Als moeder doe ik het nóóit goed!
Het eten is te heet, te lauw,
te flauw of niet lekker. Ik koop de verkeerde shampoo voor Celine, Benjamins gel
is op, ik heb de waarheid over Sinterklaas een beetje verdraaid en het ergste
is dat Marcel teveel aan mijn billen zit. Wacht, dat doe ik niet, dat doet hij en
Celine vindt het teveel! Zó vermoeiend!
Waar ik het meest van schrik, als het gaat om feedback van de kinderen
tegenover mij als mum, is dat ik te
hard klop. Dit gaat niet over het kloppen van matten of slagroom. Aan mij klopt
verder ook best veel, maar ik klop verkeerd. Dat krijg ik tijdens het eten op
mijn bord.
Stoorzender
‘Mama, jij klopt altijd met zo’n
harde BAMBAM en staat gelijk binnen. Van schrik springt de Brushpen uit mijn
hand met een mislukte streep tot gevolg. Dat doe je net zo tijdens het
studeren.’
’Ik weet dat ik je soms enorm
laat schrikken, terwijl jij gebogen zit over schoolboeken of handlettering. Soms
wil ik iets vragen of leg ik je schone was op bed. Een andere keer sleep ik de stofzuiger
door het hele huis en neem daarmee gelijk even jouw kamer mee in het weg slurpen
van stof. Ik weet dat ik stoor, maar wanneer moet het dan? Je bent vaak thuis
wanneer ik around ben. Ga dan weg
wanneer ik thuis ben of kom thuis wanneer ik vertrek. Het is een kwestie van
plannen!’
Nu lijkt het alsof ik haar
altijd stoor, maar zal ik een blogje opendoen over hoe vaak zij mij stoort? Ze
is net zo erg als Marcel, alleen, of zeg ik, gelukkig op ander gebied.
Terug naar Celine’s opmerking:
‘Je laat me zo enorm schrikken,
mama!’ Er valt een stilte, waarna Benjamin op z’n Benjamins reageert:
‘Heftig!’ Een typische reactie à
la man. Kort, als in weinig woorden. Ik zie het bij meer mannen; in één, twee
of hooguit drie woorden iets zeggen. Daar tegenover staat moi als madam-gebruik-vooral-veel-woorden voor wat in minder tekst te
zeggen is. Ik hou niet van kort van stof. Dat is andersMANs kunstje. Applaus! Klaar?
Nee, niet klaar! Ik ken één man die meer letters vuilmaakt in
privéberichten aan mij dan ik aan hem. Dat is mijn zwager, een zeer betrokken
familielid. Hij reageert links en rechts op verschillende serieuze en grappige
zaken. Echter daar waar het forten, geweren en ander militair-materieel involves, is hij er als een kogel bij om
mij het een en ander in meerdere woorden en volzinnen uit te leggen. Super leuk,
keep going! Terwijl mijn antwoord akelig
goed klinkt in de stijl der mannen: interessant of wist ik! Verder ben ik vóór
klessebessen en lijnen warm houden. Ik ga voor contact!
Leuk, die warme lijntjes, maar ze helpen me niet als het gaat om mijn harde
kloppen en Celine’s schrikreactie.
‘Ik kan binnenkomen zonder kloppen!’,
zeg ik tegen Celine.
‘Of je klopt of niet, ik schrik
sowieso van jou.’ Dat is typisch Benjamin.
‘Mam, je moet gewoon rustig
kloppen. Gewoon klop-klop, even wachten en dan…’
‘Ik klop rustig!’
‘Laten we papa evalueren,’ zegt
Benjamin, ‘van hem schrik ik nou altijd.’
‘Marcel is inderdaad
schrikken!’
‘Eigenlijk is het niets aan om
iemand bij ons thuis te laten schrikken. Niemand schrikt zoals normaal is. Papa
schrikt of reageert gewoonweg niet, hij weet waarschijnlijk niet eens wat
schrikken is. Mama raakt gelijk gehandicapt en Celine gaat direct huilen. Wat
zijn dat voor reacties! Het is gewoon triest.’ Best veel woorden voor Benjamin!
Gelukkig lacht Celine het hardst, waar Benjamin gelijk heeft over mij. Als ik schrik
en ik ben miss-schrik-van-alles, verschiet ik me een duizeling, echt twisted!
Voorbeeldfiguur
‘Wat betreft papa, zeg je wel
wat, Benjamin. Hij schrikt dan wel nergens van, maar zelf is hij een geest op
sokken. Van hem schrik ik altijd, want ik hoor hem nooit. Wat een sluiper! Sta
ik in de keuken jullie hapje eten te heet te bakken, staat die man ineens
achter me. Wacht! Ik weet de oplossing voor zijne luchtigheid: we doen hem een
bel om de nek!’
‘Noem hem gerust een sluiper, hij
klopt tenminste schattig en zachtjes op de deur en wacht voordat hij binnenkomt,’
reageert Celine. Nog even en ik word met manlief naar boven gestuurd om te
leren hoe hij klopt, de klopspecialist.
‘Ik weet niet wat papa doet en
wat mijn aankondigende klop helemaal fout maakt, ik ben zekerste weten geen zotte
debiel die als een lompe os op je deur staat te rammen. Echt, that’s not me-like. Weet je wat? Ik vraag
roetveegpiet wel even om op je deur te kloppen, dan weet je in één klop dat ik
het heel niet verkeerd doe.
‘Ma-ham, die zit toch in Spanje?’