zondag 7 april 2019

Bedrogen


Verraad! De boodschap is zwaar, de nasleep intens. Ik hield geen rekening met dit bedrog! Zeg ik, die de boel zelf bedrogen heeft. Dacht ik werkelijk ermee weg te komen? Ik kon weten dat iemand me terug zou fluiten. Ik moest er op bedacht zijn dat ik het zelf kon zijn. Ik vergat mezelf.

Eerder vandaag legde ik Marcel uit dat het de schuld is van het oneven getal 47. Ik hou niet van oneven getallen, nooit van gehouden. Het is verder niets bijgelovigs hoor.
    Bijgelovigheid vind ik totale nonsens. Juist op vrijdag de dertiende aai ik de zwarte kat die op straat loopt of wandel ik fluitend* onder een ladder door en begroet de schilders boven mij. Nooit kreeg ik een druppel of emmer verf over mijn bril.

Oppoppen
Verf over mijn kop, blijkt echter dichterbij dan ooit. Ik schrok me de bril van mijn hoofd toen ik afgelopen woensdag in de spiegel mijn tweede krul van rechts checkte. Hij zat verstopt achter vijftien grijze haren. Dat waren er vorige week nog maar drie!
    Dat is verraad! Wanneer zijn die opgepopt?

Zoals wel meer op popt, bijvoorbeeld oplopende krakkemikkigheid. Hopelijk is het een periode, zoals ik gewend ben. Pijnepisodes komen en gaan, maar bleven lang weg. Tot nu, de pijn loopt op. Als ik dadelijk opsta van de bank loop ik drie stappen krom om vervolgens langzaam weer recht op de benen te staan. Krak, kreun, knerp. Ze staat! Ik vind het stom!
    Ik hoopte nog zo, dat door te doen alsof ik 34 ben, mijn lijf daar in trapt en zich verrekent. Ik heb mijzelf nog zo geprobeerd te geloven. Ze zeggen dat wat je gelooft groeit, toch?! Nou, mijn kop laat zich niet neppen.

Er in geluisd
Volgens mij heb ik mij laten neppen. Jaja, op 1 april (tada!) werd me een geweldige klus aangeboden. In mail antwoordde ik als volgt: Of dit is een goede 1 april grap of dit is een fantastisch verjaardagscadeau, maar ik ben op mijn hoede.
    Het antwoord luidde: Wat een rotdag om jarig te zijn. Nee, het is geen grap. Als je wilt dat ik dit bericht morgen nog eens stuur doe ik dat.
    Ik reageerde 2 april met: Ja, ik wil die klus.
    Om tot op de dag van vandaag er niets over te horen. Denk je dat ik er in geluisd ben? Het voelt werkelijk alsof ik met beide stevige en dikke bovenbenen in een grap gestampt ben.

Ja, stevige en dikke bovenbenen. Heb medelijden. Ik word naast grijzer en krakkemikkiger, toch echt weer zwaarder. Zou er een link zijn?
    De enig bedenkbare link is deze: ik word een oude taart.
    Wat blijft dan nog? Acceptatie? Slikken dat ik 47 ben? Lukt me niet, ik kots!

Feestje
Kotsen? Niet op mijn feestje. Die was better, much better.
    Wie het nog niet weet, ik zette mijn verjaardagsliedje in om 0.03 uur.
    ‘Fijne verjaardag voor mij!’
    ‘Dit deed je expres, wachten tot na twaalven.’
    ‘Nou, eigenlijk pakte ik gewoon mijn boek erbij. Je weet ik lees graag voor het slapen gaan. Het is zo’n mooi boek, die sluiten kost me echt moeite, dus werd het zomaar ineens laat. Bij het aanzetten van de wekker besefte ik: ik ben jarig! Ik als avondmens lette gewoon op de klok. Kon jij ook doen. Jij ligt notabene de hele tijd naar je phone te kijken. Jouw klok was dichterbij. Je kan gewoon niet tegen je verlies.’
    ‘…gromt wat…,’ en viel stil. Zo gaat dat, hij legt zijn hoofd op het kussen, ik tel in stilte tot tien en poef, weg is ie. Bleef ik achter en dacht: 47, ik ben er echt niet klaar voor.

Verwend
Klaar of niet, het was 1 april.
    Verrassend genoeg voelde ik me ondanks groot feest echt jarig.
    Ton, die van Appie, dwong me op een kratje te staan en zong me toe. Sylvia gaf een dikke knuf. ’s Middags en ’s avonds trakteerde ik tijdens vrijwilligerswerk en werd omgekeerd verwend met cadeaubonnen van het Taalhuis en Sterpoelier van der Lingen (even reclame gemaakt).
    De grootste verrassingen lagen thuis: Benjamin ontwierp een Typisch Irene logo, Celine maakte een ketting en gaf een Samsung S10 hoesje (maar ik heb een S7) en Marcel? Het twee euro muntje viel. Waar ik mijn zoet verdiende monnies voor opzij zet, gaf hij cadeau, de S10 passend bij Celine’s hoesje!
    ‘Op mooiere foto’s!’

* Eén ding komt nooit op de foto. Irene fluitend over straat. Mooi niet dat ik mijn lippen tuit in het openbaar. Ik kan fluiten, maar houd het onzichtbaar. Het ziet er gewoonweg niet uit, daar hou ik het op. Zelfs mijn beste vrienden op Instagram, zij zien heel wat, krijgen dat beeld niet op hun scherm. Blijkbaar heb ik mijn grenzen.
    Die ligt bij mijn getuite lippen!