zondag 9 december 2012

Dag Sinterklaasje



Zo, die ouwe is het land weer uit. De gekte voorbij. Jippie!

Ik moet eerlijk zijn: De gekte is sowieso aan ons voorbij gegaan. Voorgaande jaren was dat anders. We keken tenminste het Sinterklaasjournaal, waar het dit jaar niet kon boeien. Dan te bedenken dat we zelf zo’n twee keer per jaar binnenin het Grote Pietenhuis zijn of een aantal keer per jaar op het omliggende terrein te vinden zijn. We hebben een band met dit buitenhuis van Sinterklaas. Met de man zelf verder niets.

Eigenlijk heb ik het meest met zijn knullige hulpjes. Het lijkt me heerlijk om eens in de huid te kruipen van een van hen. Ik voel me wel thuis in een Pietenpak, denk ik. Enne, de krullen heb ik al! Dat scheelt weer. Volgens mij is iedereen met krullen lichtelijk getikt. Dat komt doordat die kronkels aan de buitenkant ook in de binnenkant zitten.

 Alle gekheid op een stokje. Had ik het vorige week nog over Fatal Attraction als film die zeer niet geschikt is voor mij. Veel te eng, veel te spannend… Bedacht ik woensdag dat er nog iets veel spannenders is, was… Nu doet het me niets meer. Ik lach om hem, loop ‘m straal voorbij, gun hem geen blik waardig. Voor mij hoeft hij die oversteek niet meer te wagen.

Ga ik terug in de tijd, dan is daar die horror figuur: Sinterklaas! De engerd! Met zijn kop vol haar, zijn baard die bijna alles overwoekert. Een dikke neus en een paar ogen. Meer zie je niet van hem. Engggg…

Ik zie mezelf bij opa en oma, de hele familie is erbij. Echt gezellig. De jongelui spelen. Ik hoogst waarschijnlijk met een iets jongere nicht. Zij en ik zochten elkaar altijd op bij oma. Een lieve meid, nog steeds.

Gaandeweg de middag sloeg de sfeer om. De spanning liep op, want hij is in aantocht. Alsof de spanning die ik zo al voelde niet erg genoeg was, hakten de volwassenen er extra op in.

Als ze wisten dat ik het hazenvlees al gegeten had? Dat ik enorm in de piepzak zat. Naast mij altijd wel een neef of nicht of zelfs zus waarvoor geen water te diep was. Niemand herkende de angst voor mijn eigen schaduw.  Zo zat ik daar… bang voor mijn hachje!!! Versterkt door een oom die zei: “Ben je wel lief geweest afgelopen jaar? Anders krijg je met de roe.” Alsof ik wist wat die roe nou eigenlijk was… Ja, ik ben wel eens stout geweest in het afgelopen jaar. Mijn opa daarbovenop: “Als je niet lief was, moet je mee in de zak.”  Hij wist zo te praten dat ik haast uit eigen beweging die zak in kroop. Ik was werkelijk bang…

Dan ineens: een harde klop op de deur!!! Het deed mijn haren ten berge rijzen. Waar is hier de uitgang?! Daar waar die harde klop vandaan kwam dus.

Het was alles: een harde klop. Iemand, ik niet, keek bij de deur en daar stond de zak van Sinterklaas. Iedereen blij. Ik even wat later. Ik moest even tot bewustzijn komen.

Sinterklaas was er nooit bij, ook geen zwarte Pieten. Blijkbaar waren ze te druk om te blijven of: gelukkig waren ze er niet. Je zou toch bij zo’n engerd op schoot moeten zitten en dan die  zak daar op de grond zien liggen.

Raar, dat ik nooit doorzag dat één oom vlak voor die ‘klop’ naar het toilet ging en ook altijd pas terug was als de ‘klop’ op de deur was geweest. Had hij toch die ‘klop’ gemist!?

Nu, jaren later erken ik dat ik een enorm angsthaasje was. Of stiekem nog ben. Sttt, niet doorvertellen.
Is het door deze ervaring dat Sinterklaas nooit tot groot feest werd verheven in huize Van Valen; door mijn angst in vroeger tijden? Waarschijnlijk! Wat maakt het uit: wie denk je dat het hardst zingt op 6 december: “Dag Sin-ter-klaas-je, da-hag, da-hag, da-hag Zwar-te Piet.” Ik natuurlijk, want ongetwijfeld zijn er meer kids die helemaal niet tegen deze spanning kunnen. Ik voel sterke verbondenheid met hen!

Samen gaan we op weg naar kerst – het feest van vrede. Heerlijk!