zaterdag 4 november 2017

Klitten



    ‘Marcel, de schaar moet er in!’, zeg ik nadat ik een enorm grote ondoordringbare klit in mijn nek voel. ‘Het is weer klitseizoen!’
    Amper mijn woorden uitgesproken staat Marcel op van de bank, loopt naar de kast, pakt een schaar, steekt zijn wijsvinger en duim door de gaten en klapt de schaar dreigend snel open en dicht in de lucht. Om zijn mond verschijnt een geniepig duivels lachje.
    ‘Kom maar hier, ik knip die klit er wel uit!’
    ‘Alsof jij met die schaar in de buurt van mijn haar mag komen.’

Ik ken zijn wens om zijn creatieve bedenksels op mijn kop te luchten. Net zo weet ik dat hij nog eerder de bank aan stukken zal knippen dan mijn coupe te verprutsen. Zelfs met een knipcursus op zijn naam, blijft die kappersschaar angstvallig ver uit de buurt van mijn fantastische lokken, daar zorg ik eigenkoppig voor. Er zijn maar weinig mensen die hun kunsten op mijn hoofd mogen vertonen, hij is er geen van.

Ondertussen zit daar die huge klit in mijn haar. Zo immens heb ik zelden meegekregen; hij is ingewikkeld groot. Het heeft zich gevormd toen ik aan de arm van mijn jongske de stad onveilig maakte.

Je kent het, buiten wordt het kouder. Een sjaal om de nek is geen overbodige weelde. Heerlijk lekker knusjes en warmpjes aan de nek. Met de tijd wordt de sjaal vanzelf een dikke wollige das.
    Elk koude seizoen vergeet ik één dag dit: bij het dragen van een das of sjaal moet mijn lange haar de hoogte in. Of dat nou via een staart, klem of knip is, maakt niet uit, omhoog dat haar. Twee vlechten á la Pippi Langkous lijkt me het beste. Alles beter dan de catweazle-look.

Wie nog nooit lang haar heeft gehad kan gewoonweg niet weten dat die lange krullenlokken die losjes over een sjaal of das hangen, zich binnen de kortste keren tot een kluwen vormen. Resultaat? Een wirwarrig ondoordringbare knoop.
    Zo’n verwarde massa is echt niet leuk en wel om verschillende redenen.
    Ten eerste die klit moet er uit. Marcels oplossing van de schaar is de snelste maar loop ik dan niet voor gek? Ik verkies de langzame, tijdrovende oplossing. Ik heb het dan over veel extra tijd boven op de gebruikelijke haarverzorging. Iets met: als je haar maar goed zit.
    Ten tweede kost dit een behoorlijke toef crèmespoeling. Met zijn verzachtende en gladmakende effect wordt de boel iets sneller ontrafeld.
    Ten derde moet ik beslissen of ik twee seizoenen lang mijn haar de lucht in wil steken of dat de schaar er in gaat om thuis te komen met een los kort koppie? Opknopen of loslaten!

Ik heb zin in het laatste. Soms moet het gewoon helemaal anders!
    Dit besluit neem ik echter niet zonder manlief erop voor te bereiden. Ik zie al gebeuren dat hij thuis komt, me aankijkt en mij vraagt waar ik ben en waarom hij niet weet dat er een knappere tweelingzus met pittig kort koppie is.

    ‘Liefje, ik ga maandag naar de kapper.’
    ‘Voor alleen je pony?’
    ‘Nee, de boel gaat er af.’
    ‘Wat! Maar het is juist zo mooi! Het staat je zo gigantisch goed! Ik vind je zo’n lekker ding!’ Hij kijkt er sip bij, ik bloos.
    ‘Ik vind jou ook zo’n lekkertje, zeker nu jij je wilde haren tevoorschijn hebt laten knippen. En ik hou ook van dit lange haar, maar al die samenpakkende haren die op mijn kop samenspannen? Je zou het eens moeten ervaren en dat een hele herfst- en winterseizoen lang.’
    ‘Klitten?’, reageert manlief en gaat met zijn hand door zijn indrukwekkende haardos. ‘Daar heb ik nou nooit last van.’
    ‘Alsof je met zo weinig haar een klit kan hebben.’ Ik wrijf ook even over zijn bol. Weer tien kostbare haren weggewreven.
    ‘Je bent echt van plan de boel te kortwieken hè?’
    ‘Ja!’
    ‘Dat moet dan maar, als ik het eindresultaat maar niet hoef te zien.’
    ‘Dat is te regelen schatje! Ga ik na de kapper gelijk langs bij de Etos!’
    ‘Waarom daarheen?’
    ‘Dat zie jij vanzelf wel, of niet!’