zondag 28 augustus 2011

Om te gillen!



Het is bedtijd en ik ben zó moe, maar slapen? Oh nee! Stel dat hij weer komt? Onaangekondigd en ongevraagd was hij er gisteravond ook. Het zal me toch niet weer gebeuren?!

Ik zat in bed te lezen. Marcel sliep naast me; zoals altijd als eerste. Ik geniet dan van de stilte... Heerlijk! Meestal dan. Gisteren even niet. Ik wenste dat ik degene was die sliep, want dan had ik niet geweten wat me te wachten stond.

Ik zag een beweging die mijn eye catch-te. Ik keek op maar zag niets. Ik dacht dat ik het me had verbeeld en las verder. Maar niet lang, want daar liep een dikke vette akelige monsterlijke spin. Ik wilde bijna gillen, maar beheerste me. Wat dacht ik wel… er is toch geen brand? De kids slapen. Houden zo. Mijn gesmoorde kreun klonk echter net hard genoeg om mijn held op sokken te wekken en ik vertelde van dat vreselijke mormel. Zo van onder de radiator vandaan liep hij onder ons bed. Hoe durft ie!?

Marcel keek me suf aan en moet hebben gedacht: Ga slapen. Hij leek niet onder de indruk. De enige moeite die hij deed was vanuit bed even met de kop omlaag, onder het bed kijken en zeggen: “Ik heb gekeken, ik zie ‘m niet.”
   Logisch, hij had zijn lenzen niet in!

Dit was trouwens vast en zeker een broertje van de vreselijke griezel die ik maandag tegen kwam in het trapgat. Toen was Marcel er snel bij, gealarmeerd door mijn gilletje. Dat de kids er wakker van werden, was geen probleem. Het was toch tijd voor het weksignaal. Ik dacht dat Marcel die creep liefdevol naar buiten had gebonjourd, maar bleek hem dieronvriendelijk fijngeknepen in keukenrol en door de wc gespoeld te hebben. Alleen al dat hij dat beest durft te pakken, wat een held!
   Waarom heeft hij me toen wèl gered van dat afschrikwekkende misbaksel en nu niet?!
   Oké hij is onvindbaar. Why bother? Zo denkt hij vast.

Hoe dan ook moest ik er nog uit. Ik kroop naar de verste hoek. Deed een check, sprong met een boog van het bed af en sprintte ervandoor. Eenmaal terug dook ik van een afstandje op het bed en kroop op mijn plek. Brrr… Nu lag ik hier met die spin. Wat spookt die uit? Wordt ik wakker van gekriebel? Aaaarrrrrggghhhh. Straks is het een zij, legt eitjes en zit ik met nog meer gespuis!
   Wat een stress!

De volgende ochtend vertelde mannekelief aan onze kids, hoe ik als een angstige zot op het bed sprong. Mama voor gek zetten, dat vinden ze leuk! Hoor Benjamin hard lachen en zeggen:
   “Mama, een vogelspin kan ook lief zijn hoor!”

Dat zegt hij nou wel. Maar wie gilt hier het hardst als een schattig spinnetje over zijn plafond loopt en hij er vanuit zijn hoogslaper dicht op zit? Hij gilt het uit:
   “Een spin!”
   Wij komen aangesneld met vliegenmepper, tijdschrift en keukenrol om dit jongetje te redden. Wat blijkt, zelfs met een vergrootglas krijgen wij spinnemans niet gespot. En nu lacht dit kind mij uit?

Vanavond heeft mijn lieve Marcel even onder het bed gekeken en vond een stoffig boek, een stilstaand horloge en géén spin. Dat had ik kunnen weten.
   “Moet ik nog wat doen?” vraag hij en gaapt.
   Wat dacht je van: de spin vinden, de spin wél vangen, de spin KILLEN!

Maar nee hoor, hij ziet het niet zitten. Gaapt nog eens, gaat liggen, trekt het dekbed hoog, sluit zijn oogjes en slaapt!
   Wéér als eerste.