Als we het hebben over TYPISCH IRENE, dan hebben we het niet over
sporten. Het blijft een haat-noodzaak verhouding. Het strandt telkens weer. Liever
vertoef ik op dat strand. Maar ik weet, bewegen is belangrijk. Daarom beweeg ik
me met liefde een huishouden en Albert Heijn in de rondte. Alles liever dan Zumba.
Daar word ik zo draaierig van.
In al mijn sportiviloosheid heb ik verzuimd om mijn kinderen via een
lepel vol energiedrank in te prenten hoe belangrijk sporten is. Alsof energiedrank
zo geliefd is. Het staat op één lijn met sporten; beide niet lekker.
Zwemles was trouwens hun eerste sport. Daaraan terugdenken is eigenlijk net
zo’n dingetje. Het brengt met direct bij een eigenschap van mijn moeder. Ze
heeft heel veel dingen goed gedaan. Eén daarvan is dit: doe wat jij zelf denkt
dat goed is - volg vooral niet de grote meute. Een soort van dwarsheid is ons
niet vreemd en uitte zich bij mij tijdens de schoolpleinjaren van mijn
kindertjes.
Zie me staan tussen andere
moeders en praten over zwemles. Het was de normaalste zaak van de wereld dat
kindertjes van vier en een half zich moesten leren redden in het water. Menig moeder
rende het schoolplein af om het kotertje op tijd in zwemkleding en water te
zien springen.
In diezelfde tijd liepen Celine en ik op ons gemakkie, haar hand in de
mijne en heerlijk babbelend met elkaar, naar huis. Kostbare momenten. Ik mis ze
soms. Thuis ploften we met fruit op de bank om Assepoessie te kijken.
Celine kon altijd nog op zwemles was mijn idee. Graag zelfs als Benjamin
er ook heen kon. In één rit twee kinderen begeleiden leek me relaxter dan de
ene ten koste van de ander elke week mee te slepen en jaren achtereen heen en
weer te scheuren van huis naar zwembad.
Dus waar klasgenootjes al in
het water trappelden, speelden de mijne lekker buiten in de tuin. Kikkers
vangen of zo en ik las mijn tijdschrift.
Zo gingen Celine (8) en Benjamin (5) tegelijk op zwemles. Tot ieders
verbazing dook Celine van bad naar bad en had met een plons en blub haar A,B,
en C diploma in de pocket terwijl
Benjamin nog struggelde om een badje
verder te komen voor zijn A diploma.
Een ouder kind pakt alles echt
sneller op. Achteraf (tja, dat is makkelijk) had ik Benjamin bij de eerste de
beste golf uit het water moeten vissen, zijn zwemlessen op moeten zeggen en na
een jaartje of drie terug komen. Dat had tijd, geld, benzine en een bad vol
tranen bespaard. De waterrat haatte zwemles.
Nu jaren later is elke groepsdruk op het schoolplein weg, het heeft
plaats gemaakt voor verademing en onze eigen weg zoeken. Maar de weg naar een
goede sport voor Benjamin ben ik kwijt. Hij lijkt te denken dat een klik met
zijn duim op de muis, een wiebel met de benen onder het bureau en het draaien
van zijn hoofd van het linker naar het rechter scherm al genoeg fitness is om
een six-pack te ontwikkelen.
Hij droomt van die six-pack (voor
de chicks). Dan is fitness toch zeer
geschikt lijkt me. Bovendien kunnen we samen op één abonnement. Dat is handig,
want dan motiveren we elkaar. Echter daarbinnen samen ploeteren kan ik op mijn
biceps schrijven, want eenmaal in de sportzaal moet ik natuurlijk aan de andere
kant van de zaal (liever buiten de zaal) zweten, zodat vooral niemand vanaf een
matje ziet dat wij familie zijn. Kan ik mee leven want hij eindigt toch weer
naast mij op de fiets.
Totaal onverwacht, terwijl ik mijn hersens nog train om de goedkoopste
sportoptie te ontdekken, heeft Benjamin een gezelliger plan.
‘Mam, zullen we gaan shoppen?’
‘Oh ja, gezellig!’ Dat is
trouwens sport op zich. Met hem onderweg ben ik druk met palen, mensen en
deurposten ontwijken, want meneer heeft de neiging mij onverwacht een duw te
geven zodat ik ineens dreig te botsen met eerdergenoemden. Gek hè, dat statten
met hem voelt als een middagje cardiotraining.
Eenmaal bij de laatste winkel blijven we wat langer hangen. Het is een
soort goedkope-, rommelige-, cadeau-, rotzooi-, meukwinkel die zorgt voor de
nodige hilariteit. Er is van alles te vinden van verkleedspullen tot
keukengerei, van hondenspeeltjes tot fitnessartikelen. Benjamin wordt herinnerd
aan zijn goddelijke-lichaam-wens en test het een en ander uit. Het pushen met een
paar gewichten staat hem goed.
‘Mam! Waarom naar een
sportschool gaan, ik ga gewoon elke dag hier even sporten!’