zondag 20 maart 2016

Onderbroekenlol

Soms loop ik door ons huis en besef: ik heb iets fout gedaan en vraag mezelf af hoe dit ooit weer goed komt. Ik weet het antwoord: niet! Nu nog willen opvoeden is een gemiste kans. Had ik het nou maar beter gedaan.
    Want een veertien en zeventien jarige zijn niet meer op te voeden. Iedere ouder met veel jongere kinderen moet dit echt ter harte nemen. Na het twaalfde jaar is opvoeden gedaan en blijft de mogelijkheid tot adviseren en dus het hopen dat de jongskies nog wat van je aannemen, meenemen of accepteren. Meer dan dat hoef je niet te verwachten. Wat ze dan niet af- of aangeleerd hebben, is over en uit – einde opvoedkunsten. Als ouder blijf je achter en ziet wat niet goed is gegaan.

Dat inzicht drong zich afgelopen week aan me op via de vloer van Celine’s kamer. Ik schrok me een onderbroek! Het lag daar, gewoon midden in de kamer. En madam? Die was nergens te bekennen.
    ‘Celine! Waar ben je?’, riep ik in de leegte van haar kamer.
    ‘Hie-ier!’, klonk hol in de ruimte naast haar kamer. Gevolgd door het geluid van een toilet dat doorgespoeld en een toiletrol die verwisseld werd. Ik hoorde de badkamer deur geopend worden en al snel stond madam in de opening van haar eigen kamerdeur. Ik draaide me naar haar om.
    ‘Daar ben je!’
    ‘Ja, ik ben hier,’ en stapte de drempel over. Ze keek niet eens op, zoals zo vaak. Haar ogen waren gericht op haar telefoonscherm. Haar vriendje zat natuurlijk daar achter!

Ik moest echter haar aandacht vangen en dwong haar op te kijken door in strenge toon te vragen:
    ‘Wat doet dat daar?’ Ze keek geschrokken op en volgde mijn vinger.
    ‘Ja uhm, liggen.’
    ‘En wat heb ik daar altijd over gezegd?’
    ‘Geen onderbroeken op de grond achterlaten!’ Zei ze terwijl ze weer naar het telefoonschermpje keek.
    ‘Geef hier die telefoon!’ Voordat mevrouw door had wat er gebeurde had ik ‘m. Echt lachwekkend hoeveel aandacht ik ineens kreeg. ‘Mooi, hij is ontgrendeld.’ Sterker nog, ze was aan het appen met eerder genoemd vriendje. Dat gesprek kaapte ik ter plekke. Vriendjelief zal vast schrikken van zoveel viezigheid op de vloer. Ik typte gelijk een berichtje en drukte op verzenden:

Ik ken het vriendje en zijn antwoord-skills, dus ga ondertussen naar beneden. Sneller dan gedacht, komt Celine beneden, ze straalt en zegt:
    ‘Mam, hier is antwoord op je app.’ Ze houdt haar telefoon onder mijn neus.
    ‘Ik kan niet lezen wat er staat. Je hebt het scherm ook zo donker staan.’ Ze stelt het scherm wat lichter in en als ie ook op wat grotere afstand van me af gehouden wordt, lees ik het verbluffende antwoord met een foto (die bespaar ik jullie liever):



Die smiley maakt me woedend en per seconde wijzer ontdek ik dat hij al net zo onopgevoed is als mijn dochter. Zijn moeder heeft  duidelijk ook iets fout gedaan. Ik ben het spoor helemaal bijster en kan niet anders dan antwoorden:


Ik ben ten einde raad. Hoe komt dit ooit weer goed? Ik dacht dat vriendjelief wel zou zeggen dat het echt niet kan, een onderbroek op de grond. Hij leek mijn enige redding, maar boort alles de grond in. Het enige dat blijft is datgene waar Celine het meest voor huivert: een preek! Het lachen zal madammeke heel snel vergaan.
    ‘Dus jij kan hier wel om lachen! Aangezien dat vriendje van jou mij niet steunt, maar jouw steunt, zal ik het anders aan moeten pakken. Jij gaat onmiddellijk en direct nu je kamer opruimen! En wat jij niet opruimt en ik morgen aantref in je kamer, gooi ik eigenhandig met mijn eigen handen in de prullenbak. En nee, ik ben niet zo onnozel dom om het in onze eigen kliko te gooien. Ik gooi het in de kliko van iemand anders. Al moet ik ervoor naar de wijk hiernaast, jij zal het niet meer vinden. En deze onderbroekenlol,’ ik wijs naar de foto van haar ondergoed op het telefoonscherm, ‘is nu helemaal klaar! Ik wil dat nooit meer zien! Jij vind het misschien lol, ik vind het onderbroek! Dit was de laatste keer dat ik zoiets op jouw kamervloer ontmoet. Zo niet, dan heb ik voor het laatste je ondergoed gewassen en mag jij het zelf gaan doen. Ben ik duidelijk?’
    In elkaar gedoken kijkt Celine me aan. Ze kijkt werkelijk bang, maar herstelt zich even snel.
    ‘Klaar?’, vraagt ze.
    ‘Ja!’
    ‘Mama, dat was een geniale preek.’
    ‘Wacht even, jij haat preken. Wat is er geniaal aan?’
    ‘Ik heb ‘m opgenomen en deel ‘m gelijk even met Ronald. Kan hij ook even lachen om jouw onderbroekenlol. Geniaal bedacht mama.’