zaterdag 14 december 2019

Zuinigjes


Even mijn hart luchten: ik heb nieuwe schoenen! Zo, dat lucht op!
    Eindelijk verving ik de versleten schoenen voor nieuwe. Nu niet meteen denken dat ik net als alle andere vrouwen… Herstel, even voorkomen dat vrouwen over elkaar buitelen om mij de haren uit mijn hoofd te trekken of hun stilettohak in mijn voet drukken.
    Daarom zeg ik: ik heb niet net als veel vrouwen drie kasten vol schoenen. Ik heb twee paar winterschoenen: wandelschoenen en nette schoenen. Nieuwe nette schoenen.

Zuinig
Eigenlijk heb ik me nooit afgevraagd waarom ik maar twee paar winterschoenen heb. Wel maakt het kiezen gemakkelijk: ga ik vandaag voor degelijk of netjes of allebei? Van ieder één aan, is ook een optie. Klaar! Nu ik mezelf er zo op wijs, denk ik dat het komt door mijn liefde voor sandalen.
    Nee, die draag ik niet in de winter. Zie je me al lopen? Wel hou ik van warmte, daar besteed ik duidelijk liever geld aan. Ik tel vier paar sandalen. Mijn teentjes jubelen vrolijk in mijn sloffen. Ze verheugen zich op de warme seizoenen. Ik verheug me het meest.
    In mijn kast liggen nog een paar fel roze Nikes en een paar pumps. De eerste droeg ik jaren geleden bij fitness, de andere draag ik soms. Ik loop niet graag op hakken.

Koud
Gek hè, de ontdekking dat mijn schoenvoorkeur mijn liefde voor warmte verraadt. Tel daarbij op dat ik schoenen kopen in de winter niks vind. Alles, kleding, jassen en schoenen zijn zo donker. Niks gezellig, alles donker en koud. Ik krijg er koude voeten van. En eenmaal koude voeten, duurt het een eeuwigheid voordat ze warm zijn. Daarom draag ik steeds vaker lange kousen onder mijn broek, daarom draag ik een broek. Ik trek die kousen lekker op tot vlak onder mijn knie in de hoop dat ze mijn beentjes warm houden.

Kuiten
De waarheid is dat ik laarzen wilde, die zijn lekker warm om de beentjes. Als ze om mijn kuiten passen, dan wel. Mijn kuiten zijn echter huge!!! Men noemde ze vroeger fietskuiten, maar ik ben geen fietser. Dat ene jaar dat ik als dertienjarige 26 kilometer per dag fietste van huis naar school en terug, veroorzaakte toch niet zulke onderbenen? Zo wel, dan heb ik nog meer reden om dat ene jaar te haten.
    Anyway, laarzen schreef ik op mijn kuit, ze kunnen niet tot bovenaan dicht. Natuurlijk wel als ik er drie extra geldbuideltjes bij neerleg, maar hé, dan zijn het laarzen die ik tien jaar draag. Ik wil vaker afwisselen. Nu zeggen ze al: daar heb je haar weer, die met de krullen en de rode jas. Daar worden dan die laarzen bij opgeteld.

Bevestiging
Daarom korte zwarte laarsjes. Die passen overal bij.
    Over passen gesproken, tijdens het onderzoeken of ik ze geschikt vond, appte ik mijn hoofdsponsor. Zijn oordeel over mijn schoeisel is belangrijk. Ik hoopte op een snelle reactie, maar om hem wat ruimte te gunnen liep ik nog een extra rondje, keek nog wat rond of er echt niets leukers was en...
    Pling!
  


Mooi, schoenen uit, de doos in en naar de kassa. Die bleek onbemand.
    ‘Ik kom er aan hoor,’ klonk al snel links van me.
    ‘Neem je tijd,’ riep ik terug. Ik ben van geduldig wachten. Meestal wel. Wie haast heeft moet niet achter mij in de rij staan. Sterker nog, ik laat me niet opjutten door snelheidsduivels. Dan had je maar eerder moeten zijn.

Verrassend
Stond toch ineens de verkoper tegenover me. Hij checkte of de schoenen in orde waren.
    ‘Moeilijk hé om de juiste schoenen te vinden als je tussen de 30 en 40 bent?’
    ‘Hoe bedoelt u?’
    ‘Je wilt niet te hippe schoenen maar ook niet van die degelijke oma-schuiten.’ Hij zei het tactischee, maar bedoelde dit wel.
    ‘Meneer, ik ben niet tussen de 30 en 40.’
    ‘Je kunt niet onder de 30 zijn, maar je bent toch niet ouder dan 40?’
    ‘Als je het zo stelt, sta ik zelfs ver aan de verkeerde kant van de 40.’ Als in een reflex schoten mijn handen boven de toonbank, onder zijn kin. Zijn ogen werden zo groot, dat ze bijna uit zijn oogkassen schoten. Ik wilde ze opvangen voordat ze ergens in een schoenendoos stuiterden. Hij hapte naar adem.
    ‘Je sport zeker veel?’
    ‘Als je wandelen meetelt, sport ik zes dagen in de week. Zaterdag is mijn rustdag.’
    ‘Dus wandelen is jouw geheim?’
    ‘Geen idee eigenlijk.’ Het pinautomaat zei piep, waarna ik mijn pasje eruit haalde.
    ‘Wat dan wel?’
    ‘Nivea.’
    ‘Nee.’
    ‘Dan is dit het: ik ben een gelukkig mens.’ Ik krijg een tasje aangereikt.
    ‘Blijf gelukkig!’
    ‘Jij ook!’

Deze man maakte mijn dag. Weg winterdip! Als sokken in de wasmachine. Schoenen kopen is leuk. Volgende week ga ik weer! Oh wacht. Ineens snap ik waarom vrouwen zoveel schoenen kopen!