Hij heeft zijn portefeuille op schoot liggen. Die moet nodig even
opgeruimd worden. Bonnen worden eruit gehaald, geld geteld en verlopen airmiles
bonnen komen tevoorschijn. Dat is echt iets voor hem. Als groottanker, geef ik
hem die bonnen met het idee: hij maakt met een grotere auto en dan ook grotere benzinetank
natuurlijk ook meer kilometers. Dat is automatisch meer extra miles
in the air. Maar ja, dan moet ie wel bij het tanken de bonnen inleveren aan de kassa.
Laat
dat nou net iets teveel gevraagd zijn. Wat bij hem in zijn portefeuille
verdwijnt, komt er eigenlijk maar moeilijk weer uit.
Plotseling valt Marcel stil. Een stilte die mij doet opschrikken. Net kletsten
we nog lacherig over de verlopen bonnen, nu ineens deze ijzige stilte. What happened?
Als ik opkijk naar mijn
manneke, schenk ik van schrik bijna het water uit de waterkoker over de rand
van de beker. Hij heeft een papiertje in zijn hand. Niet dat ik daar van
schrik; nee, het is zijn aanblik. Waar komt die melancholische uitdrukking ineens
vandaan?
Met een haast verdrietige blik kijkt
hij naar het papiertje tussen zijn duimen en wijsvingers. Dat ik dichterbij kom en thee voor hem neerzet wordt niet opgepakt.
Dan zie ik dat het een foto
is waar hij naar kijkt. Een foto die hem
waarschijnlijk herinnert aan momenten uit het verleden.
Het zal wel een foto van onze dochter zijn. Ik bedoel maar, als het een foto van mij zou
zijn, zou hij verliefder kijken. Er zouden hartjes in zijn ogen verschijnen,
vergezeld van een big smile. Ja echt, hij is namelijk héél blij met mij. Deze weemoedige
blik klopt daar niet bij.
Zo weet ik dat het een foto van
Celine moet zijn. Ze is zomaar ineens gisteren zestien jaar
geworden. Waar zijn al die jaren gebleven? Hoewel we er al die tijd bij waren, zijn ze toch door onze
handen geglipt. Voor we het weten is ze achttien. Zelfs ik krijg een brok in
mijn keel.
Of is het een foto van Benjamin? Ik bedoel maar, hij is ons andere lieverdje.
Met zijn dertien jaar, volgt hij zijn
zus in de voetsporen. Dat deed hij al in zijn lengte, want ook hij is mij
voorbij gegroeid. Wat een kereltje (nog even) met de daarbij behorende
kerel-hobby’s. Geweren maken en levensecht tekenen en natuurlijk computer
spelletjes doen. Het is zijn leven. Maar ook specialiseert hij zich in het maken van filmpjes. Dat is dan weer een hobby, waarbij
ik niet in paniek uitroep: ‘Help!’
Ondertussen zit hij daar nog, mijn man. Nog steeds down. Waar is mijn anders
zo nuchtere, realistische, koelbloedige man? Melancholisme is meer mijn rol.
Als hij die rol op zich neemt, moet ik zeker de nuchtere zijn en hem
steunen. Ik ga rustig naast hem zitten en kijk mee naar de foto tussen zijn
vingers.
‘Ja, wie dacht je dan?’
‘Eén
van de kinderen.’
‘Nee, moet je zien wat een lekker
ding je daar was.’ Ik begin gelijk te glunderen terwijl hij verder praat.
‘Ik vind dit echt één van de mooiste foto’s die
van jou zijn gemaakt.’ Hij krijgt weer hartoogjes, wat een geluk.
Ik neem de
foto van hem over en hoop op de achterkant te zien wanneer die is gemaakt. Het staat
er niet op, maar het is van een langer verleden.
Ineens kijkt Marcel me
indringend aan, geen melancholie te bekennen. Hij lijkt mijn gezicht te inspecteren.
Wat wil hij zien? Wil hij geen rimpels ontdekken, geen grijze haren aantreffen,
geen bril op mijn neus en geen gehoorapparaat aan mijn oor zien?
Da’s dan jammer... Ik ben wat jaartjes ouder
geworden. Ik wil me er voor verontschuldigen, maar voordat ik ook maar
iets kan zeggen zegt hij:
‘Heb ik nog garantie?’