Opstaan zou verboden moeten zijn! Het kunstje van ochtendmens-zijn, kan
ik niet. Laat me liggen!
Ik denk met liefde aan mijn moeder. Vroeger wekte ze me softly en tenderly elke ochtend weer. Ze
klaagde nooit over de moeite dat het haar kostte. Ze is er volgens mij mee
gestopt toen ik naar de middelbare school ging. Stomme school.
Hiermee begon mijn relatie met een roze HEMA bellenwekker. De klok kwam
op een plankje aan de muur boven mijn bed te staan en moest me dagelijks met
zijn indringende herrie uit dromenland rammen.
Met zijn twee grote bellen aan
de bovenkant en een klepeltje in het midden, wist het ding op wektijd een
tring-herrie voort te brengen waarvan het hele huis uit zijn grondvesten sprong
en iedereen vanuit bed tegen het plafond gedrukt werd. Gevolg: iedereen wakker.
Behalve ik dan, want na een
paar weken hoorde ik de wekker gewoon niet meer. Hij stond wel aan, maar ik werd
er doof voor. Zo kwam mijn moeder weer in zicht.
Met een oplossing. Ze bedacht dat de wekker op een porseleinen schoteltje
moest worden gezet.
Had ik het eerder over tring-herrie? Nu klonk het weksignaal
als oorverdovende lawaai. Het leidde geen twijfel dat de mensen in de flat
tegenover ons zelfs wakker werden van het geluid van mijn wekker.
Maar madam slaapmuts leerde ook
hier doorheen te slapen.
Moeders liet het er niet bij en bedacht iets nieuws: de wekker moest op
het schoteltje blijven, maar er kwam een theelepel bij. Ik verheugde me op een
theekransje met van die schattige Engelse theekopjes, waarbij na één flinke
slok de bodem droog viel. Ik wilde al bijna een dienblad pakken voor de
koektrommel en theepot, maar mamalief greep me in de kraag en zei dat het
lepeltje voldoende moest zijn.
Je zou het geluid van deze wekcombinatie zelf eens moeten horen. Zet het
alarm op een paar minuten later dan nu. Ga gerust even facebooken op je Phone en
wacht af. Vergeet die hele wekker. Ik weet zeker dat bij het afgaan van het
geluid je met eigen ogen zal zien dat je Phone kan vliegen. Een geweldig kabaal
zal niet alleen jou en de flat aan de overkant, maar ook het hele dorp wakker schudden.
Geloof het of niet, deze schone
slaapster presteerde het weer om er doof voor te worden en sliep als een
roosje. Wat voor mij het bewijs is dat ik dood ga tijdens het slapen.
Toen kwam de dag dat ik het veilige nest verliet en op kamers ging. De
grootste uitdaging was te ontdekken wat mij elke ochtend uit mijn dood zou doen
herrijzen? Marcel was nog niet in zicht en mijn moeder woonde te ver weg.
De oplossing bleek in de kamer
zelf te liggen; de akoestiek was verbluffend. Mijn schotel-lepel-wekker combinatie
klonk in deze kamer als Salvator (de grootste klok van de Domtoren). Ik moest
me vasthouden aan de bedrand om niet uit bed geblazen te worden. Hoewel
loslaten uiteindelijk zou betekenen dat ik werkelijk uit bed zou zijn. Zelfs de
slechthorende bewoners in het bejaardenhuis ernaast zouden om 06.00 uur niet
weten wat ze meemaakten.
Eenmaal in de armen van Marcel veranderde er veel. Hij nam de ondankbare
taak op zich om mij dagelijks uit mijn diepe slaap te halen. Ik huiver bij de
gedachte of hij opnieuw met mij zou trouwen als hij wist hoe zwaar die klus zou
wegen.
Zoonlief is wat betreft opstaan gelukkig het tegenovergestelde van mij.
Hij besloot een aantal maanden geleden dat hij vroeger op wilde staan dan wij.
Daarom kreeg hij een eigen digitale wekker, die in de testfase elke dag een
tikje zachter moest. Ik vond het alleen maar leuk om te zien dat dit kind
tenminste niet het probleem heeft dat ik heb.
Tot ik ontdekte dat de dik geïsoleerde
muur en gesloten deuren ten spijt ik nu bijna elke ochtend een half uur te
vroeg wakker wordt van juist die wekker. Snap jij het?