zondag 20 januari 2013

Theetijd



Oef, blogtijd en nog nooit heb ik zo weinig tijd gehad om een blog te schrijven; ongeveer een uurtje. De optie om mijn vaste lezers te laten zitten met een herhaling van de blog van vorige week is géén optie!

Eén woord komt in me op: “Piep!” Als in help!!! Hoe ga ik dit doen, waar begin ik aan, wie doet me dit aan (ikzelf dus) en waarom (noem het perfectionisme)?
   Ik ga ervoor. Maar wat eng; een blog willen schrijven in zo weinig tijd met nog geen verhaal in mijn hoofd. Dat je maar weet: een blog schrijven is niet altijd maar zo gedaan.
   De inspiratieloosheid ligt niet aan mijn week die was prima, maar de ‘pling’ mistte. Of is het verhaal van dochterlief die gisteren zat te piepen juist nu wel leuk?

Alles begon met een kopje thee. Ik kwam thuis nadat ik onze groep-8er naar school had gebracht. Ik verheugde me eigenlijk op koffie, maar dit kind had zo haar best gedaan en die schaapachtige blik, haar ogen die op hartjes lijken… 
  
Ineens is me duidelijk waarom ze me zo intens verliefd aan kijkt. Ik vraag wantrouwend:
   “Wat heb je nodig?”
   “Mama, je weet dat ik vandaag maar één lesuur heb. Een toets Nederlands. Je weet ook dat het buiten nogal sneeuwbagger is en zó KOUD!” Ze heeft duidelijk nagedacht over hoe mij te verleiden. Haar woorden klinken superzacht, ze gedraagt zich engelachtig. Er loopt nog net geen kwijl niet uit haar mondhoek. Je zou denken dat zich hier nooit puberbuien voltrekken.
   “Ja, het is inderdaad bagger daar buiten! Vertel mij wat!”

Ze weet ook dat als ze zou zeggen: “Mama, breng je me naar school? Want ik ben te lui om zelf te fietsen”, ik moeiteloos “nee” had gezegd. Nu word ik waar ik zelf bij sta, gemakkelijk om haar vingers gewonden. Het woord “nee” wil er gewoon niet uit. Zou jij haar kunnen weerstaan?

Ik voel zeker wel twijfel, antizin en een gevoel van ik-word-hier-zo-enorm-gebruikt en hoe zit het dan met mijn eigen plan: sporten?! Blijven daar die ogen me vertederend en suikerzoet aanstaren. Madam softie smelt.
   “Ja hoor, ik breng je wel even.” Ze springt een gat in de lucht.

Wat madammeke niet weet is dat ik ergens, somehow, somewhere, wel eens een tegenprestatie kan gaan vragen. Dat het zich echter zo snel voor zou doen, verraste zelfs mij.

Dezelfde dag, een paar uur later liggen hier twee enveloppen klaar voor de brievenbus. Echter zijn daar nog altijd de sneeuwbagger, het is zó KOUD en ik heb gewoon geen zin op deze binnenwerkdag... Zie daar: Celine.

Ze is net klaar met alles en kijkt verveeld om zich heen. Ik grijp mijn kans:
   “Ik heb post liggen, ga jij dat maar even wegbrengen, ik moet nog heel veel doen en jij moet er duidelijk even uit.”

Natuurlijk verwachte ik niet dat ze schaapachtig en gelijk “Ja” zou zeggen. Maar ook niet deze negatieve blik. Ik vervolg nadat ook ik tijd heb gehad om de dingen te doordenken:
   “Jij kostte mij vanmorgen 40 minuten, ik vraag nu drie minuten van jou.” Niet dat het direct indruk maakte maar na flink, echt flink volharden, staat ze op. Ja echt! Haar staking duurde niet lang.

Ze gaat richting gang; heeft nogal wat tijd nodig. Moet het haar kammen, haar make-up bijwerken of zo, want je weet nooit wie ze tegen kan komen. Een lover of zo? Ze komt vervolgens dik aangekleed met een donderwolk-gezicht de kamer in. Die is boos! Ze voelt zich vast gebruikt en lief kijken is er absoluut niet bij.

Bijna bij de buitendeur roep ik:
   “Dag schat,” want ze is gewoon een lieverd!
   Wat ik terug krijg is haar achterwerk stug en onmiskenbaar in mijn richting gekeerd. Duidelijke taal, ze wil me negeren met hand en kont. Prima. Bij wat aanvullende vleiende woorden van mijn kant, hoor ik gegniffel. Ze loopt snel wel. Het is echt heerlijk: een kind dat boos wíl doen, maar bij het verlaten van de kamer nog net niet het gegrinnik kan onderdrukken.

Amper in de tuin, draait ze zich  richting pui, wetend dat ik kijk. Ze houdt haar hand op keelhoogte en strijkt met haar hand van links naar rechts langs haar keel en wijst vervolgens naar mij. Heftig dit beeld. Wat niet klopt is wederom die blik: boos, maar de mondhoeken staan te hoog. Mijn vinger gaat daarom van de ene mondhoek in een boog omlaag om middenin weer omhoog te gaan: a smile! Stiekem verschijnt die ook aan de andere kant van de pui. Snel draait ze zich om, om de lach te verstoppen.

Het enige wat ik weet dat ze nu doet: lopend naar de brievenbus piepen over hoe zwaar ze het heeft met mij als moeder en straks weer boos het huis in lopen. Maar och, eenmaal binnen is ze zo weer ontdooit, want nu maak ik een lekker kopje thee voor haar!