Ik kijk Celine aan:
‘Kom meid, snel de zooi opruimen, wij gaan
ze bespieden.’
Eerst even een week
of zeven terug (zo lang alweer?). Boven een Salade Niçoise avec le twist de moi, baguette
en merguez worstjes en vergezeld door
de hitte van de Franse zon, zegt Benjamin ineens:
‘Pap, zullen we na de vakantie gaan sporten?’
Ik rolde van de campingstoel, bijna de tent in als een Jeu des Boules bal naar
het buutje. De hitte moet hem naar de kop zijn gestegen.
‘Zei jij sporten?’ Met stip en zonder naast
mijn wandelschoenen te lopen, staan in huize Typisch Irene de meeste sporturen
op mijn naam. Ik was de fitnessbabe
met acht tot tien jaar lidmaatschap.
Ik besef ineens, dat
de Franse omgeving niet zo best was voor de magere mannen in mijn gezin. Net als
zij zag ik ze heus wel lopen hoor, die spierbundels met hun six-pack boven de korte broek. Ze
vergissen zich echter stevig als ze denken dat ik het daar warm van kreeg.
Liever bood ik ze een shirt aan. Ik ben vóór het verstoppen van zulke spierbundels.
Blijkbaar te erg gewend aan lang en super slank na 27 jaar tegen mijn man
aankijken. Ik betwijfel zelfs of ik wel een gespierderde man naast me wil.
Wel hoop ik dat
beide mannen zich beter zullen voelen met wat meer body. Met hun snelle voedselverbranding en magere postuur vallen ze
ver onder de waarden van BMI- en gewichtstesten. Het antwoord is altijd: ERROR. Te licht, te weinig vet, te
weinig spiermassa, te…
Het is gewoonweg oneerlijk verdeeld in het
leven!
Tijdens onze
vakantie kwam het gesprek regelmatig terug bij fitness; de toon werd serieuzer.
‘Celine, wedden dat zij hier niks van bakken?’,
zei ik tijdens een volgend maaltje.
‘Mam, wat wed jij?’
‘Dat ze de drempel van ons huis nog niet
eens oversteken.’
‘Dan wed ik dat ze net voor de drempel van
de sportschool rechtsomkeert maken.’
Mijn voorspelling
leek uit te komen, want manlief gleed uit in een bergrivier en klapte daarmee
zijn voet om. Een dag later belandden we bij een Franse huisarts. We
verwachtten van alles, maar niet een huisarts met zo’n mega postuur toen hij
mijn man binnen riep:
‘Vaalèn.’
Naast zijn postuur bleek zijn Engelse
woordenschat verbazend mager, maar we kwamen er samen uit. Meneer Vaalèn mocht
op de onderzoekstafel liggen en vervolgens een paar stappen zetten. We wachtten
op het moment dat de arts zou voelen en bewegen. Het bleef bij kijken. Hij zag
en sprak:
‘Niets gebroken.’ We kregen tips en een recept
voor medicijnen, brace en alsof alles
al niet gewichtig genoeg was, ook nog krukken.
Ging meneer Vaalèn een
paar weken later door zijn rug.
‘Je bedenkt wel heel slechte smoezen om niet
te gaan fitnessen. Geef het op!’
‘Wacht maar!’
‘We hebben ons aangemeld bij Anytime Fitness
voor morgenavond. Ga je morgenmiddag mee naar Intersport voor sportkleding?’
Een avond later
klonk:
‘We blijven de hele avond weg!’
‘Alsof jullie een hele avond fitness
uithouden.’
‘We zeiden niet dat we de hele avond in de
sportschool blijven hangen!’
Inmiddels zijn twee weken
verstreken en erken ik: de mannen zijn beter bezig dan ik had verwacht. Zeg maar
als in enorm goed bezig en ze willen dat herhaaldelijk horen. Het maakt mij knetter
jaloers. Toen ik twee keer per week stond te zwoegen in de sportschool, bedenk daarbij
dat ik er langer bezig was dan zij nu, heb ik lang niet zoveel complimenten
gekregen als zij in de afgelopen twee weken hoorden. Dat ging van:
‘We gaan vanavond weer fitnessen hoor. Goed
hè?’
‘Ja! Goed bezig!’
‘Irene,’ klinkt Marcel met zijn 1.88
kinderlijk blij, ‘kijk mijn nieuwe sportbroek. Die heb ik vanmiddag gekocht,
want nu het kouder wordt, ga ik natuurlijk niet in mijn korte sportbroek over
straat.’
‘Staat je goed schatje, goed bezig!’
‘Mam, ze zeggen dat we meer moeten eten en
drinken. Haal voor het ontbijt maar extra brood uit de vriezer.’ Ik riep hetzelfde
al jaren, maar een vreemde opende hun de ogen.
‘Heel goed bezig.’
‘Irene…’
‘Ja, schatje, je bent super goed bezig.’
‘Maar ik vroeg niets!’
‘Kan je nagaan, ik weet het antwoord al.’
‘Eigenlijk wilde ik vragen wat we vanavond
gaan eten.’
‘Irene, deed jij ook de leg-press? Die is zwaar!’
‘Ja, ik presste
mijn lichaamsgewicht, hoeveel jij?’ De ogen van meneer werden groot!
‘Uhm, 25 kilo. Jij was écht goed bezig.’
‘Was? Wie liep vorige week 116.789 stappen
en sinds december ruim 2600 kilometer?’
‘Oké oké, goed bezig.’
‘Was dat nou zo moeilijk? Dat wilde ik horen!’