zondag 22 december 2019

Spiegel


Stond ik net met mijn handen in het afwaswater, ging de deurbel. Marcel beantwoorde de call, maar draaide zich eerst nog naar mij:
    ‘Goed luisteren, hier leer je van.’
    ‘Ah, leuk, een cursus afpoeieren.’ Mister Afwimpel opende de voordeur:
    ‘Goedenavond.’
    ‘Goedenavond meneer, goed dat ik u aantref! Hoe gaat het met u?’, klonk de ander. Oh boy, dat was de foutste openingszin. Alsof mijn lief zou zeggen hoe het met hem ging.
    ‘Wat wil je verkopen?’, vroeg hij beangstigend koel.
    ‘Ik wil niets verkopen.’
    ‘Dan zij we nu uitgepraat. Fijne avond.’ Marcel gooide de deur dicht en stapte de kamer weer in. Dat was niet bot. Zo doe je dat met ongevraagde verkopers. Waarom het gesprek aangaan? Ik hoop ooit mee te maken dat mijn lief juist iemand aan de praat houdt. Hij lijkt me er perfect toe in staat.

Vasthouden
Ik hield er geen rekening mee, dat ik die kans zelf kreeg.
    Ik wandelde vorige week om tien uur ‘s ochtends in Utrecht centrum. Kerstverlichting sierde de straten. Ik was zo goed als alleen. De rust waar het anders druk is, voelde goed. Klonk daar ineens:
    ‘Goedemorgen!’ Ik schrok op. Wie zei dat en tegen wie? Het gold voor mij.
    ‘O hoi.’
    ‘Wilt u een zeepje ruiken?’ In een nanoseconde stelde ik mezelf de vraag: speel ik dit mee of mag ze in de zeep zakken? Ik koos het eerste.
    ‘Ja hoor.’ De vrouw met een flinke laag make-up op duwde een zeepje onder mijn neus, gevolgd door een tweede geursel.
    ‘Welke vindt u het lekkerst?’
    ‘De eerste.’
    ‘Die krijgt u van me, loop u even mee naar binnen, dan doe ik het in een zakje.’

Instinker
Het begon ineens echt te stinken. Madam kon maar één doel hebben: dat is aan mij te verdienen. Ik bedacht mijn tegenprestatie: ik ging haar tijd verdoen. Het zeepje verdween in een zakje. Ze reikte het aan en keek tegelijkertijd naar mijn hand:
    ‘Mevrouw, verzorgt u uw nagels wel goed?’
    ‘Vast niet.’ Mevrouw tuttebel pakte een-af-andere blok waarmee ze mijn nagel prachtig glad en blinkend wreef. Ik had mijn zonnebril bijna nodig. Vervolgens smeerde madam een olie-tje op mijn nagelriem en kletste er mij-niet-overtuigend op los.
    ‘Mooi he, mevrouw, deze nagel? Dat kunt u altijd zo houden met dit setje dat 40 euro kost.’
    ‘Ja mooi, maar ik vind het niet nodig er zoveel geld voor neer te leggen.’
    ‘Alleen het blok dan, die is 15 euro?’
    ‘Nee, dank je.’
    ‘Heeft u nog even tijd?’
    ‘Ik heb tijd zat!’
    ‘Gaat u dan even zitten. Ik zie dat u last heeft van rimpels.’ Alsof ik dat zelf al niet wist, hield ze me een spiegel voor.
    ‘Och, ze horen erbij.’
    ‘Wat gebruikt u op de huid rond uw ogen?’ Ik wist dat als ik dat zou zeggen, ik zeker geen vrienden werd met deze kletser.
‘Nivea dagcrème.’
    ‘U moet speciale serum gebruiken. Kijkt u die rimpels eens.’ Kwam weer die spiegel erbij.

    ‘Ik ken mijn rimpels.’
    ‘Dat wilt u toch niet? Kijk er goed naar.’ Plopte de spiegel weer op. ‘Mag ik wat serum op uw ooghoek smeren? U wilt toch dat uw huid langer meegaat?’
    ‘Doe je best maar.’ Ze smeerde iets onder mijn rechteroog en tada! Daar was de spiegel.
    ‘Kijk hoe de rimpels verminderd zijn.’
    ‘Ik zie het, ze zijn minder ja.’ Ze bleef doordrammen over hoe goed dit spul was, legde van alles uit over collageen en andere stofnamen en wiebelde geregeld de spiegel voor me langs. Ik stond bijna op het punt dat ding door de winkel te meppen, tot ineens de echte boodschap uit haar mouw schuimde:
    ‘Deze serum kost online 400 euro. Wij verkopen het voor 140 euro.’
    ‘En ik koop het niet.’
    ‘Mevrouw, kijk dan goed in de spiegel.’ Hij bleef komen, die spiegel.
    ‘Ja, ik zie mij.’
    ‘U gebruikt het serum zeven dagen lang en dan een jaar niet. Het werkt als een facelift.’
    ‘Ik hoef geen facelift.’
    ‘Maar uw huid moet nog even mee.’ Tada, de spiegel.
    ‘Dat valt wel mee hoor.’
    ‘Zo oud bent u toch niet?’
    ’Dat ik 47 ben, doet er niet toe. Die serum wil ik gewoon niet.’ Ze viel even stil…
    ‘Om u over te halen, biedt ik u 50% korting.’
    ‘Ik denk dat ik maar weer ga.’ Ik stapte van de kruk en pakte mijn tas van de grond. ‘Ik heb alleen maar je tijd zitten te verdoen. Ik wilde al niets kopen toen ik binnenkwam.’ Even verdween de vriendelijke glimlach…

Gevoeligheid
Weer buiten, vroeg ik me af wie valt voor deze nonsens.
    Had de verkoopster echter meer Irene kennis, dan had ze mijn echte gevoeligheid moeten aanspreken: iets met krullen en dat die goed moeten zitten. Maar ja, bij de eerste en elke volgende blik in de spiegel zag ik: dat zat allang en helemaal goed!