zaterdag 2 juli 2016

Ordeverstoring



Sinds zo’n vijftien jaar heb ik er één grote levensangst bij: die waarin mijn kind (waarom denk ik eigenlijk aan mijn zoon?) opgepakt wordt door de politie. Het bezorgt me slapeloze nachten.
    Ik zie hem al met een sigaret bungelend in zijn bek, een blik alcohol in de hand en snuivend van een wit poedertje in het criminele circuit belanden. Dit alles onder invloed van verkeerde vrienden.
    Het is een belachelijke angst, dat weet ik. Volgens mij kunnen wij moeders er wat van als het gaat om zwelgen in zorgen en angsten. Wat ‘m vast weer zit in die spuugvieze hormonen.
    Maar als ik nou vertel dat meneertje werkelijk met de politie in aanraking is gekomen? Mijn eigen bloedje van een kind nog wel! Mijn Benjamin!

Hij was met zijn vriend (de chickie fixer) en twee chicks aan het rondbanjeren op het landgoed waar wij verbleven. We waren te gast bij vrienden en vierden daar het feestje van Benjamin die vijftien werd. Te gast zijn op je eigen feestje kan echt.
    Tijdens dat feestje zijn hij, zijn bro (dat staat voor beste vriend/maat) en die twee kippetjes er tussenuit geknepen en dwaalden over het terrein. Met een bos, speelveld en dierenweide in de buurt is stil zitten in een kringetje ook wel heel suf en terreinsnuffelen veel leuker.

Tot dit stel vrienden in de dierenweide zagen hoe een geit zich stond te verkauwen op plastic. Dat kan nooit goed gaan, was hun idee en om het beest te behoeden voor de verstikkingsdood, besloot mijn diervriendelijke zoon Benjamin over het hek te klimmen. Met zijn klauter-skils was dat zo gedaan, maar de anderen hadden hem niet hoeven volgen. Ze hadden op de uitkijk moeten staan.

Zo gevieren tussen de dieren klopte het voor geen strootje, wat ook de beheerder opmerkte. Op hoge hakken kwam ze aangesneld. Toen ik later het verhaal hoorde, had ze deegroller onder arm, een steelpan in de linker hand en een bezem in haar rechter hand. Klaar om te slaan.
    Alle hun goede bedoelingen ten spijt, de jongelui kregen het te verduren. Ze hadden de dieren aan het springen.

In werkelijkheid zwaaide de beheerder met woorden en telefoon om hun oren. Of ze heel snel wilden verdwijnen tot aan de andere kant van het hek, anders zou madam de politie bellen. Hoewel de jongeren direct aanstalten maakten om via het hek te verdwijnen, bleek de blauwe diender al gebeld te zijn. Ongewoon snel stond de ordebewaarder om de hoek bij de dierentuin. Er moet sprake zijn van een hot-line tussen mevrouw en meneer.

Vanuit haar oogkas is het wel te begrijpen. Er zijn vaker problemen geweest tussen jongeren en beheerder, dus de frustratie zit hoog. Bij het zien van weer een stel raddraaiers aan de verkeerde kant van het hek, grijpt ze hard in.
    Ik zou direct aangifte doen als mijn zoon niet involved was. Hij wilde alleen maar een geit redden.

Dat werd heus verteld. Maar ja, de agent vroeg uiteraard om identiteitsbewijzen. Hij kreeg er geen, want niemand had die op zak. Ook mijn kind niet, hij zou hem alleen maar kwijt raken en wie mag opdraaien voor die (herhaalde) kosten?
    Als één van de vier uitdagend opmerkt dat zij nog niet verplicht zijn zich te kunnen legitimeren, raakt de politieman geïrriteerd. Het lef! Een man in uniform tegenspreken zou ik zelfs op mijn huidige leeftijd niet durven, laat staan toen ik dertien was. Eerder nog poepte ik paars en oranje.
    Hoe dan ook werden de namen van de jongeren genoteerd, waarschijnlijk aangevuld met wat meer gegevens.

Ondertussen bleek mijn man door een toeschouwer erbij te zijn gehaald. Hij kreeg een situatieschets en begreep al snel de goede bedoelingen van de kinderen. Het was ook voor de toezichthouder duidelijke dat er geen sprake was van kwajongensmeisjesheid. Hooguit van lichtelijke orde verstoring. Een omheining is er niet voor niets.

Gelukkig werden de jongelui niet ingerekend en hoefde ik geen andere ouders te bellen over een borg voor de vrijlating van hun kinderen. Wat bleef was een waarschuwing. Bij mij opluchting.
    Of heeft met het opnemen van de persoonlijke gegevens mijn zoon nu ineens een strafbladje?