat over het prachtige riviertje. Wat nu? Moeten
we slootjespringen, zwemmen? Waar is het pontje?
Vijf werklui kijken ons, met hun fluorescerende hesjes, schaapachtig
aan als we vragen of ergens anders een oversteekplek is, “want de route loopt
daarheen” wijzen we naar het pad aan de overkant. Ze hebben geen idee. Lekker
dan!
We mogen wel over die stalen balk oversteken. Die ligt voor
onze voeten tot aan de overkant.
Tot mijn opluchting
zegt mijn wandelmaat: “Daar ga ik niet overheen!?” draait zich naar mij en ziet
mij heftig nee schudden! “No way!” Met mijn evenwichtprobleem over een breedte
van 20 cm. en onder me stromend water? Hoe duizelig wil je me hebben? Hier is sprake
van een te hoge PLONS garantie. De helpende hand van zo’n man is eveneens een
brug te ver. Hoezo hem vertrouwen?
We kiezen het hazenpad en zoeken onder luid protesterend
gemopper een oversteek verderop, om uiteindelijk terug te keren naar het
beginpunt. We besluiten de route andersom te lopen. Wat een gok!!! Wat als we
die oversteek dan tegenkomen? We zullen zien!
Na de lunch aan een meer, met een kraakheldere weerkaatsing
waardoor een foto op zijn kop geplaatst niet opvalt, wacht ons een natuurwandelpad
met hier en daar loopbruggen bijgestaan door houtsnijwerken. Safe the best voor
lest. Het is werkelijk prachtig, kan niet lang genoeg duren.
Tot Evelyne bij een burg haar ‘track-en-trace’ checkt en
stil valt. “Eef, hoe ver hebben we gelopen?!” Ze kijkt beschaamd, blijft stil,
slikt… “Ik durf niets te zeggen.”
“Nou? Hoe is de kilometerstand?”
Blijkt dat we op de 16 km. zitten. Zie ik mijn auto? Nee! “Hoe
ver nog?”
“Geen idee!”
Eerlijk is eerlijk, ik vond het niet erg. Ik ervoer nog geen
spoor van zware vermoeidheid en zo liepen we gezellig, gezusterlijk door. Hadden
we een keus?!
Eigenlijk wel! We stonden bij een brug, eindpunt in zicht.
Optie 1: nu deze brug over en de route afsnijden;
Optie 2: doorlopen tot bij de verdwenen brug.
“Misschien hebben ze ondertussen een nieuwe brug geforced!
Bovendien is het hier zo mooi, kom doorlopen!” klinkt eng energiek uit mijn
strotje. Vervolgens treffen we wat verderop de weggemoffelde brug.
Enige optie: teruggaan! Tot we oog in oog staan met mijn rode
monster? Jaaaaa! We made it!
“Eef, hoe is de kilometerstand?”
“19.27 km.”
“Ik hou van ronde getallen.”
Waarop we nog een rondje parkeerplaats lopen!
Dan klinkt triomfantelijk: “20!”
“NU instappen jij, voordat ik je helemaal in elkaar sla!”