zaterdag 2 januari 2021

Kussen

Nog maar net alle bagage in huisje 601 gedumpt, stortten alle gezinsleden (uitgezonderd ik met mijn schouderpijn) zich op het opmaken van de bedden. Lara viel daarin het meest op. Zij begon met het opmaken van één van de twee bedden die in haar kamer stonden. Het was vooral Benjamins nietsdoenerigheid dat me trof en alarmbellen in mijn hoofd deden klepperen.
    ‘Lara, pas op wat je doet. Je kunt nu nog stoppen.’
    ‘Waarmee?’
    ‘Met het opmaken van Benjamins bed. Al doe je het uit pure liefde voor hem, als je dit nu al uit zijn handen neemt, doe je dat de komende 28 jaar. Kijk naar mij.’

Hulpgeroep
Vanuit de naastliggende kamer klonk:
    ‘Nee, doe maar, ga door. Is hartstikke goed voor hem.’ Dat was Marcel. Benjamin glimlachte maar wat blij met deze bijval van zijn pa.
    ‘Marcel, alles best, maar doe jij onze bedden nou maar,’ droeg ik hem op. Waarop hij riep:
    ‘Lara!’
    Helaas, of eigenlijk gelukkig, liet Lara zich niet boven ons bed spannen. Marcel was zelf de bedklos in de masterbedroom. Dat vind ik een heerlijk woord. Zie me liggen als master van het huis, slapend in de grootste slaapkamer.

Kreukvrij

Met zijn schouders moedeloos hangend en zijn mond niet meer zo opgewekt, scheurde manlief de bedlinnenzakken open en stortte zich op een klus die hij werkelijk niet vaak uitvoert. Ik mag niet zeggen nooit, want de laatste jaren was hij vaker de pineut. Hij verbood mij nog wel eens de dekbedden ook maar aan te raken.
    ‘Irene!’, riep hij al snel van uit de masterbedroom. ‘Welke kant wil jij liggen?’
    ‘Wat maakt het uit?’, vroeg ik en zag mijn man met handen en voeten op een bed staan terwijl hij een laken over het hoofdeind spande.
    ‘Dat maakt veel uit, zeg maar gewoon welke kant jij wilt?’
    Vanuit de deuropening keek ik de kamer in en scande de nooduitgangen: rechts was het raam en ik stond in de deuropening. Bij brand wil ik weg kunnen:
    ‘Ik wil rechts liggen.’
    ‘Dat is dus links van mij.’
    ‘Dat hangt af of jij op je buik of rug slaapt.’
    Voor het gemak wees ik het bed maar aan. Bleef mijn vraag: ‘Wat maakt het uit?’
    ‘Veel, want hoewel jij niet de prinses op de erwt bent…’
    ‘Gelukkig maar hè?’
    ‘Nou ja, je blijft sowieso de Prinses op het Frotje? Toch raar, dat je bed geen frotje mag zijn. Daarom wil ik weten welke kant jij wilt slapen, want aan die kant moeten het laken strak worden getrokken. Madam de prinses ligt namelijk graag op een gladgestreken bedje.’
    ‘Oh boy, je moest eens weten waar ik het liefst op lig,’ antwoorde ik en zag hoe hij werkelijk zijn best deed om de lakens strak over het matras te krijgen. Wat een vent.

Kussen
Een paar uur later veranderde mijn beeld compleet. Hij is echt niet 24/7 zo perfect, sttt niet doorvertellen.
    Later op de dag, zeg maar toen het de bedoeling was om onze ogen te sluiten, lag ik op mijn rug, kijkend naar het streepje licht dat van buiten op het plafond viel. Ik wist: dit wordt een zware nacht. Niet alleen omdat ik de eerste nacht elders, altijd slecht slaap. Of het nou in een hotel, appartement of de eigen opklapbare kasteel is; ik slaap de eerste nacht vreselijk. Daarbij leefde ik nog altijd met behoorlijke pijn, waarbij iedere draai in bed een drama was en stilliggen op mijn rug (zolang ik het volhoud) het fijnst is. Uit verveling en omdat Marcel nog niet snurkte, ik bedoel zwaar ademde, zei ik ineens:
    ‘Ik wil je kussen.’ Hij snapte waarom ik niet de moeite nam me naar hem om te draaien en ieder initiatief van hem liet afhangen. Waar ik wachtte op een draai van zijn zijde in mijn richting kreeg ik onverwacht snel ineens zijn kussen in mijn gezicht geslingerd.
    ‘Hier heb je mijn kussen!’ Zo jammer dat ik niet de kracht had het kussen knetterhard terug te smijten en de mijne er achteraan in zijn gezicht te gooien. Ik was wel in voor een kussengevecht, het duurde echter lang voor ik uitgelachen was. Daarbij lukte het amper het kussen terug te gooien.

Verlichting
Wat betreft mijn schouders, eindigde ons verblijf op CenterParcs op oudjaarsdag bijna direct in het ziekenhuis waar ik twee corticosteroïden-injecties in beide sleutelbeen/borstbeengewrichten kreeg. Het lachen van hierboven verging me. Tot ik gedurende oudjaarsavond voelde dat het pijnstillend effect begon te werken en ik voor het eerst in maanden, zeg maar gerust jaren, pijnloos sliep. Het emotioneerde me gewoonweg. Het bestaat!
    Nu nog opvliegervrij slapen. Och, ik herinner me ineens de woorden tegen een hondje eerder dit jaar:
    ‘Je kunt niet alles hebben in het leven.’
    Helemaal best, maar dit jaar wil ik een kussengevecht!