,,We gaan,” riep ik, pakte mijn wandelschoenen en bond ze onder.
Knooppunten
TOP Linschoten stond gemarkeerd als startpunt. Wij zijn fans van TOPs, Touristische Overstap Punten, waar je via knooppunten en pijlen aan palen routes bewandelt. Je hoeft niet de hele route op je telefoonscherm te checken of je links, rechts, rechtdoor of terug moet, omdat je verkeerd liep. Hooguit check je een paar keer welke nummers je wilt volgen. Dat onthouden van de knooppuntnummers geef ik aan Marcel. Hij onthoudt cijferreeksen beter. Mijn kracht ligt in het richtinggevoel. Ziedaar, in het huwelijk vul je elkaar aan. En door! Nog maar net gestart zagen we een laaaaaaaange asfaltweg voor ons liggen.
,,Dit is niet helemaal mijn idee van een wandelpad," opperde ik en vond een medestander in manlief. We hoopten op betere paden na het volgende knooppunt.
Pardon
Even tussendoor: ik vond vandaag de ruwe versie van deze blog en besefte dat ik die schreef na onze vakantie. Na tweeĂ«neenhalve week Frankrijk met z'n ‘une baguette s'il vous plait’, ‘bonjour’ en ‘au revoir’, was ik wel klaar met dat land. Vooral met het ge’pardon’. Jarenlang dacht ik dat Fransen dat zeiden als ze me per ongeluk aanstoten. Dus niet - huiver en bibber! Als een Fransoos ‘pardon’ zegt, bedoelt die: ga eens even aan de kant, joh! En bam! Daar krijg je een karretje tegen je hakken of in je rug. Ook schiet iemand gewoon tussen jou en het schap in, om iets te pakken, waarbij jij zowat omvalt. Je bent namelijk lucht en Fransen komen gedachteloos in je ruimte. Bah! Wat doe ik nog in die van hun? Mijn ‘pardon’ schrijven ze maar mooi op hun baquettebuik.
Weidsheid
Sorry, ik dwaalde af. Blijkbaar moest ik dat luchten om weer te kunnen ademen. Door tot de orde van mijn blog. Waarin ik wilde uitleggen dat ik na een poosje genieten van de Franse bergen en dalen, vooral geniet van de Hollandse vergezichten. Het gemis aan horizon in Frankrijk, maakt me altijd wat wankel door mijn wiebelige evenwicht. Daarom genoot ik deze wandeling, ondanks de bitumen, ook van de weidse vergezichten, bomenrijen die een weg markeren, een bosje dat als eiland in het landschap staat en de boerderijen waaromheen koeien en schapen het beeld verlevendigen. Over levendigheid gesproken, daar sprong ik weer, hupsakee, opzij voor een auto.
Wegafsluiting
Aan het eind van de weg, liepen we de bocht om en ontdekten meer asfalt onder de voeten tot...
,,Wat? Is de weg volledig afgesloten?", met mijn neus door het hek koekeloerde ik naar de werkzaamheden. Alleen de sloot leidde ons daar voorbij. Marcel bekeek eventuele alternatieven op zijn phone en zei beteuterd:
,,Teruglopen is de enige optie en dan nemen we het andere gedeelte van de 8."
Autoverkeer
Steeds vaker liepen we achter elkaar, in plaats van naast elkaar, want het werd drukker. Daarnaast viel de grote hoeveelheid bankjes op de route ons op. Iedere 500 meter stond er een op de weg gericht.
,,Wie kijkt er nou graag naar asfalt?”, merkte ik op. Waarna we met een nieuwe bocht, langs de grote doorgaande weg liepen, wel daarvan gescheiden door de Korte Linschoten. Het geraas van verkeer overstemde echter de stroom van de rivier. Tot we eindelijk een stukje door Linschoten wandelden. Nog altijd op zwarte wegen, maar verkeer luwer.
Pauze
We hielden een pauze in een speeltuintje, waar ik schommelde, maar niet zo hoog als vroeger. Eerder beangstigend laag. Daarmee zag ik wel onze auto verderop staan.
,,Al heb ik schoon genoeg van dat lelijke asfalt, ik wil Huis te Linschoten nog wel zien," zei ik, waarna we de eerste 8 in tegengestelde richting bewandelden; zelfs voor een gedeelte over een onverharde weg.
,,Beter!", riep ik uit en vergaapte me aan het allegaartje van wilde bloemen langs de slootoever. ,,Nu nog het landgoed bewonderen en alle leed is geleden. Ik verheug me op een last minute surprise.”
Die kwam: het landgoed was gesloten. Opnieuw kijkend door een hek, zag ik aan het eind van een laaaaaaaange oprijlaan Huis te Linschoten.
,,Eens in de twee jaar op Monumentendag is die open.”
,,Tja, dat is regelmatig. Net als die jaarlijkse bos bloemen van jou,” lachte ik en zag een bruggetje aan het eind van de landweg. Daarachter lag een wandelpad. ,,Kom!", riep ik naar Marcel. Hij bleef zitten, terwijl ik een stukje verder liep. Daarbij sprong ik tot drie keer toe voor fietsers opzij. Al snel herhaalde dat zich in tegengestelde richting. Zo raar, dacht ik.
Tot even later:
,,Natuurlijk! Die wegafsluiting." Heb ik de route toch mooi bijna, echt bijna, helemaal en dubbel gelopen.
,,Natuurlijk! Die wegafsluiting." Heb ik de route toch mooi bijna, echt bijna, helemaal en dubbel gelopen.







