De deur zwaait open. Ik kijk geschrokken op. Niets anders dan de loop
van een geweer wordt naar binnen gestoken. Ik hoor een paar ‘klikken’ en wacht gespannen af.
Er gebeurt niets. Dat is vreemd, want de afgelopen dagen vloog het me om de oren.
Benjamin stapt de kamer in en laat het geweer rusten op zijn arm. Zijn ogen
en mond hangen nogal.
‘Boven deed hij het nog!’
‘Hoe kan het dan dat hij
nu dienst weigert?’, vraag ik en pak een elastiekje van de bank.
‘Ik heb het geweer
veranderd. Kijk!’ Hij houdt het ding onder mijn neus. Ik kijk er goed naar, zet mijn bril recht en haal een vlek weg. Eigenlijk zie ik amper
verschil met gisteren, maar dat toegeven zal hem nog verdrietiger maken. Ik
moet iets ontdekken dat anders is.
‘Ah ja, je hebt het
handvat aangepast. Die was gisteren niet zo glad en wat smaller.’
‘En verder?’ Er is dus meer veranderd.
‘Eigenlijk zie ik verder geen
verschil.' Ik kan maar beter eerlijk zijn.
‘Ma-am, kijk nou, hier heb ik een
blokje op gezet en daar wat verstevigd en dit heb ik breder gemaakt.’
Dat er frustratie in zijn stem klinkt, snap ik heus. Hij brengt geniale wijzigingen
aan, aan zijn elastiek-schiet-geweer-ding en ik zie het niet eens. Laat staan dat ik weet hoe ik dat ding moet noemen. Het is een geweer en ik hou niet van geweren. Zelfs als er geen greintje kwaad in het geweer zit, want meneer schiet met losse flodders. Moet je maar
eens zien hoe los een elastiekje om je vinger floddert als je ‘m daaraan hangt.
Daar schiet je geen mens mee dood en al helemaal niet als ze niet afgeschoten blijken te kunnen worden.
Benjamin pulls the trigger nog een keer. Opnieuw hoor ik ‘klikkerdeklik’ en er
vliegt geen elastiekje door de kamer. Oké, voor heel even hou ik van dit wapen.
Waar ik minder van hou en behoorlijk gestoord van wordt zijn de elastiekjes overal in de kamer.
Dat is met de haren gegroeid besef ik nu. Hoe langer Celine’s haar wordt, hoe
meer haarelastieken ik tegenkom. Ze laat ze echt overal in huis rondslingeren
of steekt ze in haar broekzak als ze haar opgestoken wilde haren los wil laten
hangen. Elastiek in, elastiek uit. Niets zo wispelturig als een tiener met lang
haar en de daarbij behorende elastiekjes.
Komen daar de laatste tijd
dunne postelastieken bij. Want ik zei toch al: eerder deze week deed het geweer-gevaarte
het wel en dus zijn er heel wat elastieken hier door de kamer gevlogen.
Ik vond postelastieken op een
hoopje in de hoek bij onze voorraadkast. Bovenin die deur zitten namelijk drie
gaten en het is duidelijk dat meneertje heeft geprobeerd een elastiekje door één
van die gaten te schieten. Bij afwezigheid van een elastiekje ín de kast, weet
ik dat hij daar niet in is geslaagd.
Andere elastiekjes vind ik aan
een knop van de ladekast, tussen het fruit op de schaal, over het hoofd van
een beeldje op de kast, in mijn schoen, aan de sleutel in het slot en op tafel. Gisteren zag ik hoe
Benjamin een elastiekje in de plant op de kast schoot.
Heb je ooit gevoeld wat er
gebeurd als je over een elastiekje wilt sloffen? Dat lukt niet! Het is de beste
antislip! Levensgevaarlijk, want ik lag bijna met mijn snufferd naast alle bij
elkaar geraapte elastiekjes op tafel.
Ineens voel ik alle soepelheid en flexibiliteit uit me wegtrekken. De rek is er behoorlijk uit en dat alleen maar door al
die stomme elastieken die ik al de hele week tegenkom. Ik heb zin om te gillen!
Ik kan ze niet meer zien. Ik wil er niets meer over horen.
Komt Celine al spelend met haar mooie haarlokken de kamer in:
‘Mam, heb jij mijn elastiekje gezien?’