zaterdag 15 januari 2022

Gratis kunst in Waterpark Horsterwold

    
,,Al regent het, we gaan toch wandelen,” zei ik stoer, stond op uit mijn stoel, liep de gang in, trok mijn schoenen aan, bond mijn das om en griste een paraplu van onder de kapstok.
    ,,Oké, omdat jíí zo nodig moet, ga ik wel weer mee,” zei Marcel en slofsjokte achter me aan. Hij pakte alleen geen plu, hij schoof een muts over zijn hoofd.
    Een muts! Mijn niet gezien! Wat denk jij nou? Als je mij mutsig ziet, is de Elfstedentocht een feit.

Controles
Dat Marcel zich zonder morren de regen in liet sleuren, bewees gewoonweg dat wij geen hele dag binnen kunnen hangen. Wij moeten er uit; luchten, bewegen, in en uit ademen, de benen strekken. We zouden eens stijf en stram worden. Oh, dat ben ik, sowieso. En door!
    Marcel stond zoals gebruikelijk eerder buiten dan ik. Ik moest natuurlijk eerst nog plassen, de vaatwasser inruimen, make-up bijwerken en alle sloten, ramen en de kookplaat checken. Ondertussen draaide de auto al warm.
    Oh nee, die stond een wandelingetje verderop op de parkeerplaats. Bij CenterParcs mogen de auto’s niet bij het huisje blijven staan.

Horsterwold 
We besloten de Tuurtoren in het Horsterwold, Stille Kern - klinkt heerlijk rustig - te bezoeken en er een wandeling achteraan te plakken. Onderweg naar die toren regende het echter steeds harder, zodat ik bij het uitstappen vertwijfeld zei:
    ,,Al moet ik door de modder ploeteren en giet het als een bezetene, die toren ga ik op en als dat het enige is dat we vandaag doen? Dan kan ik in ieder geval zeggen dat ik er uit ben geweest.” De toren lag 200 meter verderop. We beklommen de treden om, eenmaal boven en omringd door nattigheid en kou, een verrassend mooi 360 graden breedbeeld te zien liggen.”
    ,,Ik geloof dat ik ondanks weer of geen weer hier echt nu wil wandelen.” Het open gebied en de waterpartijen lonkten.



Plateau
    ,,Ze beloven verderop nog een uitkijkpunt.”
    ,,Wat staan we hier nog? Let’s go!”, zei ik en stapte met flinke passen het pad op. ,,Gelukkig is dit een verhard pad, daarbij blijven de schoenen schoon.” Al snel bereikten we een soort rond plateau, genaamd: Circle of Life, met uitzicht op een meer. Vogels vlogen er laag over, zwanen dreven vredig op het oppervlak, regendruppels beroerden het water en naast het meer lag een pad.
    ,,Over een half uur gaat de zon onder. Kom, we lopen tot het eind van het meer en daar zien we wel weer. Ik denk dat de route die we willen lopen te ver is, met de zonsondergang zo dichtbij.”
    ,,Top idee!” Ik liep achter manlief in de richting van een trap. Die leidde naar het meer.
    ,,Het is hier verboden te fietsen,” wees Marcel me op het bordje aan de trapleuning. ,,Denk er om Irene, niet fietsen.”
    ,,Ships, ik wist dat ik iets vergat."
    ,,Wat dan?"
    ,,Mijn fiets.” Marcel liep twee treden voor me omlaag. Ik volgde en nam net de eerste trede, draaide meneer zich zo plotseling om dat als ik een muts op had, die terplekke van mijn hoofd was geschoten.
    ,,Irene!”, zei hij streng: ,,Niet fietsen zei ik toch!”
    ,,Ja maar…”, uhm wat moest ik zeggen? ,,Het leek me zo tof om met het stuur in mijn keel beneden te belanden. Is weer eens iets anders.”
    ,,Ja, dat is jammer van de fiets.”
    ,,Oh ja, gelukkig ben ik lopend. Nou, hup lopen!”



Waterpark 
Onderaan de trap liepen we links het pad op, waar het waterniveau schrikwekkend hoog aan de voeten stond. Zei ik een verhard pad? Niet hier! De modderpoelen lagen ons aan de tenen. Slalommend om de vele plassen slurpte en blurpte het onder de schoenen. De voeten bleven wonderwel droog.
    Al fotograferend en goed op het pad lettend liepen we door. Ik gok zo’n kilometer. Liepen we prompt PLONS tegen een keuzemoment op. Zo’n punt waar je denkt: gaan we door of terug – door het water of afhaken.
    ,,Hier lijkt het minder diep,” zei Marcel zoekend naar de mogelijkheid om de optie ‘door’ uit te voeren. Ik volgde vertrouwensvol in zijn waterspoor en riep binnen twee voorzichtige stappen:
    ,,Natte sokken!”
    ,,Wat? Je hebt nog wel zulke prachtige wandelschoenen.”
    ,,Blijkbaar geen waterdichte. Het loopt zo mijn schoenen in.” Vanaf dat moment boeide het me geen spetter meer waar en hoe ik liep. Nat is nat. Ik liep ineens heel wat ontspannener, nog meer genietend van de geluiden onder mijn schoenen en het uitzicht over het pad en het water. ,,Het is heerlijker genieten als het niet meer uitmaakt.”




Verdronken bos
Al lag het meer links van ons en een stuk bos rechts, het leek of we tussen twee meren door liepen. Sterker nog, Verdronken Bos 2.0 lag naast ons; 1.0 ligt bij Tull en ’t Waal; dat is echt een bijzonder stukje natuur. Als je eens in het midden van het land bent? Daar moet je heen.
    Hier legden sommige bomen bij al dat water het houtje. Dat zorgde voor mooie waterweerkaatsingen, zeg maar gerust kunstwerken. De natuur is gratis kunst! En het regende maar. De zon zakte lager en het einde van het meer naderde.
    ,,We gaan terug!”, zei ik en klapte mijn paraplu in. ,,Natter dan nu kan niet.”
    Ik stampte prompt hard in de eerst volgde plas op onze weg terug.





Fladdergemis
Het past bij me, al stamp ik tegenwoordig wat minder in de plassen en voel een minder fladderig hart. Het komt wel weer als alles om me heen normaal wordt. Dan word ik vast weer gekker. Nu is alles om me heen gek en word ik normaal. Het stinkt, bah! Ik wil fladderen.
    Geloof het of niet (en vriend Ante, gelooft het zeker niet): ik wil een sneeuwengel maken in de winter, huppelen in de zon, stampen in de regen en de wind mijn haar laten verwaaien, zorgeloosheid. Wie wil dat niet?!
    ,,En ik wil in het voorjaar naar deze plek terug,” zei ik terug bij de auto. ,,Wat moet het dan mooi zijn hier, als de zon schijnt en alles groen kleurt.”
    ,,Irene, jij wilt altijd overal naartoe terug. Noteer het maar vast.”
    Bij deze gedaan, lekker handig zo’n blog-note.