Leuk!
Je leest mijn blog online. Dat is natuurlijk de bedoeling, maar zo gewoon is
het misschien niet. Ik ken één iemand die is zo analoog als wat en toch één van
mijn grootste fans.
Zo af
en toe maakt hij mijn huis onveilig. Neemt zijn vrouw daarbij mee en terwijl
haar luikjes dichtvallen, lezen wij samen wat blogs. Soms vraagt hij al bij
binnenkomst:
“We gaan toch wel blogs lezen?” Dan ben je
toch fan?
Zie
ons zitten: naast elkaar, ik lees voor. Geniet zelf net zo hard mee, want
teruglezen is leuk. We lachen samen, komen met elkaar in gesprek over de blogs
en andere dingen, maar bovenal hebben we enorm plezier!
Net
als vroeger op sabbatochtend – een mooie herinnering. Wij waren saampjes
beneden en grapten & grolden wat af, we hadden super lol met onze chemistry. De anderen mistten dat. Goed,
ik was een puber en hij is er nooit uitgekomen. Herkenning alom? Zo vader zo
dochter!
Want
ja, dit gaat over mijn papa. De man rechts van mij op de foto. Hij op zijn
hurken; zijn armen om me heen.
Beschermend. Ik dacht altijd voor vuur of vuurwerk, want oh, wat was ik daar
altijd bang voor, en stiekem nog.
Vuur
heb ik leren waarderen in de vorm van de terrashaard in de tuin en door
kaarsjes die gezelligheid brengen in huis als het buiten donker is. Verder
blijf ik het gevaarlijk en eng vinden.
Vuurwerk is iets waar ik nog altijd verre
van blijf.
Wat
blijkt? Ik word hier beschermd voor knallende ballonnen. Ah, daar begon mijn
haat aan ballonnen die tot op de dag van vandaag standhoudt. Eigenlijk is het alles-wat-knalt-haat
Zelfs mijn kinderen weten dat en toch hangen er op mijn verjaardag overal
ballonnen. Waarom? Omdat zij er zó gek van zijn.
Het
zij ze vergeven, maar ondertussen wacht ik ongeduldig tot ze leeggelopen zijn.
Die ballonnen natuurlijk.
Terug
naar paps. Het bezoek van mijn ouders, heeft zo een nieuwe invulling gekregen.
Het ritueeltje van blogs lezen, brengt ons terug bij het close vroeger gevoel. Even met z’n twee, lachen en gieren. Even
veilig, gezellig en knus. Ik koester het, ons zeldzame momentje samen.
Zo
zie je: ik ben een papa’s kindje.
Ik
vond hem vroeger zo zielig als hij bij een fikse discussie in huis het
onderspit moest delven. Met drie vrouwen tégen hem, nam ik het voor hem op, of
hij nou gelijk had of niet. Zou ik waarschijnlijk nog doen!
Daartegenover
wist hij ons vrouwen ook goed terug te pakken! Denk erom vier vrouwen – vier
hormoontempels. Dat moet zwaar zijn geweest voor hem.
Zo ging hij shoppen bij de Aldi; stond bij
het maandverband en kocht niet één, niet twee, niet drie, niet vier maar tig
pakken maandverband! Ze waren toen zo dik, dat het karretje overvol moest zijn
geweest. Hoe graag ik ook in zijn buurt was, want met hem kon ik lachen, dan
was ik ver te zoeken. En weet je wat die grappenmaker vervolgens deed? Hij riep
keihard door de winkel:
“Ja, ik heb een harem!” Dáááág daar hoorde
ik niet bij.
En toch, ik hou van ‘m.
Bij
een vorig bezoek, heb ik deze lieve schat flink verrast. Mijn blogboek ging in
herdruk in een oplage van één, gelijk de herziene versie. Het was voor hem. Hij
was er zo enorm blij mee en vertelde later dat hij enorm genoot! Hij durfde
zelfs beweren dat op een dag-in-mineur mijn blogs een smile op zijn gezicht
toverden. Wauw!
Blijft
daar één vraag: hoe krijg ik hem aan de volgende 35 blogs? Of zal hij stiekem
zo’n grote fan zijn geworden dat hij de weg naar het Internet vind? Dat geloof
ik niet.
Of
zijn de wonderen de wereld écht nog niet uit?!