zondag 2 augustus 2015

Zoektocht

Hoe zit het nou met zoeken en vinden?
   Ja, wie zoekt zal vinden, die ken ik. Hoewel ik een paar mensen ken die liever vinden zonder zoeken.
   Het is tijd om die kwijt-raak-profs eens goed te observeren, want waarom kunnen Marcel, Celine en Benjamin (wie anders dan mijn gezinsleden)) nooit vinden wat ze zoeken? Terwijl ik bijna alles zonder zoeken vind?

Volgens mij gaat er iets mis door de uitspraak: Kijken doe je met je ogen.
   Zoeken heeft absoluut  te maken met kijken, maar waarom denken mijn inwonende rommelbipsen zonder handen iets te kunnen vinden? Het is eigenlijk nog erger.  Bij zoeken denken ze allereerst aan mij, nog voordat ze zelf kijken!

Zo is daar Benjamin. Mijn jongste kind. Hij kan vragen waar de Benco staat, terwijl het enorme pak 25 centimeter rechts van hem op tafel staat.  Hij ziet het echt niet, waar wij er omheen moeten kijken om hem te zien. Pas wanneer iemand het oppakt en eraan rammelt ziet hij het.
   Hij denkt een bril nodig te hebben,  maar zelfs twee vergrootglazen in een montuur zullen hem niet helpen.
   Hij heeft wel deze theorie ontwikkeld: iets moet bewegen, zodat hij het ziet. Maar niet alles mag bewegen, want dan ziet hij niets meer.
   Dus, iemand moet bewegen met de Benco, maar een ander die net zijn boterham smeert, Celine die in de thee roert en een vlieg die voorbijkomt terwijl ik opsta om de vliegenmepper te pakken, dat kan niet. Gesnopen?
   Ik ook niet.

Celine heeft ook zo haar ik-zoek-en-vind-niets kuren. Zo is ze nogal eens haar oortjes kwijt. Ik zie ze natuurlijk direct. Ze heeft er tenslotte twee.
   'Mama, je weet heus wel wat ik bedoel,' zegt ze met een boze toon. Natuurlijk weet ik dat ze haar oordopjes bedoeld, maar oortjes klinkt zo grappig. Vooral omdat ze echt lieve oortjes heeft.
   'Heb je al gezocht onder alle knutselspullen, knuffelberen of gevouwen wasgoed?'
   'Hoe kan dat nou? Daar kunnen ze toch niet onder liggen?' Ze kijkt glazig naar de genoemde stapels en lijkt zich af te vragen of ze werkelijk uit zichzelf daaronder zouden kunnen kruipen.

Ik vraag me één ding af: weet ze nou nog steeds niet dat ik "Miss Vind" in eigen persoon ben?
   'Wat krijg ik van jou als ik binnen één minuut je oordopjes vind?'
   'Een dikke knuffel,' zegt ze toch wel ietsjes wantrouwend.
   'Maar ik wil eeuwige roem, want ik vind ze binnen een minuut. Let maar op.'
   'Oké,  doe je best maar. De stopwatch gaat NU aan!'
   Ik til in één keer een stapel knuffels van de grond en direct valt mijn oog op een wit snoertje met aan het ene eind een stekkertje voor in de telefoon en aan de andere kant loopt ie uit in twee draadjes met oordopjes.
   'Celine, zocht je dit?' Ze kijkt schaapachtig naar haar oortjes.
   'Hoe komen die daar nou?'

Eigenlijk spant Marcel de kroon.  Dat weet hij zelf nog niet,  maar na het checken van deze blog,  ziet hij het eens te meer (in). Hij kan namelijk ernstig geïrriteerd raken over ALLES wat de kinderen kwijt raken,  bovenal dat ze eerst bij mij navraag doen.
   Hij geeft het juiste voorbeeld natuurlijk:
   'Irene, heb jij mijn sloffen gezien?'
   'Ja, onder het bed. Maar heb je eigenlijk wel eerst gezocht voordat je het mij vroeg?'
   'Nee, hoezo?'
   'Nou ja! Jij vraagt mij, net als onze bloedjes van kinderen, waar iets ligt, zonder eerst zelf te zoeken?'
   'Ja, maar...'
   'Niks ja maar!'
   'Jawel, want misschien weet jij
waar ze liggen en dat scheelt zoeken.'
   'Luiwammes! Vanaf nu ga jij ook maar eerst zelf zoeken. Alleen dan wanneer we de weg kwijt zijn mag je direct bij me aankloppen, want anders neem je mij mee in jouw dwaalspoor.'

Blijf ik over...
   Ik raak ook weleens wat kwijt. Ja echt! Gelukkig weet ik bij wie ik moet zijn. Zijn antwoord is altijd hetzelfde:
   'Klik in de linker-onderhoek. Zie je het woord 'zoeken'? Vul daar het zoekwoord in en druk op enter!'
   Het is toch ongelooflijk hoe snel mijn computer een verloren bestand vindt. En altijd in de map IRENE. Da's nou typisch!