Soms loop ik door ons huis en besef: ik heb iets fout gedaan en vraag mezelf
af hoe dit ooit weer goed komt. Ik weet het antwoord: niet! Nu nog willen
opvoeden is een gemiste kans. Had ik het nou maar beter gedaan.
Want een veertien en zeventien jarige zijn niet meer op te voeden. Iedere
ouder met veel jongere kinderen moet dit echt ter harte nemen. Na het twaalfde jaar
is opvoeden gedaan en blijft de mogelijkheid tot adviseren en dus het hopen dat
de jongskies nog wat van je aannemen, meenemen of accepteren. Meer dan dat hoef
je niet te verwachten. Wat ze dan niet af- of aangeleerd hebben, is over en uit
– einde opvoedkunsten. Als ouder blijf je achter en ziet wat niet goed is
gegaan.
Dat inzicht drong zich afgelopen week aan me op via de vloer van
Celine’s kamer. Ik schrok me een onderbroek! Het lag daar, gewoon midden in de
kamer. En madam? Die was nergens te bekennen.
‘Celine! Waar ben je?’, riep ik
in de leegte van haar kamer.
‘Hie-ier!’, klonk hol in de
ruimte naast haar kamer. Gevolgd door het geluid van een toilet dat doorgespoeld
en een toiletrol die verwisseld werd. Ik hoorde de badkamer deur geopend worden
en al snel stond madam in de opening van haar eigen kamerdeur. Ik draaide me naar
haar om.
‘Daar ben je!’
‘Ja, ik ben hier,’ en stapte de
drempel over. Ze keek niet eens op, zoals zo vaak. Haar ogen waren gericht op
haar telefoonscherm. Haar vriendje zat natuurlijk daar achter!
Ik moest echter haar aandacht vangen en dwong haar op te kijken door in strenge
toon te vragen:
‘Wat doet dat daar?’ Ze keek
geschrokken op en volgde mijn vinger.
‘Ja uhm, liggen.’
‘En wat heb ik daar altijd over
gezegd?’
‘Geen onderbroeken op de grond
achterlaten!’ Zei ze terwijl ze weer naar het telefoonschermpje keek.
‘Geef hier die telefoon!’
Voordat mevrouw door had wat er gebeurde had ik ‘m. Echt lachwekkend hoeveel
aandacht ik ineens kreeg. ‘Mooi, hij is ontgrendeld.’ Sterker nog, ze was aan
het appen met eerder genoemd vriendje. Dat gesprek kaapte ik ter plekke. Vriendjelief
zal vast schrikken van zoveel viezigheid op de vloer. Ik typte gelijk een
berichtje en drukte op verzenden:
Ik ken het vriendje en zijn antwoord-skills, dus ga ondertussen naar
beneden. Sneller dan gedacht, komt Celine beneden, ze straalt en zegt:
‘Mam, hier is antwoord op je
app.’ Ze houdt haar telefoon onder mijn neus.
‘Ik kan niet lezen wat er
staat. Je hebt het scherm ook zo donker staan.’ Ze stelt het scherm wat lichter
in en als ie ook op wat grotere afstand van me af gehouden wordt, lees ik het
verbluffende antwoord met een foto (die bespaar ik jullie liever):
Die smiley maakt me woedend en per seconde wijzer ontdek ik dat hij al
net zo onopgevoed is als mijn dochter. Zijn moeder heeft duidelijk ook iets fout gedaan. Ik ben het
spoor helemaal bijster en kan niet anders dan antwoorden:
Ik ben ten einde raad. Hoe komt dit ooit weer goed? Ik dacht dat
vriendjelief wel zou zeggen dat het echt niet kan, een onderbroek op de grond.
Hij leek mijn enige redding, maar boort alles de grond in. Het enige dat blijft
is datgene waar Celine het meest voor huivert: een preek! Het lachen zal madammeke heel
snel vergaan.
‘Dus jij kan hier wel om lachen! Aangezien dat vriendje van jou mij niet steunt,
maar jouw steunt, zal ik het anders aan moeten pakken. Jij gaat onmiddellijk en
direct nu je kamer opruimen! En wat jij niet opruimt en ik morgen aantref in je
kamer, gooi ik eigenhandig met mijn eigen handen in de prullenbak. En nee, ik
ben niet zo onnozel dom om het in onze eigen kliko te gooien. Ik gooi het in de
kliko van iemand anders. Al moet ik ervoor naar de wijk hiernaast, jij zal het
niet meer vinden. En deze onderbroekenlol,’ ik wijs naar de foto van haar
ondergoed op het telefoonscherm, ‘is nu helemaal klaar! Ik wil dat nooit meer
zien! Jij vind het misschien lol, ik vind het onderbroek! Dit was de laatste
keer dat ik zoiets op jouw kamervloer ontmoet. Zo niet, dan heb ik voor het laatste
je ondergoed gewassen en mag jij het zelf gaan doen. Ben ik duidelijk?’
In elkaar gedoken kijkt Celine
me aan. Ze kijkt werkelijk bang, maar herstelt zich even snel.
‘Klaar?’, vraagt ze.
‘Ja!’
‘Mama, dat was een geniale
preek.’
‘Wacht even, jij haat preken. Wat
is er geniaal aan?’
‘Ik heb ‘m opgenomen en deel ‘m
gelijk even met Ronald. Kan hij ook even lachen om jouw onderbroekenlol.
Geniaal bedacht mama.’