Er is een revolutie gaande in huize Van Valen, een maaltijdrevolutie.
Niet die waarbij we ineens allemaal met onze handen uit één pan eten. Deze
revolutie vertaalt zich in een smaakswitch bij onze zoon. Hij heeft zijn tong
ontdekt en wil vernieuwing. Het eten valt van mijn bord; dit is echt een
etenswaardigheid.
Of het woord revolutie klopt, betwijfel ik. Misschien is coup of
reformatie beter? Wacht, ik zoek even op revolutie…… *fluit er even bij*…. tralalala…. *neurie
wat*…..
Volgens http://www.encyclo.nl/begrip/revolutie
is een revolutie een plotseling en
meestal onverwachte drastische verandering van het huidig politiek klimaat (noem het gerust een bruusk drastische verandering
van mijn huiselijk klimaat). Het is een
politieke en sociale ordening die meestal gesteund is op de werkelijke wil van
het volk (ofwel twee volkslieden, de eisen van de mannen in mijn
huishouden), die op meer of minder
gewelddadige wijze tot stand komt en die een breuk vormt met de huidige
grondwettelijke regels (ik zeg: inhuizige regels).
Het zullen de mannen niet zijn! Eén van hen is zevenenveertig en heeft
daarmee recht van spreken. Hij is tenslotte de oudste. Tegenover hem staat onze
jongste, nog maar veertien jaar, maar een macht dat hij tentoonspreid! Wat het
stadsjochje niet lust, dat vreet ie al jaren niet. Hoewel hij bij elk nieuwe
probeersel één schep moet leren kennen. Vaak iets nieuws uitproberen mag echter
niet; de mannekes hebben me aardig in de pollepel.
Terwijl mijn smaakpapillen vaker nieuwe verwennerijen willen proeven.
Dan check ik recepten op hun niet-te-afwijkende ingrediënten en verzeker me van
niet-te-eigenwijze gerechten op tafel. Heel veilig en garantie voor een paar culinaire
hoogstandjes die zelfs de mannekes als lekkerigheden weten te verorberen. Als
het hen niet bevalt, kunnen zij de pan in! Deksel erop en klaar.
Nu geef ik toe, verse koriander (smaakt naar verse afwasmiddel) en
pompoen (is herfstversiering) zijn ook door mij verboden en niet bedoeld om te
eten. Marcel is er nog minder over te spreken. Hij zal nooit pompoen eten!
Vele malen beter en bestempeld als culinair nieuwtje is dit gerecht: http://www.ah.nl/allerhande/recept/R-R577378/kippakketjes-met-sperziebonen
Het was heerlijk, als de boontjes gaar zouden zijn geweest en er iets meer
kruiden overheen waren gevlogen. Dat heb ik er snel bij aangetekend.
De mannekes vonden het (behalve
de halfgare boontjes) warempel lekker. Maar meer nog bleek het een wake-up call voor mijn zoon. Waarom zo
ineens, begrijp ik voor geen puree, maar het eten moet anders, spannender,
uitgebreider en ingewikkelder. Het lijkt of zijn tongpapillen opgewekt zijn
door dit ene beetje-mislukte gerecht.
Zijn opwekking werkt
aanstekelijk op mijn man. Ze willen samen gaan koken. Mijn zoon zal mijn man
nodig hebben, want hij weet nog amper hoe het gas aan moet of wat een steelpan
is. Ik voel me na 23 jaar trouwe keukenuren eigenlijk flink oververhit raken.
Wat denken ze wel?
Celine voelt blijkbaar met me mee:
‘Dus jullie denken te kunnen
koken?
‘Ja!’, klinken de mannen in
koor. ‘Dat gaan we doen op de eerst
volgende vader-zoon-avond,’ is Marcels idee.
‘Dat is slim, want als het
mislukt zullen Celine en ik het niet weten.’
‘Papa, kan jij eigenlijk wel
meer dan pannenkoeken en een eitje bakken?’ Hoor ik daar wat wantrouwen in mijn
zoons stem?
‘Ik kan ook een diepvriespizza
in de oven doen en YumYum noodles maken.’
‘En aardappels laten
aanbranden, want dat gebeurde toen ik papa ooit eens vroeg om op de aardappels
te letten.’ Ik lach er hard bij.
Niet veel later zitten ze achter de laptop en zoeken een recept, om
later in de week boodschappen te doen.
Ik weet wel iemand die daarbij kan
helpen: Marijn, de groenteman bij Albert Heijn. Hij weet net zoals Marcel dat als je mij kwijt
bent in de supermarkt, je me moet zoeken tussen de appels en komkommers. Ik
amuseer me smakelijk tussen alle vitamientjes. Eerst bespreek ik met Marijn het
weekend, een nieuw recept of goede aanbiedingen. Hij is mijn mandarijn-promoter, peperkenner en receptenkoning.
Onderwijl verdwijnen onontbeerlijke voedingsstoffen in mijn winkelkarretje om
na drie kwartier verder te shoppen.
Ik maak je getuige van één gesprek:
‘Marijn, luister hoor eens effe
hier, mijn mannekes gaan voor het eerst in hun leven een serieus
driegangenmaaltje koken. Ze denken beter te zijn dan ik. Jij kan ze vast wel
helpen met zoeken naar alles.’
‘Tuurlijk! Hoe herken ik hen?’
‘Mijn manneke is lang, heel slank
en (ik fluister) een beetje kalend, maar echt een lekker ding (achter me hoor
ik een winkelendpubliekje lachen). Mijn zoon is ongeveer zo groot (mijn hand
houd ik zo’n tien centimeter boven mij), hij heeft krullen en rode schoenen.
Die vallen op! Ze hebben er helemaal zin in, dus zullen wel enthousiast
binnenhuppelen.’
‘Ik kan ze helpen aan een extra
exotisch ingrediëntje, iets dat het gerecht dat beetje extra geeft. Een extra
pittig pepertje of zo,’ zegt Marijn en houdt een geel pepertje omhoog. Hij vertelt
erbij dat die echt enorm pittig is. Er verschijnt een duivels sprankelinkje in
zijn ogen.
‘Volgens mij begrijpen wij
elkaar. Geef ze maar drie!’
‘Ze komen toch wel vóór vijven?
Want dan ben ik klaar.’
‘Dat hoop ik dan maar. Ach weet
je, wat klets ik ook. Mijn man, is man, je weet wel die van het
ik-vraag-natuurlijk-niet-om-hulp. Hij zal nog eerder pompoensoep eten!'
‘Of je verwisselt thuis de kruiden!’