Eén ding speelde deze week en brengt een dilemma met zich
mee.
Moet ik het nu wéér over kikkers gaan hebben? Gaat Paddentrek
in de herhaling? Of ga ik een ‘Guppy’s II’ schrijven?
Val ik dan niet teveel in herhaling? Heb ik niet iets beters te schrijven?
Nee!
Want de afgelopen
maand stond nu eenmaal in het teken van een aquarium. Benjamin wil nog steeds guppy’s en die komen er hier nog steeds niet
in… Waarom dan wel een aquarium aangeschaft? Da’s echt onbegrijpelijk!
Dat kan ook alleen in dit rare gezin. Geloof me!
Wat is er namelijk in de tussentijd gebeurd?
Papa heeft tegen onze zoon zoiets gezegd als: “Als jij nou
eens bewijst goed voor kikkerdril te kunnen zorgen, dan komen er misschien wel
guppy’s.”
Mijn oren klapperden. Hoorde ik dat goed?! “Wat zeg jij nou?
Wat denk je dat dit jongske gaat doen en waar we over een paar maanden mee
zitten? Guppy’s dus! Bedankt slimmerik!!!” Hij denkt écht dat onze zoon het er
niet goed vanaf gaat brengen. Ik? Ik ga afwachten, denk dat mijn man onze zoon
te laag inschat.
Dan ineens de langverwachte vruchtbare dag. Zoonlief kwam
dolgelukkig thuis, vloog als een doldwaze de schuur in en kwam er even snel weer
uit met een netje, emmertje en andere toebehoren die al dágen klaar liggen. Hij
had al eerder kikkers gespot, nu ook kikkerdril! Jippie-a-jee!
Als snel kwam hij terug met kikkerdril dat in het aquarium werd
gedropt en ging weer als vanouds met kikkers spelen die hij in de sloot bij
school had gevangen. Hij bouwt werkelijk een fort voor ze. Het idee, spelen met
kikkers! Ik heb het kind een winterlang niet zo horen kwaken, ik bedoel kwekken
over deze springertjes!
Wel denken paps en mams iets geleerd te hebben over kikkers:
volgens ons willen ze altijd terug naar waar ze vandaag komen. Vandaar dat we bij
het vallen van de nacht een paar kikkers bij de pui troffen. Wij vermoeden dat
ze terug willen naar hun sloot en de weg erheen loopt dwars door ons huis. Ze
ruiken waarschijnlijk dat de sloot inderdaad in het zuiden ligt en hopen
waarschijnlijk nu dat ik mijn huis voor ze openstel. Mooi niet. Ze gaan er maar
mooi om heen, zoals ook om het huis van onze buren, de straat over, achter de
boerderij langs…
Hebben die beesten even een TOMTOMmetje nodig zeg!
Ahwel, ik besluit te gaan slapen en ontdek dat er de
volgende ochtend geen kikker meer te zien is. Zouden ze de weg gevonden hebben
of onderweg overreden zijn door… STOP! Ik wil er niet over denken. Word ik nu
medeplichtig aan doodslag?!
Dan ineens, met die theorie in gedachten, krijg ik het Spaans
benauwd.
We hebben een deal (gelezen op internet): zodra de kikkervisjes achterpoten krijgen
moeten ze teruggeplaatst worden in de sloot. Doch als onze theorie klopt: dat
kikkers altijd terug willen naar hun roots, naar daar waar ze vandaag komen,
wat gebeurt er dan met de tot ontwikkeling gekomen kikkerdril in de slaapkamer
hier boven mij. Ze veranderen sinds eergisteren in kikkervisjes. Ja ja, die
drillertjes zijn uit hun eitjes en wiebelen rondom hun dril. Sommigen zijn er
los van gekomen en drijven vlak onder het wateroppervlak. Ik hoor ze denken: “Even
volhouden, even doorgroeien en dan spring ik…”
Lig ik een dezer nachten lekker te slapen en ontdek niet
Marcel maar een kikker naast me op het kussen. Als ie maar niet denkt dát ik ‘m
ga kussen. No way! Ik jaag ‘m mij kamer uit, mijn huis uit en sleep al zijn
broertjes en zusjes mee. Weg met die amfibieën, ver weg het liefst! Kwaak je
weg!
Zie ik al voor me hoe elke avond een rijtje kikvorsen bij de
pui staan… Ze kijken me met hun bolle kraaloogjes verdrietig aan. Ze willen
terug naar hun roots. Rest mij dus nog één ding: Marcel, Benjamin en het
aquarium buiten zetten, daar zijn je roots!