zaterdag 6 mei 2017

Sokkel



Ze drukt de deurklink omlaag en roept nog snel:
    ‘Mam, mag ik binnenkomen?’
    ‘Natuurlijk meiske, jij altijd! Ik bombardeer dit moment tot girlshour, no men inkludded. Doe de deur maar snel op slot.’

Daar staat ze dan, in haar nakige blootje in de badkamer.
    ‘Dan vind je het vast niet erg als ik gelijk even ga douchen.’
    ‘Natuurlijk niet, mijn bad is heerlijk gevuld, mijn huid nog lang niet gerimpeld en ik vermoed dat er nog wel nattigheid uit de douchekop zal komen als jij de kraan open draait.’

We kletsen vervolgens over paardjes en veulentjes onder het genot van warm water rondom ons lijf. Dat God water heeft gemaakt, was een goed ding: het is ontspannend, warm, verkwikkend en dorstlessend.
    Niet dat ik mijn badwater drink, hè bah, nee! Je ziet mij never nooit scheef onder de kraan hangen om direct water uit de kraan te lurken. Ik ben veel te bang de kraan aan te raken en daarmee germs op mijn bovenlip te krijgen. Hoewel ikzelf de boel in huis schoon houd, ben ik smetvreezerig als het gaat om slurpen uit de kraan.
    Heerlijk, de ontdekking van de beker.

Zo dwalen mijn gedachten af, terwijl ik al bubbelend mijn lijf verwen. Celine lijkt te genieten van stromen van druppels. Ik kan haar niet goed zien, mijn zicht wordt belemmerd door druppels die langs de douchewanden en Aquanotes omlaag sijpelen. Toch zie ik hoe mooi ze is.
    ‘Jij bent zo’n mooie meid hè!’ Waarop ze met haar hand een plekje van de douchewand "droog" wrijft en we elkaar even aankijken. Ze glimlacht verlegen.
    ‘Mama, jij mag ook heel blij zijn met jouw lichaam.’
    ‘Wat? Zit jij me nu uitgebreid te begluren van achter die druppels?’
    ‘Geen zorgen, ik ken je lijf al veel langer dan vandaag en ik zeg je dat je trots mag zijn.’
    ‘Ik trots!’ Ik kijk naar mezelf. Het beeld wordt (in mijn nadeel) vertekend door het water. Celine kan zeggen wat ze wil maar het woord trots komt er bij mij niet uit. Met het klimmen van de jaren, zijn de calorieën intens diep in mijn buik en billen gekropen. Elke lekkertje komt in veelvoud aan. Daarom kies ik bij elk verwennerijtje bewuster of ik het naar binnen werk of niet. 

Waar ik over het algemeen heel goed ben in mezelf beheersen, kan ik mezelf sinds Pasen echter moeilijk inhouden. Wat er gebeurd is? Ik hoef echt niet op de weegschaal te staan om de tussenstand te weten. It shows, zeker hier in bad en dan zegt Celine dat ik me geen zorgen hoef te maken.
    Hoezo hoef ik me geen zorgen te maken?’ 
    ‘Nou, jij hebt het figuur waar Grieken en Romeinen vroeger bij bosjes voor vielen.’ Even denk ik: wauw, dat bied deze burger moed. Ja, burger, want ik voel me een behoorlijke Big Mac in plaats van mama.

Wat te doen met de woorden van dochterlief? Ze bedoelt het als compliment. Waar mis ik de boodschap? Ik Google even op Griekse vrouwen en zie stenen beelden van Griekse godinnen. Ik denk dat ik Celine begrijp. Ze zijn duidelijk uit een andere tijd. Waar nu nog vaak mager de wens is, toont Google me Griekse volslanke taarten die sensueel op een sokkel staan. Wel of niet omgeven door een gordijn of armen.

Celine praat dus over Grieken en Romeinen. Ze weet toch waar die wonen? Niet in Nederland! Vergeet ik even mijn overbuur, een Griek, hij valt gelukkig niet voor mij, maar voor zijn vrouw. Verder ken ik geen Grieken en Romeinen, laat staan dat ze bij bosjes aan kom wandelen en voor  me vallen. 

Celine zei trouwens ook ‘vroeger’. Vroegere Romeinen en Grieken, al woonden ze hier, dan woonde ik hier niet en nu ik hier woon, zijn zij vergane glorie voor mij. Wat heb ik daar nou aan!

Even voor de duidelijkheid: ik zit op een geschiedkundig dieptepunt. Ik weet niet eens of er ooit Romeinen of Grieken in Nederland (of hoe het hier ooit heette) hebben gewoond. Weet ik veel wie ons hebben overheerst in al die eeuwen. Ik was er niet bij.
    Het enige Grieks waarvan in huize van Valen sprake is, zijn mijn voeten, weet je nog? Dat is ook iets van vroeger, een blog.

Celine lijkt me te hebben ontbeurd (het tegenovergestelde van opbeuren). Dat laat ik echter niet toe, want die Griek of Romein hoef ik niet eens. Ik heb allang iemand die als een bosje voor me is gevallen. Een echte Utrechter nog wel en weet je wat het beste is?
    Hij plaatste mij op zijn voetstuk!