‘Mama, waarom staat de tissuedoos nu weer bij
papa?’
‘Omdat papa heel moeilijk dingen afleert of
moet ik zeggen aanleert?’ Ik kijk mijn lief indringend aan, pak de tissuedoos
en beweeg het demonstratief voor zijn gezicht langs over alle ontbijtbeleg,
brood en theeglazen. Ik houd voor Celine’s neus stil. ‘Hier pak aan.’
Ik verwacht een harde
snuit, want vooruitlopend op de erfenis bij mijn dood, erfde dochterlief hooikoorts
bij haar geboorte. De tissue die ze nu pakt, gebruikt ze echter niet om traanneus
en loopogen te ontvochtigen, ze veegt haar mond eraan af.
Die heb ik jaren geleden van tafel geveegd. Hoe
gezellig het ook stond, ze bleken nutteloos. Ik kon er dag na dag drie
terugproppen in de servethouder, wat net zo’n sta in de weg is. Ik heb echter graag
een servet bij de hand en besloot over te stappen op katoenen servetten; beter
voor de bossen en herwasbaar.
Mis ik wel de heerlijke teksten als HOTEL
MAMA IS ALWAYS OPEN of vrolijke diertjes die erop afgebeeld staan. Die erop
borduren is voor mij geen optie!
Tot het probleem
opdook dat na het afvegen van mond, handen en oksel de servet onbruikbaar bleek
voor anderen en de kinderen ineens wel servetten wilden gebruiken. Nu wel!
Na elk gebruik vonden drie servetten de
route naar de wasmand, maar voordat de witte was draaide waren de servetten in
de kast al op.
Ik besloot tot hergebruik en ieder zijn
eigen herkenbare servet: Celine een gebloemde, Benjamin een witte en ik een
witte met luxe rand. Eigenlijk was een vlekken-check voldoende om te herkennen
welk servet bij wie hoorde.
Een nieuw probleem
deed zich voor: waar laat ik die half gebruikte servetten als de tafel in
onbruik is? Hoe zorg ik ervoor dat degene die de tafel dekt, ze meeneemt bij
het aankleden van de tafel? Hoe lang vind ik het leuk om op te staan tijdens
het eten, want mijn servet ligt nog in de la? Ik heb zo’n gruwelijk akelige hekel
aan opstaan tijdens de maaltijd!
Zoveel zorgen om een servet? Weg ermee. Dan
maar een vette bek.
Wat me terugbrengt
bij de tissuedoos. Terwijl ik ‘m zo opzienbarend voor Marcel langs bij mijn
dochter drop, vraag meneer:
‘Tissues zijn toch om make-up te
verwijderen?’
‘Make-up weghalen met tissues? Hoe kom je
daar nou bij? Alleen al de reinigingsvloeistof zou de hele tissue onherstelbaar
onbruikbaar maken. Zoveel vocht kan ie niet aan!’
‘Pap, je bedoeld zeker Demak’up.’
‘Wat is dat?’
‘Zeg liefje, wil jij een lesje make-up-verwijdering?
Kom dan gezellig vanavond mee onder de douche dan zal ik het je van begin tot
eind leren.’
‘Echt niet, ik sta liever alleen onder die
warme straal.’

Sterker nog, op een make-up loze dag, kan
het maar zo zijn dat meneer na een halve dag samenwerken in de tuin zegt:
‘Hé, je hebt geen make-up op.’
‘Heb ik net een dagje incognito gepland, herken
je me toch!’
Hoewel ik heel lang
geen make-up heb gedragen, ga ik sinds een aantal jaren de deur niet meer uit
zonder minimaal een likje mascara. Behalve op vakantie: daar kennen ze me
sowieso niet en make-uploos voelt eigenlijk best vrij!
‘Marcel, tissues zijn om tranen te drogen en
snotneuzen schoon te blazen.’
‘Echt niet, dat van die tranen kan kloppen.
Maar je neus snuiten, daarin? Hij pakt een tissue uit de doos en showt hoe dun
die is. ‘Hier kan ik geen druppel snot in kwijt.’
‘Dat komt doordat jij bij het snuiten klinkt
alsof jij hoger van de toren wil blazen. Boy, als jij snuit is half Houten
wakker geblazen. Jouw snotberg en blaasvolume zij oog- en oorverpestend. Een tissue
is voor jou te dun: grote neus, grote snot! Wij dames snuiten subtiel.’
‘Vrouwen snuiten? Jullie snuffen!’, wat
meneer meteen demonstreert. ‘Jullie aaien je neus! Kijk, zo hoort het!’ Manlief
snuit, waarop ik mijn oren maar net op tijd dicht weet te houden.
‘Dat is alles behalve snuiten, dat is
trompetteren. Ik zei al: alles is groter - je geluid included.’
Blijk ik vooral een gevoelige
neushaar te hebben geraakt met die grote neus. Grote tranen schieten in de ogen
van manlief.
‘Nou pest je me al om mijn kleine hoeveelheid
haar, komt daar nu een grote neus bij?’
‘Ach liefje, wil je een tissue?’ Celine geeft
de tissuedoos terug aan haar vader. ’Troost je lieverd, beter een grote neus
dan een grote mond! Nu wil ik eerst zien of een tissue bestand is tegen jouw leeuwentranen.’
Manlief steekt zijn hand in de doos.
‘Ze zijn op!’
‘En ik mag zeker van tafel om nieuwe te
pakken?’