Wat is op je tenen lopen zwaar zeg! En dat allemaal voor een meisje dat
alweer verleden tijd is. De verkering beschreven in de vorige blog is alweer
uit. Hoelang de verkering heeft geduurd? Ik weet niet zeker of het nou anderhalve
of twee weken duurde. Eigenlijk begon ik net te wennen aan het idee en BAF, het
was uit!
Bijkomend voordeel is dat ik weer
gewoon lekker mezelf kan zijn en heerlijk maf mag doen. Tenenloperij is er niet
meer bij.
Dacht ik!
Nog amper weer mezelf terug
gevonden komt Celine op me af. Ze heeft haar telefoon in de hand. Eigenlijk is
daar niets vreemd aan. Ze heeft altijd haar telefoon in de hand. Maar hé, over
mijn dode lijf dat die telefoon ’s nachts in haar kamer slaapt.
Nu slaapt ie niet, want daar staat madam met de Phone in haar hand. Voor
even kijkt ze niet naar het scherm maar zijn haar ogen op mij gericht. Haar wenkbrauwen zijn gefronst en
haar mond staat strak. Die blik is me onbekend beangstigdend.
‘Wat is er?’, klinkt ik
pieperig.
‘Jij moet echt even iets leren
over WhatsApp.’
‘Ja, inderdaad!’, valt Benjamin
haar abrupt bij. Tjonge, ik krijg de inwonende
mobiele eenheid tegen me. Ik zet me schrap.
‘Waar is je telefoon mama?’, vraagt
Celine. Wat ze ook te zeggen heeft, het zal wel even duren, want ze gaat er
zelfs bij zitten.
Ik pak mijn telefoon van de kast en plof even later naast haar op de
bank.
‘Kijk, mama, dit is ons chat-gesprek.
Zie je dat je achter elk bericht een punt zet?’ Ik bestudeer de berichten die
ik gisteren heb gestuurd.
‘Ja, zo eindig ik een zin, zo
hoort dat.’
‘Nou, dat moet je niet doen in
WhatsApp. Een punt komt streng over, maakt je boodschap zo definitief. Als je
die punten weg laat, lijkt je bericht opener en geef je het ruimte.’
Mijn mond valt open, ik wist
niet dat een zin waarin ik eindig met lieverd, schat of lekker ding, streng
over kan komen, dat is toch juist lief?
‘En mama, gebruik meer smileys.
Hier en daar gebruik je wel eens smileys, maar...’
‘Moet je kijken hoeveel
hartjes ik stuur. Dat is toch super lief!’ Ik kijk er met hart-oogjes naar.
‘Jawel, maar door meer smileys te
gebruiken komt je boodschap nog beter over. Dan weet ik hoe jij je voelt en is het
niet zo serieus.’
‘Ik serieus? Are you serious?’
Ik ben werkelijk geschokt. Mijn kind vindt mij serieus en juist zij kent mijn
betere helft, dacht ik.
‘Wat je ook moet doen is
dubbele letters gebruiken. Hey is bijvoorbeeld te kort, dan ben je niet
vrolijk. Je moet minimaal heeyyy schrijven.’
‘Dat schrijf jij inderdaad
steeds weer. Het slaat toch helemaal nergens op. Ik dacht dat het fouten waren.
Je gaat me nu toch niet ook vertellen dat ik meer fouten moet maken? Jouw berichten
moet ik namelijk steeds vaker ontcijferen.’
‘Dat noem je type-aids,’ zegt
ze zonder blikken of blozen. Wie is hier nou serieus en scheld mij net uit om
mijn serieuzigheid! Dit is de omgekeerde wereld.
‘Wat? Type-aids? Dat woord wil
ik in dit huis niet meer horen. Leer jij maar eens normaal Nederlands!’
‘Wie Nederlands heeft bedacht
is echt gek! Niemand schrijft Nederlands. Hoofdletters, punten, komma’s en al
het andere boeit niet! Ja?’
‘Nee!’
Ik ben diep geschokt en helemaal klaar met dit gesprek. Hoe kan mijn bloedje van een kind van mij als auteur verlangen dat ik het Nederlands over boord gooi? Ik kan en wil dat niet. Het idee van meer smileys, herhaalde letters, geen leestekens en het Nederlands de rug toe keren. Ik vind het belachelijk en ben boos!
Ik ben diep geschokt en helemaal klaar met dit gesprek. Hoe kan mijn bloedje van een kind van mij als auteur verlangen dat ik het Nederlands over boord gooi? Ik kan en wil dat niet. Het idee van meer smileys, herhaalde letters, geen leestekens en het Nederlands de rug toe keren. Ik vind het belachelijk en ben boos!
Even later hoor ik een bzzzz in Celine’s buurt en gaat haar volledige
aandacht weer naar haar telefoonscherm. Lees gerust even mee: