Wat klinkt hier steevast op Marcels laatste vakantiedag?
‘Wat zullen we vandaag gaan
doen?’ Eigenlijk klinkt dat ook elke zondag, maar oké.
‘Kom maar met een goed idee.’ Zo
zeker als zijn vraag zich herhaalt, zo is mijn vertrouwen in zijn bedenksels om
mij met een leuk idee uit de pyjama en in mijn schoenen te krijgen. Hij weet
echt wel iets te verzinnen waarvan mijn hart sneller gaat rikketikken.
‘Wat denk je van Amersfoort? Lekker
onbekend en toch dichtbij huis.’
‘Wil jij shoppen?’ Ik verslikte
me bijna in mijn thee.
‘Nee, een stadswandeling.’
‘Yes, I’m in!’, en vloog de
trap op. Voor mijn gevoel was ik snel weer beneden en trok Marcel zijn jas aan.
Mijn haar moest alleen nog een lakje, de sokken nog aan en ik dook de kleinste
kamer in.
‘Ik dacht dat je al klaar was.’
‘Ik doe echt mij best, maar hoe
hard ik ook simsalakapsel roep, ik moet toch echt mijn coupe zelf in shape brengen. Niet iedereen heeft zo’n
perfect kapsel als jij,’ riep ik vanuit het toilet.
‘Ben je hierna wel klaar?’
‘Ja,’ en stond plotseling buiten,
‘kom nou!’
Eenmaal in Amersfoort verraadden onze rommelende buiken dat lunchtijd
aangebroken was. We speurden door de straten naar een leuke lunchlocatie, maar beseften
al wandelend ook dat we niet goed gekleed waren.
‘Ik weet wel wat ik bij mijn
lunch drink!’, zei ik en wreef mijn handen warm.
‘Ik ook: warme chocomel.’
‘Precies dat. Een goed begin
van onze stadswandeling!’ Ik zag me al genieten - met beide handen rondom een
flinke beker warme choc. Die wandeling kon wel even wachten.
Na het opwarmen bij de lunch was het reisgids GOOGLE MAPS, die de weg
wees naar de VVV. Op mijn navigatiekunsten hadden we het nooit gevonden; geen
routebordje gezien. Oh jawel, daar ineens zag ik staan: TOURIST INFORMATION met de pijl naar links. Alsof ik die aanwijzing
nu nog nodig had. MAPS had dezelfde richting al verklikt.
‘Op naar punt 1,’ zei ik amper
buiten.
‘Links!,’ klonk de eerste
instructie, ‘daar staat de Onze Lieve Vrouwetoren en begint de route.’ Natuurlijk
keken we even binnen en waren de eerste foto’s een feit.
Onze tocht van anderhalf uur voerde langs prachtige plekken in
Amersfoort. Ik had niet anders gedacht, maar was werkelijk verrast door de vele
grachten, torentjes, bruggetjes, de muurhuizen, de Koppel- en andere poorten,
Plantsoen Noord en Oost (Zuid en West nooit gevonden) en zoveel meer.
Maar we werden ook verrast door lage temperaturen. Daar hadden we ons
koud in vergist. Met vergeten handschoenen zou je denken dat we in deze nog een
gezamenlijke hobby koesteren: in de kou lopen met verkleumde handen.
Daarbij werden Marcels
voorleessels steeds slechter verstaanbaar, want zijn lippen vroren vast. Laat
ik het maar gewoon kou XL noemen. Mijn vinger die nogal eens richting
cameraknop ging werd steeds stijver. Mijn gevoel leek verdoofd.
Zo ergens op de helft van de route klinkt Marcel:
‘Ziedaar, aan onze linkerhand
de Kamperbinnenpoort.’
‘Interessant,’ en ik zette een
stap in die richting, echter werd hard bij mijn das gegrepen.
‘Oh, moeten we niet naar die
poort?’
‘Straks, eerst naar de WIBRA!’
‘Is dat een bezienswaardigheid?
Volgens mij ben jij de weg kwijt!’
‘Nee, we gaan handschoenen
kopen.’
Het zoeken naar het juiste paar, viel met verkleumde handen niet mee. Het
aan- en uittrekken van de handschoenen was een hele toer. Door verkleuming had
ik last van ongevoelige grip en bevroren kracht. Daarbij ging het om slechts
één paar. Iets van Hollandse spaarzaamheid (dat zit niet alleen op maar ook in
Marcels kop, bedenk ik maar zo).
Toch lukte het en tevreden stapten
we de WIBRA uit met nieuwe handschoenen inclusief warme fleece binnenvoering. Marcel
liep met een gehandschoende rechterhand en het routeboekje daarin (zijn andere
hand stak hij snel ik zijn jaszak). Ik liep met de linker handschoen aan om de
camera vast te houden en alleen voor een druk op de cameraknop haalde ik mijn
rechterhand uit mijn jaszak.
‘We kunnen weer!’
Om een half uur later te eindigen bij de VVV.
‘Eindpunt!’
‘Nu wil mij buik een opwarmertje
in de vorm van een Cappuccino. Oh kijk, ze hebben een maatje XL.’
‘Oh heerlijk! Hoe groter hoe
beter.’ We bestelden.
‘Wist jij dat een XL zó groot was?’
Mijn ogen verlekkerden zich bij zoveel warme drank.
‘Eens zien of ie XL lekker is.
Proost!’
‘Met al je Xtra suiker, zal hij
zeker XL zoet zijn.’ Hup daar schud meneer een volgend suikerstaafje erin. Voor
mij is één staafje het maximum en zo geldt voor meneer-calorieën-passen-mij-niet:
hij de smaak – ik de calorieën. Of die caloriekliertjes mijn dag
verpesten? Echt niet, die was pas echt XL!