Wil jij geloven dat ik gisteravond als inspecteur Clouseau op
inspectie ging? Met een vergrootglas in de aanslag, de bril stevig op mijn neus,
doorzocht ik alle kasten.
Probleem? INBREKERS! Ik heb ze gezien, maar tegenhouden kon
ik ze niet.
Marcel dwingt me zo snel mogelijk aangifte te doen. Zo denk
ik na over het signalement: ze waren met twee; kort, stijl, grijs haar. Of het mannen of
vrouwen waren? ‘k Weet niet. Het moeten haast bekenden zijn, want ik vind geen
sporen van braak. Ze zijn maar zo binnengedrongen. Met een sleutel?
Dan te bedenken dat ik juist een ander probleem probeerde op
te lossen. Laat ik eerlijk zijn, ik vind huisdieren prima. Iedereen die welk mormel
dan ook wil, heeft mijn zegen. Maar zorg
er dan wel goed voor…
… dat ik er geen last van heb! Zo dat is er uit.
Ik denk aan mijn blog-lezende-buuv. Zij heeft een kat die
vooral een binnenhanger is. Helemaal oké. Zij hoort mij niet klagen. Andere
mede-straat-bewoners hebben ook inwonende (kan beter schrijven ‘uitwonende’)
kattengespuis. Wij dus niet en het zal ook nooit gebeuren, want ik ben een kattenallerg(r)ietje.
Ach, ik wil ik ze best wel eens aaien hoor.
Niks mis mee…
… tot ze in mijn tuin komen. Er alleen doorheen banjeren á
la, maar al sinds dag één dat we hier wonen (dat is nu zo’n 13 jaar geleden), poepen
ze regelmatig in de tuin. En wij ons maar afvragen: waarom groeit het gras zo
slecht?
Eén kattekop liet zich laatst zelfs spotten in Celine’s
kamer. Marcel heeft ‘m zo in zijn kraag gegrepen en ‘m de tuin in geslingerd.
Ik heb met eigen ogen gezien dat een kat écht op zijn pootjes terecht komt! Met
een harde “Miaaaauw” stond hij wel even beduusd te kijken maar vertrok. Ja, zo
onverwacht snel in de kraag gegrepen worden door mijn bink? Dan zou ik ook beduusd
zijn. Maar wat deed hij dan ook in Celine’s kamer?! Wegwezen…
Dan mijn in-te-zetten anti-gespuis-middelen. Benjamin heeft een
kruisboog gemaakt. Een mooi ding!
Dat ding kan in deze strijd dienen. Zie daar een
kat in de tuin. Ik sluip met kruisboog naar buiten. De kat kijkt me aan. Hij zal
wel hebben gedacht: wat doet die muts nou weer? Met mijn blik strak op de kat
gericht, richt ik de kruisboog op de kat. Geloof me, ik kan richten en schiet
de pijl af. Maar de kat blikt of bloost niet, terwijl de pijl met een piesboogje
vlak voor mijn voeten valt. Zou haast zeggen: Net niet met een boog in mijn kruis! De kat
kijkt me nog steeds aan, gaapt en loopt op z’n dooie akkertje alsnog mijn tuin
uit.
Ik? Ik ben razend! Wat is dit voor kruisboog!
Het is oorlog en ik bedenk: dan moet er maar ijzerdraad
rondom de tuin gespannen worden en 220 erop. Ik zie al voor me hoe zo’n viervoeter als getroffen
door de bliksem een flinke boog in de lucht springt, poten wijd uit gestrekt,
haren recht overeind en een “Miaaaaauuuuuuuuw” zo schel dat alle andere katten
voor maanden, nee járen met een flinke bocht om mijn tuin lopen.
Moet ik bij het tuinieren natuurlijk niet vergeten de stroom
eraf te halen anders vlieg ík met armen gespreid en haren recht overeind door
de lucht. Geen vreugdesprongetje dus. Of
ik dan ooit nog de tuin in ga?!
Ik overweeg nu wel, één kat te vriend houden. Gewoon voor een
paar nachtjes, want beter dan aangifte doen, zal een kat me af kunnen helpen
van de twee eerder genoemde boeven. Met één hap zijn dan die twee rotmuizen verdwenen.
“Poespoespoespoespoes, ik heb lekkere melk voor jou!”
(Met dank aan de illustratoren Celine en Benjamin van Valen)