Ik mis alle zin.
Waar ik afgelopen week dacht: Altaconsult en
de navolgende gedachtenkronkels, daar moet mijn blog over gaan, vraag ik nu:
boeit het? Heeft hun werk uitleggen zin? Ik heb echter A gezegd en moet naar B.
Altaconsult
richt zich op Medische Expertise in de vorm van medische rapportages. In dit
bloggeval op rapportage voor het CBR.
In een half uurtje bepaalde een medisch
specialist of Celine rijgeschikt is of niet, ondanks of met ADHD. Dat ze ADHD
heeft is geen nieuws of toch? Had je geen blogleeszin? Serieus? Als ik zin maak
om de link te zoeken, maak jij dan zin om ‘m hier te lezen, deal?
Het gesprek met
de specialist was verhelderend. Ik heb zin dat te delen, de psychologie was
interessant, maar in deze is de boodschap wel erg persoonlijk. Niet alles hoeft
de wereld in.
Behalve dit gesprekje:
‘Gelukkig vindt Celine autorijden leuk. Ik
ben er klaar mee.’ Zonder doorvragen antwoorde de beste man:
‘Het is druk hè, op de weg.’ Hij kan
gedachten lezen! Hoe weet hij dat ik precies daar last van heb?
‘Tel daar gevaarlijker bij op!’
‘Emigreer naar Japan, daar rijden ze heel
netjes.’
‘Alsof ik daar zin in heb.’
Autorijden
draagt hetzelfde gevoel. Eigenlijk was ik als jongere nooit van plan mijn
rijbewijs te halen. Het was niet nodig en later had ik Marcel en onze Fiat
Panda. Hij speelde taxietje in onze Recycled Ferrari (dat stond op de zijkant)
en bracht ons waar we maar wilden.
Marcel en ik, we
waren drie jaar getrouwd, toen ik ineens de behoefte voelde mijn rijbewijs te
willen halen. We woonden drie hoog aan de Burgemeester Norbruislaan 388 in
Utrecht. Een flat zonder lift. Altijd slepen met boodschappen, op één keer in
de week na. Dan gingen we met de auto boodschappen halen. Mocht meneer de boel
naar boven slepen.
Als het al
romantisch klinkt is het schijn dat bedriegt. Meneers zin duurde tot het
uitstappen op de parkeerplaats bij de winkel. De overstap naar chauffeur van
het boodschappenkarretje was een kar te ver. Ik zie nog zijn kin steunend op
zijn hand, arm op de stang leunend en achter me aan sloffen. En zijn kop? Een
oorwurm was knapper!
Hij volgde me blind. Dan weer links, dan
weer rechts. Nietszeggend tot ik terug moest, omdat ik iets vergat. Dan klonk
een zucht (zijn gesnurk is er niets bij) die tot de kassa reikte. Daarbij leek
hij een stopwatch te hebben, want als ik maar een seconde langer duurde dan hij
verwachtte klonk:
‘Ben nou eindelijk klaar?’
Ik accepteer
veel, maar dit wekelijkse gedrag opende mij de ogen. Ik vond boodschappen doen
toen al leuk, maar door hem verdween elk plezier. Ik vroeg me af of auto leren
rijden erger zou zijn dan elke week etenswaren aanschaffen met Mopperzuchtpot.
Ineens riep ik, harder en gefrustreerder dan ik van mezelf gewend ben, midden
in de winkel:
‘Ik ga mijn rijbewijs halen!’
Je had zijn kop
moeten zien! Zijn ogen kregen de omvang van een groot-oog-kikker. Ik weet zeker
dat hij er geen woord van geloofde, tot hij twee dagen later hoorde dat ik een
date had met dezelfde instructeur die hem leerde autorijden.
‘Verrassing schatje! Alles om jou niet nodig
te hebben!’
Het duurde lang
voordat ik het roze briefje werkelijk bemachtigde, maar het was er in één keer.
Iets wat ik mijn lief nog heel soms onder z’n neus wrijf. Met dat verschil: hij
rijdt graag auto; ik ben er nooit gek op geweest. Wat alleen maar versterkt is
door drukte op de weg. Waar gaat iedereen almaar naartoe? En wat worden er een
streken uitgehaald, vooral door de kijk-mijn-dure-auto-bestuurder. Alsof zij de
wegen bezitten, rijden ze standaard hard. Mogen we 130 op veel wegen, scheuren
zij me met 140/150 voorbij. Als ik, me
aan de snelheid houdend, een ander inhaal gaan ze bumperklitten of knipperlichten.
Ha! Ik laat me niet intimideren. Die
snelheidsduivels kunnen mijn wielen op.
Het ergste is
dit: ze denken dat ik niet kan rijden of een oude taart ben. Komen ze
behoorlijk bedrogen uit!
‘Jij bent een veilige bestuurder,’ citeer ik
manlief. Toegegeven, als Celine meerijdt vraagt ze om minder pit. Joh, mijn
auto heet Picanto! Pit is in the name!
Soms rijdt
Marcel mijn monstertje naar de garage en ontdekt hetzelfde schrikaanjagende
gedrag. Hij zegt dat het aan de auto ligt, men kijkt erop neer. Neerbuigende
snelheidsopheuende wegpiraten dat ze zijn, met hun autobrekende rijtoeren.
Misschien moet ik toch maar emigreren naar
Japan, waar ze netjes en rustig rijden of gaat de auto eruit?
‘Maar mama, ik wil jouw auto gebruiken als
ik mijn rijbewijs heb,’ oppert Celine.
‘Ook dat nog: zij de kilometers, ik de
rekeningen. Alsof ik daar zin in heb!’
Tja, ik had ook
al geen zin in deze blog schrijven…