‘Daar is de Kruidvat, kom Irene!’ Onverwacht
snel grijpt mijn zus, Heidi, me bij mijn rugzag en trekt me naar de overkant van
de winkelstraat.
‘Vergeet die cultuurfoto, meekomen jij!’ Ik
word de Kruidvat in gesleept.
‘Ben ik serieus helemaal naar Zutphen
afgereisd om de Kruidvat te bezoeken?’
‘Snap het dan,’ zegt José, mijn oudste zus.
‘Snap wat? Is dit een complot?’ Ik voel me ineens
niet meer zo veilig.
Sta ik
ineens oog in oog met Predictor-, Clearblue en Sensitest-tests.
‘Ho, stop, wie is hier zwanger?’
‘Jij, dat zien we zo en je zei het zelf. Tijd
om te testen!’ klinkt tweestemmig. Die twee klonken wel vaker perfect gestemd
in één akkoord tegen mij. Als jongste van drie dochters had ik drie moeders! Met
een leeftijdsverschil van 4,5 en 3 jaar bleef ik lang de baby. Dat opschrijven
lucht best op. Als Heidi dit leest, ligt ze krom bij zoveel overdrijf. José zal
ik met een appje inclusief bovenstaande link moeten forcen sowieso deze blog te lezen.
‘Ik zei alleen dat ik vijftig dagen over tijd
ben!’
‘Inderdaad, en je moet naar het toilet. Koop zo’n
test kan je plassen en checken in één!’ Heidi staat erbij of ze eigenhandig de
test in de straal gaat houden.
‘Ik ben weg! Eerst maar eens langer over tijd
zijn.’ Dat ging net zo bij Celine. Ik was zo laat dat de test overbodig was. Mijn
lijf sprak voldoende talen om duidelijk te maken dat daarbinnen iets wonderlijks
gebeurde.
Nu op
zussendag is vooral sprake van een situatie-tje ik-sluit-liever-mijn-ogen dan de
waarheid te kennen. Het zweet breekt me uit – snel jas uit! Ik bedoel maar, de
gevolgen zijn enorm! Bij een broertje moet Benjamin zijn kamer gaan delen, bij
een mini-meidje is het Celine die ruimte moet creëren. Zij wil uiteraard een
broertje, de eerste een zusje. Eén van hen wordt dolblij, de ander
doodongelukkig met dit nakomertje.
Mijn zussen
zijn dolgelukkig!
‘Misschien zijn het er twee! Van tweelingen rennen
er behoorlijk wat in de familie.’
‘Wat dacht je van Annelie voor een meisje en
Joep voor een jongen?’, vult Heidi aan.
‘Serieus? Jullie bedenken al namen? Hopeloos stel!’
‘Olijf! Olijf! Doe mij olijf!’
‘Irene, jij houdt niet van olijven.’ José is er
één die alles onthoudt.
‘Wel bijblijven sis. Sinds een week of drie kan
ik ’s nachts rond 02.46 uur zo’n zin hebben in een groene olijf, maar nul animo
om uit bed te klimmen. Dan moet ik me beheersen om Marcel niet wakker te shaken met de vraag ze te halen.’
‘Zin in vreemde dingen hè? Heel verdacht.’ Is
Heidi’s veelzeggende reactie.
Even later praten
we over wat serieuzere zaken en eindig ik met tranen in mijn ogen tegen de
brugleuning.Pfoe, die emoties ook!
‘Heeft iemand een zakdoekje?’ Vliegensvlug zoeken
en graaien de dames in hun tassen en eens zo snel krijg ik een zakdoekje achter
mijn bril gepropt.
‘Lastig hè, al die hormonen als je zwanger
bent,’ zegt Heidi en port José in haar zij.
‘Hormonen zijn vies en stinken!’
Ze
herinneren me aan Erwin (onze goede vriend). Hij kreeg het way back te verduren toen hij mij, tijdens een vreselijke bitchbui, vroeg of het soms de hormonen
waren. Ik werd ongekend kwaad, duidelijk zwaar onder invloed van hormonen, dat
hij in mijn bijzijn nooit meer het woord hormoon heeft durven noemen. Hij lust
ze net zo min.
Olijven zijn veel lekkerder!
‘Irene krijgt wel een beetje een dikke buik
en kont hè?’, fluistert Heidi.
‘Hallo! Ik hoor jullie.’
‘We merken alleen de overduidelijke
lichamelijke kenmerken op.’
‘Jullie willen bewijs in tekenen?’ Mijn
zussen knikken nieuwsgierig. ‘De hele weg hierheen, bumpte ik van de ene naar de andere in blijde verwachtinge vrouw. Gisteren
vlogen drie ooievaars over. Zijn dat tekenen in de lucht?’ Hup daar komt weer
een tranendal voorbij. Ik ruik ernstig naar ontoerekeningsvatbaarheid.
Zeg ik
altijd stoer: alles was ik doe of schrijf is bij mijn volle verstand. Geen
alcohol of drugs in mijn lijf! Echter onder invloed van deze hormonen, twijfel
ik aan mij. Mocht ik binnenkort een misdaad plegen, please pleit op mijn hormonen. Zelfs jij mag ze in mijn voordeel
gebruiken, Erwin. Ik zal niet boos worden, of misschien toch. I’m losing it.
De dag met mijn
zussen kwam gelukkig ten einde:
‘Ik ben klaar met jullie! Ik ga plassen en
naar huis!’
‘Testje nodig?’, hoor ik aan de andere kant van
de deur?
‘Nee! Olijf! Olijf! Ik schreeuw het uit! O heerlijk
lijf! Doe mij maar maandverband!Wij zijn niet zwanger!’