zondag 17 juli 2016

Sportiviloosheid



Als we het hebben over TYPISCH IRENE, dan hebben we het niet over sporten. Het blijft een haat-noodzaak verhouding. Het strandt telkens weer. Liever vertoef ik op dat strand. Maar ik weet, bewegen is belangrijk. Daarom beweeg ik me met liefde een huishouden en Albert Heijn in de rondte. Alles liever dan Zumba. Daar word ik zo draaierig van.

In al mijn sportiviloosheid heb ik verzuimd om mijn kinderen via een lepel vol energiedrank in te prenten hoe belangrijk sporten is. Alsof energiedrank zo geliefd is. Het staat op één lijn met sporten; beide niet lekker.

Zwemles was trouwens hun eerste sport. Daaraan terugdenken is eigenlijk net zo’n dingetje. Het brengt met direct bij een eigenschap van mijn moeder. Ze heeft heel veel dingen goed gedaan. Eén daarvan is dit: doe wat jij zelf denkt dat goed is - volg vooral niet de grote meute. Een soort van dwarsheid is ons niet vreemd en uitte zich bij mij tijdens de schoolpleinjaren van mijn kindertjes.
    Zie me staan tussen andere moeders en praten over zwemles. Het was de normaalste zaak van de wereld dat kindertjes van vier en een half zich moesten leren redden in het water. Menig moeder rende het schoolplein af om het kotertje op tijd in zwemkleding en water te zien springen.

In diezelfde tijd liepen Celine en ik op ons gemakkie, haar hand in de mijne en heerlijk babbelend met elkaar, naar huis. Kostbare momenten. Ik mis ze soms. Thuis ploften we met fruit op de bank om Assepoessie te kijken.

Celine kon altijd nog op zwemles was mijn idee. Graag zelfs als Benjamin er ook heen kon. In één rit twee kinderen begeleiden leek me relaxter dan de ene ten koste van de ander elke week mee te slepen en jaren achtereen heen en weer te scheuren van huis naar zwembad.
    Dus waar klasgenootjes al in het water trappelden, speelden de mijne lekker buiten in de tuin. Kikkers vangen of zo en ik las mijn tijdschrift.

Zo gingen Celine (8) en Benjamin (5) tegelijk op zwemles. Tot ieders verbazing dook Celine van bad naar bad en had met een plons en blub haar A,B, en C diploma in de pocket terwijl Benjamin nog struggelde om een badje verder te komen voor zijn A diploma.
    Een ouder kind pakt alles echt sneller op. Achteraf (tja, dat is makkelijk) had ik Benjamin bij de eerste de beste golf uit het water moeten vissen, zijn zwemlessen op moeten zeggen en na een jaartje of drie terug komen. Dat had tijd, geld, benzine en een bad vol tranen bespaard. De waterrat haatte zwemles.

Nu jaren later is elke groepsdruk op het schoolplein weg, het heeft plaats gemaakt voor verademing en onze eigen weg zoeken. Maar de weg naar een goede sport voor Benjamin ben ik kwijt. Hij lijkt te denken dat een klik met zijn duim op de muis, een wiebel met de benen onder het bureau en het draaien van zijn hoofd van het linker naar het rechter scherm al genoeg fitness is om een six-pack te ontwikkelen.

Hij droomt van die six-pack (voor de chicks). Dan is fitness toch zeer geschikt lijkt me. Bovendien kunnen we samen op één abonnement. Dat is handig, want dan motiveren we elkaar. Echter daarbinnen samen ploeteren kan ik op mijn biceps schrijven, want eenmaal in de sportzaal moet ik natuurlijk aan de andere kant van de zaal (liever buiten de zaal) zweten, zodat vooral niemand vanaf een matje ziet dat wij familie zijn. Kan ik mee leven want hij eindigt toch weer naast mij op de fiets.

Totaal onverwacht, terwijl ik mijn hersens nog train om de goedkoopste sportoptie te ontdekken, heeft Benjamin een gezelliger plan.
    ‘Mam, zullen we gaan shoppen?’
    ‘Oh ja, gezellig!’ Dat is trouwens sport op zich. Met hem onderweg ben ik druk met palen, mensen en deurposten ontwijken, want meneer heeft de neiging mij onverwacht een duw te geven zodat ik ineens dreig te botsen met eerdergenoemden. Gek hè, dat statten met hem voelt als een middagje cardiotraining.

Eenmaal bij de laatste winkel blijven we wat langer hangen. Het is een soort goedkope-, rommelige-, cadeau-, rotzooi-, meukwinkel die zorgt voor de nodige hilariteit. Er is van alles te vinden van verkleedspullen tot keukengerei, van hondenspeeltjes tot fitnessartikelen. Benjamin wordt herinnerd aan zijn goddelijke-lichaam-wens en test het een en ander uit. Het pushen met een paar gewichten staat hem goed.
    ‘Mam! Waarom naar een sportschool gaan, ik ga gewoon elke dag hier even sporten!’