Ze stapt binnen alsof er niets aan de knikker is. En zo is het! Celine
draagt een kerstmuts op haar knikker. Dan is er toch nog niets aan de hand?
Sinterklaas voer amper met zijn
boot de haven uit of zij plukte haar muts uit de kast en zette die op. Eigenlijk
wil ik net als madam overal rondbanjeren met mijn X-masmuts op, alleen doe ik
het niet.
Ten eerste zou ik mijn
prachtige kapsel verpesten. Ten tweede… Uhm, ik heb zo één-twee-drie geen tweede
reden. Dat ik voor gek zou lopen, is toch geen reden?
Eens zien of ik twee redenen kan bedenken om ‘m wél te dragen; wie weet
overtuig ik mezelf.
Ten eerste is het vooral heel
lekker warm aan mijn bol.
Ten tweede past het perfect bij
de kerstsfeer waarmee we onszelf graag vertroetelen. En dat op mijn hoofd. Super verleidelijk!
Ten derde… Ha, ik wilde twee
redenen. Die staan hier en toch blijf ik mutsloos achter. Heus niet
omdat ik bang ben om voor gek te lopen, maar gewoon omdat.
Met al dit geredeneer vergeet ik bijna dat ik met Celine in de
spreekkamer van onze huisarts ben beland en schud hem de hand. Ik zeg bijna:
vrolijk kerstfeest. Zijn blik is echter gericht op Celine. Hij staart haar aan
met zijn hoofd wat schuin, gefronste wenkbrauwen en zijn mond is opengevallen.
Ik kijk of ik zie wat niet klopt,
maar zie niets, behalve dat ze mooi is!
Wacht, hij moet nu heel snel bij
kennis komen. Ze is patiënt, meer niet! Net voordat ik hem bijna wakker wil
schudden met een klap in zijn gezicht, komt hij bij zijn positieven. Celine
merkt ook zijn vreemde houding op.
‘Wat mankeert er?, vraagt ze onzeker.
‘Die muts! Vind je het niet te vroeg?’
‘Nee, hoezo?’
‘Sinterklaas is eergisteren
vertrokken en jij loopt al rond met je kerstmuts op.’
‘Dat mag toch? Het is bijna
kerst. De kerstboom staat ook al.’ Ik geef toe, dat is belachelijk vroeg, maar
wat is er op tegen als de kinderen er enorm zin in hebben?
‘Nou,’ zegt ie, ‘je moet na
Sinterklaas een pauzeweek nemen om tot rust te komen, voordat de kerstdrukte
weer opwelt.
Nu kijkt Celine de arts schuin en met een flinke frons op haar voorhoofd
aan. In plaats van te zeggen dat wij toch lekker doen wat we willen, gaat de
dame de discussie aan. Dat is typisch Van Valen.
‘Maar het is juist gezellig.’
‘Je gunt jezelf geen rust en gaat
van de ene drukte direct het andere gehassebas in.’
Stiekem vraag ik me af wat hij van ons weet.
Sinterklaasdrukte?
Wat is dat?
Ik heb me er altijd voor
ingezet me niet te laten bemesten met de gekte van andere ouders. Meedoen met
de massa? Echt niet! In mijn huis werd niet van ‘s
ochtends tot ’s avonds gestuiterd. Dat deden ze maar op school. Als ze daar zo
gek wilden doen rondom die man en zijn schimmel, prima. Dan hoefde ik het thuis
niet nog over te doen.
Elke dag de schoen zetten? Hier
niet! Ik gaf een hint, de kinderen zetten hun schoen en tot hun verrassing
vonden ze de volgende ochtend iets in hun stappers.. Dat ik zo goed aanvoelde dat
meneer-de-heilige-dakruiter kwam, snap ik echt niet. Hij kwam maar één keer
met Verraspiet en wegwezen!
Daarbij ontweek ik altijd alle mogelijke plekken waar baardmans en zijn vrolijke loopjongens
rondhingen met een grote omweg. Waarom zou ik overal en altijd mijn kinderen
opdringen aan die man? Wat ik al zeg: op school heerste voldoende Sinterstress.
Ik bewaarde de rust in huis. Behalve op pakjesavond dan. Vraag maar na bij mijn
schoonpa. Dat was één avond complete gekte.
Dit jaar ging Sinterklaas inclusief onze kinderen stilletjes ons huisje voorbij. Zij
hadden een andere afspraak. Wat bleef was samen gourmetten op 4 december. Toch
iets kleins en rustig.
Dat bedacht Celine ook tijdens haar discussie met de huisarts:
‘Maar wij vierden helemaal geen
Sinterklaas!’ Daar was de huisarts even sprakeloos van.
‘Dan heb je een jaar rust
gehad!’
‘En dus mag die muts!’ Met
een big smile gaat Celine tegenover hem zitten, trek haar muts extra schuin over
haar linker oor, kijkt hem uitdagend aan en zegt:'Ho ho ho… terzake nu!’