Als bij het avondeten het gesprek stil valt vraag ik soms:
‘Wat was jouw high?’ of ‘Wat was jouw low?’
Gelukkig antwoordt niemand met:
‘Nou mam, ik was vandaag high, heb eens
lekker de drug-addict uitgehangen.’ Alhoewel
Celine donderdag op het randje balanceerde. Zij creëerde een prachtige
prentenboek en was druk aan het werk met fotolijm.
‘Volgens mij ben ik high van de lijm.’ Nooit gedacht dat
juist zij zo in mijn huis zou zitten.
‘Er uit!’ Ik doe aan een zero-tolerance-beleid. Zouden er meer
moeten doen.
Over een low gesproken, als we
een wedstrijd wie-ervaart de-diepste-low
speelden, won Benjamin met stip. Zijn YouTube kanaal met ruim 160.000 abonnees
is gehackt. Wat nu?, was dagenlang onze grote vraag. Tot vrijdag bleek dat zijn
kanaal niet meer beschikbaar was. En nu?
Ik zag in één week tijd mijn
zoon breken, neervallen, maar ook weer opstaan. Hij dook vrijdagmiddag direct na
zijn stage achter zijn computer en kwam er pas zaterdagavond achter vandaan. Zijn
nieuwe kanaal was actief.
Dit weet ik: mijn mannen kunnen
vallen, hard op de bek gaan, maar als ze opstaan, dan zetten ze er niet alleen
hun schouders onder, maar vooral hun kop en kont bij in. Iets met hoofd,
schouders, knie en teen.
Sterker nog, dit weet ik: Benjamin
komt er sterker uit, watch him! Extra mooiïgheidje is dat hij zoveel
hartverwarmende reacties krijgt van volgers, fans en abonnees, dat ik een brok waterlanders
omhoog voel komen. Ze vinden nog net niet de weg naar mijn ogen.
Hoogtepunten
Mijn week was met drie grote en
twee kleine interviews en vrijwilligerswerk iets te druk naast een sushi-lunch
met een vriendin en tijd doorbrengen met mijn zus. Ja, mijn in-Amerika-gehuisveste-zus
is weer in Nederland. Ze gaat alweer bijna terug naar Amerika, maar geniet
eerst nog van haar nieuwe zesde kleinkind.
Donderdagavond zette haar komst
onze avondmaaltijd compleet op zijn kop. We aten wel, maar vooral met veel
gelach, gegil en gejank. Omdat afscheid een ding is, spraken we elkaar vrijdag
weer. We wilden samen door de stad struinen en fotogenieke spots vereeuwigen.
Tot ze appte dat haar zoon mee wilde.
Flexibel als ik ben vond ik het
helemaal prima. Nu gaan echt bij sommige lezers de wenkbrauwen omhoog: Irene
flexibel? Ja! Ik ben werkelijk beangstigend meewerkend geworden. Dat krijg je
als je tot een uur voor de maaltijd niet weet wie er wel of niet mee eet of
zelfs blijft slapen. Deze zekerheid heb ik: manlief en ik slapen thuis. Voor de
rest hangt alles aan losse spijkers. Dat en werken voor de weekkrant maakt me flexibel
als een telefoonsnoer – het kan netjes liggen, totaal overhoop of in de knoop,
maar het is altijd uit elkaar te pulken.
Zuslief en ik spraken om 10.00 uur af bij de piano op station Utrecht.
Tot een appje vroeg of 11.15 uur ook goed was, want haar schoondochter en
pasgeborene kwamen mee. Buigzaam antwoordde ik met een ‘natuurlijk’. Ik vroeg me
even af of ze 10.15 uur bedoelde en herhaalde de tijd in een antwoord. Ze
antwoordde bevestigend.
Vervolgens volgde een appje dat
mijn zus en aanhang al om 11.00 uur bij de piano zouden staan. Meegaand klonk
mijn 'goed hoor'.
Onder ons gezegd: mijn zus,
haar zoon en schoondochter zijn niet echt van de klok. Vermoedelijk ligt dat
aan de laatste twee, misschien zelfs wel alleen aan de laatste. Daarom bedacht
ik: zouden ze werkelijk op tijd zijn?
Klaarmaken

Met één been buiten de deur
besefte ik dat ik mijn gehoor vergeten was. Hup, weer naar binnen om mijn gehoorhulp
te halen en klaar. De trein halen werd zo onderhand kielekiele. Zorgeloos
wandelde ik richting NS station.
Tot ik de vroegere
stadsdichteres ontmoette en een praatje maakte, wel kort, want ik wilde geen vertraging
oplopen. Liep ik uiteindelijk het hoekje om bij het gemeentehuis, zag ik de
trein net vertrekken.
Gelukssprongetje
Ik kon wel springen van geluk: Het
is me gelukt, ik miste de trein. Ik kan het! Vijf minuten later volgde een
appje van mijn neef: waar ben je?
Ik schreef: trein gemist.
Eenmaal aankomen zei
mijn neef flabbergasted: ‘Jij bent
nooit te laat.’
Ik was verbaasder: ‘Jullie
zijn nooit op tijd.’