zondag 4 september 2011

Opgeruimd staat netjes.



Soms word je iets gezegd waar je behoorlijk mee op je nummer wordt gezet. Ik ga voor eerlijkheid, maar niet alles hoeft gezegd te worden en zeker niet waar anderen bij zijn, toch?

Nu moet je weten dat huize Van Valen soms net Vila Kakelbont is. Niet dat IK van rommel hou. Integendeel, maar een toonzaal  hoeft ook niet. Gewoon opgeruimd, daar hou ik van. De rust die het uitstraalt als er opgeruimd, gestoft, gezogen en gedweild is. Elke vrijdag is dat een feestje voor mij…

Dan komt het eerste kind thuis en stapt zó binnen op mijn blinkende vloer. Hoe blij ik ook ben dat het kind weer veilig thuis is, roep ik eerst:
   “Terug! Schoenen uit!”
   En bedenk hoe het toch komt dat ik die koters niet aan het verstand krijg hun schoenen uit te doen?! Als het kind dan op sokken binnen loopt, pak ik hem beet, knuffel hem en begroet hem. Dankbaar dat hij weer veilig thuis is.

Al snel komt nummer twee thuis. Zelfde verhaal als hierboven. Maar zij wil al snel gaan knutselen. Welke moeder, die zelf ook zoveel af heeft geknutseld, kan haar kind dat weigeren? Binnen no time ligt de tafel vol papier, plakband, lijm, scharen en zoveel meer. Op de grond ligt al snel gratis confetti terwijl nog geen half uur gelden mijn kamer door een ringetje te halen was.

Nu ja, als het tijd is om te eten, moet ik me schrap zetten, want van opruimen willen de kids niets weten. Er klinkt direct gemopper.
   “We zijn nét zó lekker bezig, moeten we wéér opruimen” (piep, zeur, zucht, steun).
   Maar deze mama is onvermurwbaar. Mijn orders zijn duidelijk, ik ben onverbiddelijk: de tafel moet gedekt! We gaan eten!
   Nu begrijp ik ineens waarom ze zo graag buiten eten, dan mag de troep blijven liggen. Voor morgen of zo?! Zit ik er nog een dag langer mee ook.

Nu ja, er wordt wat gefröbeld hier in huis. Alles is me even dierbaar. Elke tekening, schilderwerkje, gipsen figuurtje, elk lief briefje… Zoveel, waar ik geen afstand van kan doen. Het hart van mijn kinderen zit er in. Emotionele waarde in elke millimeter. Je ziet vast al voor je hoe vol het hier begint te raken. Nog even en ons huis ontploft.

Zeker één kamer in dit huis puilt uit. In die ene kamer ligt een mega berg playmobiel, lego, verzamelingen streetbeans, gogo’s, duffo’s (je kent die actieartikelen waarmee de ene supermarkt je sneller wil verleiden dan de ander. Ik weiger soms naar een supermarkt te gaan, omdat ik er NIETS bij wil, maar vind die verzamelitems toch in die ene kamer terug). Dan nog dierenplaatjes, voetbalkaartjes, smurfen, pokémon en bakugan zooi, knikkers, schelpen, opgezette vliegen, libelle’s en ander dood gespuis. Nu begrijp je waarom ik soms doordraai! Begrip a.u.b.

Ook die kamer wil ik toch graag regelmatig even stoffen en zuigen. Nou ja, even?! Als voorbereiding op de witte tornado vraag ik dan of die kamer ‘even’ opgeruimd kan worden. Zo vroeg ik ook vandaag, voordat ik mijn vriendin voor een afspraak op ging halen, of de kamer opgeruimd kon worden. Zonder tegenstribbelen, want ik had er al drie dagen op gezinspeeld dat het vandaag moest gebeuren, ging er eentje naar boven en ik de deur uit.

Bij thuiskomst en mijn vriendinnetje naast me, vraag ik:
   “Is je kamer opgeruimd?”
   Het antwoord volmondig: “Ja.”
   Ik op mijn beurt vraag: “Denk dat je dat ik tevreden ben?”
   Klinkt het antwoord luid en duidelijk: “Dat weet ik niet, jij bent toch nóóit tevreden.”