zondag 2 februari 2020

Samenwonen


Weet je nog dat ik dit schreef in mijn blog puzzelen?
    De puzzel kostte een derde van de tafel waarbij vijf zitplaatsen overbleven. Precies genoeg zolang Benjamin geen vriendin heeft.”
    Got it?

Logee
Afgelopen dinsdag maakte ik een favoriete puzzel af en ruimde ‘m op, want steeds vaker neemt Benjamin een meisje mee naar huis. Zo vlak voor de half jaarlijkse stage hoeven ze amper nog naar school, daarom trekken ze met elkaar op, of zo. Dan zijn ze hier, dan weer in een dorpje in de buurt van Gorinchem. Zo vroeg ik hem meerdere keren al:
    ‘Benjamin wordt dit meisje je nieuwe vriendin?’
    ‘Maham, nee!’ Oef, als hij maham zegt, moet ik uitkijken. Oh wacht, mijn telefoon bliept.


Mamieeeee
Kijk dat, Mammieeeee. Meneertje gebruikt mammieeeee alleen wanneer hij iets van me wil. Normaal klinkt zijn donkere zware stem. Die klinkt net als die van manlief. Als ik boven aan het werk ben en ik hoor iemand thuis komen, roep ik bovenaan de trap:
    ‘Hallo?’ Bij een mannenstem die hallo terugroept, weet ik soms niet of het Benjamin of Marcel is. Deze zekerheid heb ik: Marcel zal nooit mammieeeee zeggen, zelfs niet als hij wat van me wil. Nu met Benjamin ben ik op mijn qui-vive. Hoewel ik niet gek ben. Ik weet wat hij wil. Kijk maar wat ik antwoord:


Hij blij, Jolanda blij!
    Ik verlies haar blijdschap als ik niet uitkijk. Soms noem ik haar Miranda en vandaag kwam maar zo Lojanda uit mijn strot. Ik heb echt een spraakprobleem. Hoewel Marcel de laatste naam wel mooi vindt voor een kindje.
    ‘Prima, maar niet voor de onze,’ vul ik direct aan. Met een kind van 21 en een van 18 weet ik helemaal waar ik aan toe ben. Dacht is zo.

Relaxte-tijd
Not! Dacht ik meer tijd te hebben voor relaxte-tijd lijkt dat verledentijd. Ik word verrast met meer monden te voeden. Dan weer komt Rick met zijn wiebelbeen aan tafel. Ja echt, hij heeft een tik. Zo’n trillende been, die tegen de tafel tikt en daarmee de hele tafel doet schudden. Scheelt wel, ik hoef alleen maar “been” te roepen en de tafel stopt met trillen.
    Weer een bliep:


Gaat mijn wandeling opnieuw niet richting bos, wel naar de winkel. Het maakt niet uit, als ik maar beweeg. Ondertussen verheug ik me op de gezelligheid bij het avondeten. Hoewel nu niet mijn puzzel maar knutselspullen hun plek eisen. Het hoort allemaal bij de dagelijkse onzekerheid die hoort bij de vraag: wie komt er vanavond eten en wie blijft slapen? Rick slaapt één vaste nacht hier, Jolanda lijkt hier zo langzamerhand naartoe te verhuizen. Van de afgelopen twee weken heeft zij zeven nachten bij ons geslapen. Dat ruikt naar inwoning of is dit verkapt samenwonen?

Regelement
Het is tijd om te voorkomen dat Huize Irene, werkelijk Hotel Chez Irene wordt:
  1. Bij één nacht logeren ligt een 10-nachtenkaart klaar. We drukken een knipje in de 6, wat boeit het? Als er maar geknipt wordt in een vakje.
  2. Bij twee nachten logeren ontvang je een welkomst pakket bestaande uit een handddoek, gratis gebruik van alles faciliteiten en lichaamsverzorgingsproducten in de badkamer, een contract waarin je afziet van juridische stappen tegen ons als gezin of gezinsleden en geef je toestemming tot gebruik van foto’s op social media.
  3. Bij drie nachten plaatsen we je op de corveelijst en span ik je in overleg voor mijn karretje. Ik bedenk er met liefde karretjes bij.
  4. Bij vier nachten wordt kostgeld in rekening gebracht. Betaling geschiedt per direct na het ontvangen van een tikkie. Ik geef natuurlijk geen harde tik.
  5. Bij vijf nachten…
Steunpunt
Ja, daag, vijf nachten? Is mijn relaxte-tijd werkelijk vervlogen?
    Wacht, de deurbel klinkt. Celine dendert de trap af en springt na het opendoen van de voordeur Rick om de hals. Hij is de enige met een inhuise-studentenabonnement. Hij woont als enige op zichzelf. Hij is de arme student, want werkt hard aan een studieschuld. Zo jammer. Ik zie hem struggelen om die schuld niet te hoog te maken, maar ja, een vriendin kost geld. Daarom krijgt hij elke keer dat hij bij ons is, één, twee of drie left-overs mee naar huis. Ik heb er bakjes voor bij moeten kopen en het hangt altijd af van wat wij over-leften. Als Celine in het weekend naar hem gaat, plundert ze het een en ander uit mijn voorraadkast.

Duidelijkheid
Kijk ik naar Benjamin.
    ‘Hoe zit het nou met Jolanda en jou? Is het al aan?’ Oeps, zijn blik wordt donker. Even vergeten, zo mag ik het niet noemen. Aan is uit! ‘Ik bedoel: heb je verkering?’ Nu doodt zijn blik me. Opnieuw is de bewoording verboden.
    ‘Mam, ga je mond spoelen. Wat een boomertaal.’
    ‘Boeie, hebben jullie nou…?’
    ‘Ja, mam, sinds gisternacht twaalf uur.’
    ‘Wat hebben jullie dan?’