‘Het ligt allemaal op de bank.
Wat doet die onderbroek hier!’ Het klonk bozer dan ik wilde.
‘Nee mam, kijk daar liggen nog
boeken, een rugtas, die klerenhanger en een opgepropte deken!’
‘Oh, ik weet het!’
‘Wat dan?’
‘Het is allemaal meuk van
Benjamin!’
Dat het er allemaal ligt, vind ik voor deze keer niet erg, behalve die
onderbroek dan. Wat doet die hier op de bank, beneden in onze huiskamer? Stel,
jij stapt nu onaangekondigd en zonder afspraak mijn huis binnen. Het enige dat
je ziet is die onderbroek. Ik sta er bij en heet je met alle ondergoed welkom.
Ik kan Benjamin niet eens bij zijn oor grijpen en vragen of het een
schone is; hij is foetsie.
Nee, hij is niet met de camera
op stap om weer een filmpje te maken. Dat ligt al een poosje stil. Kunnen wel
eens weken worden, want blijkbaar is inspiratie even zoek.
Meneer is foetsie naar een
examen. Net als Celine zit hij in de examen weken. Gezellig hoor, dubbele
zenuwen. Ach nee, dat is niet waar. Zo relaxed als meneer eerder zijn rugzak
leeg heeft gegooid boven de bank, zo relaxed is zoonlief als het gaat om zijn
examens. Hij gaat er voor. Zenuwen spelen hem geen parten. Zo is hij!
Daarmee is zijn rotzooi op de bank verklaard. Behalve die onderbroek. Die
blijft me intrigeren, irriteren en verbazen. Hoezo een onderbroek en waarom
schaamt hij zich niet waar ik me vooral enorm geneer voor zijn boxershort?
Zo ben jij direct getuige van één van mijn opvoedingsfouten. Daar waar ik
gelukkig ook dingen goed heb gedaan, toont zich hier mijn slappe kant: Ik heb
de kinderen maar laten aanrommelen. Ze nooit goed geleerd op te ruimen. Het
zijn rommelkonten, want ik ruimde altijd hun achterblijfsels op. Ik deed het tenslotte
beter en sneller. Stom stom stom! Zit ik dan met de puinhopen en onderbroek.
Celine maakt maar wat graag gebruik van een spreuk die zoiets zegt als:
creatieve mensen hebben geen rotzooi, overal liggen hun ideeën. Ja, leuk, komt
haar goed uit! Op mijn vraag waarom ik dan niet overal ideeën heb slingeren zegt
ze:
‘Jij schrijft ze op! Dat is
makkelijk opgeruimd!’
‘Hoera voor notitieboekjes, een
telefoon en Aquanotes!’
Al goed, dat tijdens deze twee examenweken meer rommel in huize Ireen is, neem ik voor lief. Ik gun de
kids even hun rust en ruimte in deze spannende tijd van studeren, concentreren
en ervoor gaan.
Wat jij echter niet weet is dat
ik een veel zwaardere reden heb, waarom ik het verschrikkelijk vind dat er
troep op de bank ligt (of elders in huis). Dat heeft alles te maken met
Benjamins YouTube filmpjes.
Heb jij er wel eens bij stil gestaan dat door zijn hobby mijn huis wereldwijd
te bezichtigen is? Dat door zijn camera gebruik ik steeds vaker bewust ben van oneffenheden
die getoond worden? Mensen krijgen alles te zien van mijn huis, tuin en keuken.
Het hele huis groot in beeld (wat ook ligt aan het beeldscherm dat ze bekijken.
Er zijn grote bij!).
Soms zie ik achter de woorden,
vlogs, challenges en grollen van zoonlief een oogbeschamende rommel waarbij ik
het uitschreeuw:
‘Had effe opgeruimd knul!
‘Daar kijken ze toch niet naar,
mam?’
‘Echt wel! Ik zie het toch!’
Zo zie je dat door hem, mijn werk zwaarder, drukker en intensiever is
geworden. Ik weet nooit wanneer hij zijn camera er weer bij pakt en in welke
ruimte hij nu weer de beelden gaat vereeuwigen. Daarom heb ik bij voorbaat het
huis weer op orde.
Het is een toonzaal. En je mag
gerust weten, ik haat toonzalen. Een opgeruimd huis, oké. Maar op zijn tijd een
rondslingerende schoen, een opengeslagen tijdschrift of schoolboek, de glazen
op de salon tafel, een deken opgepropt op de bank naast een lege ships zak, het
mag best een nachtje overblijven. Opruimen doe ik morgen wel weer.
Oh nee… daar komt Benjamin met
zijn camera.
Zo zie ik ineens in hoe heerlijk bloggen is.
Jij ziet lekker niet dat ik
hier zit met mijn coupe-out-of-bed en
zonder mascara, want inspiratie deed zijn intrede. Jij ziet niet dat er vaat op
te ruimen is en dat ik mijn shirt binnenste buiten aan heb. Jij ruikt de wind
niet die iemand net liet. Bloggen is zo heerlijk goed voor mijn privacy!
Alhoewel, mijn woorden
verraadden dan weer die onderbroek. Stom! Ik had die gewoon niet hoeven noemen!
Of ik pak ‘m gewoon even op en leg ‘m weer boven op de wasmand. Die wasmand had
jij niet gezien hè?