zondag 14 mei 2017

Rotzooi!



    ‘Wat hebben een oplaadsnoer, bandenplaksetje, onderbroek en een drol gemeen?’, vraagt Celine.
    ‘Het ligt allemaal op de bank. Wat doet die onderbroek hier!’ Het klonk bozer dan ik wilde.
    ‘Nee mam, kijk daar liggen nog boeken, een rugtas, die klerenhanger en een opgepropte deken!’
    ‘Oh, ik weet het!’
    ‘Wat dan?’
    ‘Het is allemaal meuk van Benjamin!’

Dat het er allemaal ligt, vind ik voor deze keer niet erg, behalve die onderbroek dan. Wat doet die hier op de bank, beneden in onze huiskamer? Stel, jij stapt nu onaangekondigd en zonder afspraak mijn huis binnen. Het enige dat je ziet is die onderbroek. Ik sta er bij en heet je met alle ondergoed welkom.

Ik kan Benjamin niet eens bij zijn oor grijpen en vragen of het een schone is; hij is foetsie.
    Nee, hij is niet met de camera op stap om weer een filmpje te maken. Dat ligt al een poosje stil. Kunnen wel eens weken worden, want blijkbaar is inspiratie even zoek.
    Meneer is foetsie naar een examen. Net als Celine zit hij in de examen weken. Gezellig hoor, dubbele zenuwen. Ach nee, dat is niet waar. Zo relaxed als meneer eerder zijn rugzak leeg heeft gegooid boven de bank, zo relaxed is zoonlief als het gaat om zijn examens. Hij gaat er voor. Zenuwen spelen hem geen parten. Zo is hij!

Daarmee is zijn rotzooi op de bank verklaard. Behalve die onderbroek. Die blijft me intrigeren, irriteren en verbazen. Hoezo een onderbroek en waarom schaamt hij zich niet waar ik me vooral enorm geneer voor zijn boxershort?

Zo ben jij direct getuige van één van mijn opvoedingsfouten. Daar waar ik gelukkig ook dingen goed heb gedaan, toont zich hier mijn slappe kant: Ik heb de kinderen maar laten aanrommelen. Ze nooit goed geleerd op te ruimen. Het zijn rommelkonten, want ik ruimde altijd hun achterblijfsels op. Ik deed het tenslotte beter en sneller. Stom stom stom! Zit ik dan met de puinhopen en onderbroek.

Celine maakt maar wat graag gebruik van een spreuk die zoiets zegt als: creatieve mensen hebben geen rotzooi, overal liggen hun ideeën. Ja, leuk, komt haar goed uit! Op mijn vraag waarom ik dan niet overal ideeën heb slingeren zegt ze:
    ‘Jij schrijft ze op! Dat is makkelijk opgeruimd!’
    ‘Hoera voor notitieboekjes, een telefoon en Aquanotes!’

Al goed, dat tijdens deze twee examenweken meer rommel in huize Ireen is, neem ik voor lief. Ik gun de kids even hun rust en ruimte in deze spannende tijd van studeren, concentreren en ervoor gaan.
    Wat jij echter niet weet is dat ik een veel zwaardere reden heb, waarom ik het verschrikkelijk vind dat er troep op de bank ligt (of elders in huis). Dat heeft alles te maken met Benjamins YouTube filmpjes.

Heb jij er wel eens bij stil gestaan dat door zijn hobby mijn huis wereldwijd te bezichtigen is? Dat door zijn camera gebruik ik steeds vaker bewust ben van oneffenheden die getoond worden? Mensen krijgen alles te zien van mijn huis, tuin en keuken. Het hele huis groot in beeld (wat ook ligt aan het beeldscherm dat ze bekijken. Er zijn grote bij!).
    Soms zie ik achter de woorden, vlogs, challenges en grollen van zoonlief een oogbeschamende rommel waarbij ik het uitschreeuw:
    ‘Had effe opgeruimd knul!
    ‘Daar kijken ze toch niet naar, mam?’
    ‘Echt wel! Ik zie het toch!’

Zo zie je dat door hem, mijn werk zwaarder, drukker en intensiever is geworden. Ik weet nooit wanneer hij zijn camera er weer bij pakt en in welke ruimte hij nu weer de beelden gaat vereeuwigen. Daarom heb ik bij voorbaat het huis weer op orde.
    Het is een toonzaal. En je mag gerust weten, ik haat toonzalen. Een opgeruimd huis, oké. Maar op zijn tijd een rondslingerende schoen, een opengeslagen tijdschrift of schoolboek, de glazen op de salon tafel, een deken opgepropt op de bank naast een lege ships zak, het mag best een nachtje overblijven. Opruimen doe ik morgen wel weer.
    Oh nee… daar komt Benjamin met zijn camera.

Zo zie ik ineens in hoe heerlijk bloggen is.
    Jij ziet lekker niet dat ik hier zit met mijn coupe-out-of-bed en zonder mascara, want inspiratie deed zijn intrede. Jij ziet niet dat er vaat op te ruimen is en dat ik mijn shirt binnenste buiten aan heb. Jij ruikt de wind niet die iemand net liet. Bloggen is zo heerlijk goed voor mijn privacy!
    Alhoewel, mijn woorden verraadden dan weer die onderbroek. Stom! Ik had die gewoon niet hoeven noemen! Of ik pak ‘m gewoon even op en leg ‘m weer boven op de wasmand. Die wasmand had jij niet gezien hè?